Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2005/19)

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 14 april 2005, nummer 2005/19, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Hoofdstuk B15 wordt aan deel B van de Vreemdelingencirculaire 2000 toegevoegd. Het hoofdstuk komt te luiden ‘Kennismigranten’.

A

Paragraaf B15/1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

1 Inleiding

Dit hoofdstuk regelt het verblijf van vreemdelingen die als kennismigrant een bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. Het betreft dus vreemdelingen die verblijf als kennismigrant beogen dan wel in het bezit zijn van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als kennismigrant’. Vreemdelingen die arbeid in loondienst, anders dan als kennismigrant, of arbeid als zelfstandige verrichten, vallen onder het bepaalde in hoofdstuk B5 van de Vreemdelingencirculaire.

In aanvulling op de algemene voorwaarden voor de verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd genoemd in hoofdstuk B1 van de Vreemdelingencirculaire, gelden voor de verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als kennismigrant’ de in dit hoofdstuk neergelegde bijzondere voorwaarden, zoals het overleggen van een verklaring door de werkgever (B15/4.1) en het voldoen aan het looncriterium (B15/5.1).

B

Paragraaf B15/2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

2 Samenhang Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen

Het verbod om vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning te werk te stellen is op grond van artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen niet van toepassing op de tewerkstelling van kennismigranten. De kennismigranten wier werkgevers ingevolge artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen niet langer hoeven te beschikken over een tewerkstellingsvergunning, kunnen voor de duur van maximaal vijf achtereenvolgende jaren in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met verblijf als kennismigrant. Deze beperking is opgenomen in artikel 3.4, eerste lid, onder y, van het Vreemdelingenbesluit.

C

Paragraaf B15/3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

3 De kennismigrant

Voor de definiëring van kennismigranten is in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen gekozen voor een eenduidig en objectief criterium, namelijk het looncriterium.

Het looncriterium is voor kennismigranten die op het moment van de aanvraag dertig jaar en ouder zijn, een bruto jaarloon van € 45.000. Het bedrag met betrekking tot de vreemdeling van dertig jaar en ouder wordt jaarlijks per 1 januari door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid herzien met de procentuele wijziging van het meest recente indexcijfer der CAO-lonen, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Is de kennismigrant jonger dan dertig jaar, dan dient het bruto jaarloon tenminste gelijk te zijn aan het bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Ziekenfondswet dat per 1 januari 2005 is vastgesteld op € 33.000. Verwezen wordt naar de relevante Wijzigingsbesluiten Vreemdelingencirculaire normbedragen die zijn opgenomen in hoofdstuk C2 onder “Bijzonder beleid”.

Laatstgenoemde categorie blijft ook na hun dertigste kennismigrant, zolang de kennismigrant in dienst is van dezelfde werkgever en hij tenminste een bruto jaarloon, gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Ziekenfondswet, verdient.

Voorts worden promovendi, ongeacht hun leeftijd, in dienst van onderwijs- of onderzoeksinstellingen, en daarnaast universitaire docenten en postdoctoralen onder de dertig jaar aangemerkt als kennismigrant. Voor hen geldt geen looncriterium.

Uitgezonderd van verblijf als kennismigrant zijn beroepssporters in het betaalde voetbal, geestelijke voorgangers en godsdienstleraren, en vreemdelingen die werkzaamheden verrichten die geheel of ten dele bestaan in het verrichten van seksuele handelingen met derden of voor derden.

Aan vreemdelingen die voldoen aan het looncriterium dan wel aan de kwalificatie van promovendus, of van universitair docent dan wel postdoctoraal jonger dan dertig jaar, kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan mits de werkgever bij wie zij in dienst treden op grond van een ondertekende verklaring (model M140), is toegelaten tot de kennismigrantenregeling. Zie voor deze verklaring B15/4.1.

D

Paragraaf B15/4 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4 De procedurele aspecten

De toelatingsprocedure met betrekking tot de kennismigranten behelst een versnelde procedure. Dit betekent dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in de regel binnen twee weken na ontvangst van een verzoek om advies of een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning zal beslissen, mits het verzoek of de aanvraag op de voorgeschreven wijze is ingediend, is voorzien van alle vereiste stukken, en geen nader onderzoek is vereist. In enkele hierna te noemen gevallen is de behandeltermijn van twee weken niet van toepassing.

E

Paragraaf B15/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.1 De verklaring van de werkgever (model M140)

Artikel 3.25a Voorschrift Vreemdelingen:

Het model van de verklaring, bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen is opgenomen in bijlage 12a van deze regeling.

Slechts werkgevers die in Nederland gevestigd zijn kunnen een beroep op de kennismigrantenregeling doen. De regeling is niet van toepassing op werkgevers die in het buitenland gevestigd zijn, tenzij tevens sprake is van een vestiging in Nederland. De verklaring dient steeds door de in Nederland gevestigde werkgever te worden ondertekend.

Om in aanmerking te komen voor de versnelde procedure voor toelating van kennismigranten, dient de werkgever een volledig ingevulde en ondertekende verklaring (model M 140) in te dienen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Het gaat hier om de verklaring, bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen.

In deze verklaring geeft de werkgever garanties met betrekking tot onder meer de volledigheid van het verzoek om advies in verband met de afgifte van een mvv of de aanvraag om een verblijfsvergunning die hij ten behoeve van of namens de kennismigrant indient, het voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant door de vreemdeling en het niet ten koste komen van de Nederlandse Staat van het verblijf van kennismigranten. Daarnaast neemt de werkgever de verplichting op zich de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te informeren zodra de situatie van de werknemer zich wijzigt. Doordat de werkgever een aantal verplichtingen op zich neemt, wordt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in staat gesteld de aanvragen om verblijf als kennismigrant via een versnelde procedure af te doen.

Nu de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich verplicht tot een versnelde procedure, is het voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van belang om vast te stellen of het aannemelijk is dat de werkgever de verplichtingen die hij in de verklaring aangaat, ook daadwerkelijk zal (kunnen) nakomen. Daarom dient de werkgever bij de verklaring steeds de volgende stukken te overleggen:

– een bewijs van inschrijving in het Handelsregister, niet ouder dan dertig dagen, verstrekt door de Kamer van Koophandel dan wel een bewijs waaruit blijkt dat inschrijving in het Handelsregister niet verplicht is;

– (indien van toepassing) een bewijs dat het een bekostigde of aangewezen onderwijsinstelling of een van overheidswege direct of indirect, geheel of gedeeltelijk bekostigde of gesubsidieerde onderzoeksinstelling betreft;

– een verklaring betalingsgedrag, afgegeven door de Belastingdienst;

– een verklaring premieafdracht, afgegeven door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).

Als de werkgever verzuimt deze stukken samen met de verklaring te overleggen, worden deze ten behoeve van een versnelde behandeling van verzoeken om advies of aanvragen van kennismigranten die de werkgever in dienst wil nemen, alsnog overgelegd bij het eerste verzoek om advies in verband met de afgifte van een mvv of bij de eerste aanvraag ter verlening van een verblijfsvergunning. De –alsnog- overgelegde stukken worden bij de beoordeling van het verzoek om advies of de verblijfsaanvraag betrokken. Als de stukken niet of niet volledig zijn overgelegd, is de behandeltermijn van twee weken niet van toepassing.

Als de stukken niet of niet volledig zijn overgelegd dan wel de inhoud van de stukken daartoe aanleiding geeft, kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nader onderzoek (laten) doen naar de werkgever. De gebruikelijke behandeltermijn van 2 weken is in het geval van nader onderzoek niet van toepassing.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verstrekt een negatief advies aan de werkgever dan wel wijst de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning af als niet aannemelijk is dat de werkgever de in overgelegde verklaring neergelegde verplichtingen zal (kunnen) nakomen.

De verklaring kan worden verkregen via de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (www.ind.nl), onder de kennismigrantenmodule.

De verklaring dient elektronisch door de werkgever te worden ingevuld. De door de werkgever ingevulde en ondertekende verklaring (de printversie) dient, met de hierboven vermelde stukken, door de werkgever per post te worden verzonden naar:

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Postbus 3022,

2280 GA Rijswijk

Het Loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Als het Loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de volledig ingevulde en ondertekende verklaring, vergezeld van de hierboven genoemde stukken heeft ontvangen, stuurt het loket de werkgever een ontvangstbevestiging. Als de te overleggen stukken geheel of gedeeltelijk ontbreken, wordt de werkgever erop gewezen dat de ontbrekende stukken alsnog in het kader van het eerste verzoek om advies in verband van de afgifte van een mvv dan wel de eerste verblijfsaanvraag dienen te worden overgelegd. Bij de ontvangstbevestiging krijgt de werkgever een toegangscode waarmee hij op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (www.ind.nl) toegang krijgt tot:

– het formulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ (model M141);

– het aanvraagformulier: aanvraag verblijfsvergunning kennismigrant of wijziging beperking zonder mvv (model M58);

– het aanvraagformulier: aanvraag verblijfsvergunning kennismigrant met mvv (model M59).

F

Paragraaf B15/4.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.2 Verzoek om advies

Voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een mvv bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland dient de werkgever in Nederland door middel van het formulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ (model M141) te verzoeken om een advies in verband met het voornemen van de kennismigrant om een mvv aan te vragen in het buitenland.

Het model M141

Het formulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ (model M 141) kan worden verkregen via de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (www.ind.nl), en wel op de kennismigrantenmodule. De werkgever vult het formulier elektronisch in en verzendt het ingevulde en ondertekende formulier (de printversie), vergezeld van de vereiste stukken, per post naar het Loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Gezinsleden

De werkgever kan namens de gezinsleden van de kennismigrant, die verblijf in Nederland bij de kennismigrant beogen, verzoeken om afgifte van een mvv. In dat geval dient de werkgever het verzoek om advies ten behoeve van de gezinsleden gelijktijdig in met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant. De werkgever kan alleen ten behoeve van de echtgeno(o)t(e) of (geregistreerde) partner, alsmede ten behoeve van de minderjarige kinderen die feitelijk behoren tot het gezin, een verzoek om advies indienen. De algemene bepalingen, uitgezonderd de middelen van bestaan, van de hoofdstukken B1 en B2 van de Vreemdelingencirculaire zijn van toepassing, tenzij navolgend anders is bepaald.

De verzoeken om advies ten behoeve van gezinsleden die niet tegelijk met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant worden ingediend, worden door middel van een model M138 ingediend. Het ingevulde formulier dient, vergezeld van de vereiste stukken, per post te worden verzonden naar de Visadienst.

De beslistermijn van twee weken geldt niet voor de verzoeken om advies ten behoeve van de gezinsleden die verblijf bij een kennismigrant beogen en die niet tegelijk met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant zijn ingediend. Deze verzoeken worden niet in behandeling genomen door het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en maken geen deel uit van de versnelde procedure.

G

Paragraaf B15/4.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.3 Aanvraag om een verblijfsvergunning

Artikel 3.26a Voorschrift Vreemdelingen:

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder y, van het Besluit, wordt gedaan door indiening van een formulier van het in bijlage 13 bij deze regeling met de letter b aangeduide model.

Artikel 3.33a Voorschrift Vreemdelingen :

1. De aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

2. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking, genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder s van het Besluit, ingediend bij de korpschef van de politieregio waar de aangifte is gedaan.

3. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder y van het Besluit, ingediend bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

De aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning als kennismigrant wordt door de vreemdeling in persoon dan wel schriftelijk, al of niet door tussenkomst van de werkgever, ingediend bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), en wel door middel van een aanvraagformulier:

– aanvraag verblijfsvergunning kennismigrant of wijziging beperking zonder mvv (model M58); of

– aanvraag verblijfsvergunning kennismigrant met mvv (model M59).

Het verkrijgen van het aanvraagformulier (model M58 of M59)

Het aanvraagformulier kan worden verkregen via de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (www.ind.nl), en wel op de kennismigrantenmodule. Het aanvraagformulier dient elektronisch te worden ingevuld.

De werkgever dient het ingevulde en door de kennismigrant ondertekende aanvraagformulier (de printversie), vergezeld met de vereiste stukken, per post te verzenden naar het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Als de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt, de aanvraag persoonlijk wil indienen bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), maakt hij daartoe een afspraak met het loket.

Gezinsleden

De werkgever of de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt, kan met het formulier voor een aanvraag ter verlening van een verblijfsvergunning voor een kennismigrant (model M58 en M59) tevens een verblijfsaanvraag doen voor de meegereisde echtgeno(o)t(e), (geregistreerde) partner en/of de minderjarige kinderen. Het aanvraagformulier wordt door zowel de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt als door zijn gezinsleden ondertekend.

De aanvragen om een verblijfsvergunning van gezinsleden worden alleen door het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) behandeld als deze gelijktijdig met de aanvraag om een verblijfsvergunning van de kennismigrant zijn ingediend. Als de kennismigrant al in het bezit is van een verblijfsvergunning en zijn gezinsleden op een later moment een aanvraag om een verblijfsvergunning indienen, moeten de gezinsleden hun aanvraag indienen middels de reguliere aanvraagformulieren (model M35-A, dan wel model M35-A-1), die verkrijgbaar zijn bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente van hun woonplaats. Deze aanvraag dient bij de Burgemeester van hun woon- of verblijfsplaats te worden ingediend.

Ook de aanvragen van gezinsleden die gelijktijdig met de aanvraag van de kennismigrant worden ingediend kunnen niet altijd binnen twee weken worden behandeld, bijvoorbeeld omdat andere, buiten de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gelegen procedures zoals inschrijving van het huwelijk in de Gemeentelijke Basis Administratie, moeten worden afgerond voordat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een beslissing kan nemen op de aanvraag.

Wijziging beperking

De beslistermijn van twee weken is niet van toepassing op aanvragen om wijziging van de beperking waaronder eerder een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is verleend in de beperking ‘verblijf als kennismigrant’. Hierbij kan worden gedacht aan het geval dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid in loondienst’, deze beperking wil wijzigen in de beperking ‘verblijf als kennismigrant’.

H

Paragraaf B15/4.3.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.3.1 Leges

Betaling van de door de betrokken vreemdeling(en) verschuldigde leges vindt plaats door de werkgever door middel van een machtiging tot automatische incasso. Deze machtiging wordt door de werkgever bij elke individuele aanvraag afgegeven. Ten behoeve van de automatische incasso geeft de werkgever een Nederlands bankrekeningnummer op. Als de werkgever geen machtiging tot automatische incasso afgeeft bij de aanvraag ontvangt de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt een factuur met een acceptgiro van KPMG ter betaling van de verschuldigde leges. De beslistermijn van twee weken is dan niet van toepassing.

I

Paragraaf B15/4.3.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.3.2 TBC-verklaring

Artikel 3.79 Vreemdelingenbesluit

1. De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Wet, kan slechts op grond van artikel 16, eerste lid, onder e, van de Wet worden afgewezen, indien de vreemdeling niet bereid is een onderzoek naar of behandeling voor tuberculose te ondergaan of daaraan niet meewerkt.

2. De aanvraag kan niet op grond van artikel 16, eerste lid onder e, van de Wet worden afgewezen, indien de vreemdeling de nationaliteit bezit van een bij ministeriële regeling vast te stellen landen.

Bij de aanvraag om een verblijfsvergunning voegt de kennismigrant dan wel voegen de kennismigrant en diens gezinsleden een kopie van de ingevulde en ondertekende TBC-verklaring (model M38) ten aanzien van de bereidheid om een TBC-onderzoek te ondergaan en aan een dergelijk onderzoek mee te werken. De vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt meldt zich met de originele TBC-verklaring tot de GGD voor het ondergaan van een TBC-onderzoek. Op grond van de ondertekende verklaring kan de verblijfsvergunning worden verleend. Achteraf stelt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), op basis van opgave door de GGD, vast of betrokkene aan de verplichting om een TBC-onderzoek te ondergaan heeft voldaan. Indien blijkt dat zulks niet het geval is wordt de vergunning voor verblijf als kennismigrant ingetrokken op grond van het feit dat onjuiste gegevens zijn verstrekt.

J

Paragraaf B15/4.3.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.3.3 Sticker verblijfsaantekeningen algemeen (model M 77-A)

Artikel 3.9 Voorschrift Vreemdelingen

1. Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a, b, d, e, f, g - laatstgenoemde twee onderdelen voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning bedoeld in artikel 14 – alsmede i en l van de Wet blijkt, worden verstrekt door de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

2. Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder c, f, g - laatstgenoemde twee onderdelen voor zover er sprake is van een aanvraag tot het verlenen, verlengen of wijzigen van een verblijfsvergunning als bedoeld in de artikelen 28 en 33 – alsmede j en k van de Wet blijkt, worden verstrekt door de korpschef van het regionale politiekorps van de gemeente waarin de vreemdeling zijn woon- of verblijfplaats heeft.

3. In afwijking van het eerste lid geschiedt de afgifte van documenten of schriftelijke verklaringen waaruit rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder f, van de Wet blijkt - voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid onder y, van het Besluit- door het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

De werkgever neemt contact op met het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor een afspraak om ter plaatse van voornoemd loket de sticker ‘Verblijfsaantekening algemeen’(bijlage 7g Voorschrift Vreemdelingen) in het reisdocument van de kennismigrant(en) en eventuele gezinsleden te laten plaatsen. Daartoe meldt de vreemdeling dan wel de werkgever zich met het paspoort van de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt, en eventuele gezinsleden, bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Indien de kennismigrant in het bezit is van een mvv wordt op de sticker aangetekend: ‘Arbeid toegestaan; tewerkstellingsvergunning niet vereist’. Dit geldt ook voor diens echtgeno(o)t(e) of partner.

Indien de kennismigrant niet over een mvv beschikt wordt de volgende arbeidsmarktaantekening geplaatst: ‘Arbeid niet toegestaan; tewerkstellingsvergunning vereist’. Dit geldt ook voor diens echtgeno(o)t(e) of partner.

Daarna dient de vreemdeling zich bij de gemeente, waarin hij woonachtig is, te vervoegen met het oog op inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie. Afgifte van het verblijfsdocument geschiedt door de gemeente na de inwilliging van de aanvraag.

Voor de kennismigrant die op grond van artikel 17, eerste lid, onder a, Vreemdelingenwet is vrijgesteld van het mvv-vereiste, staat de mogelijkheid open om bij de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland onverplicht een mvv aan te vragen ten einde zijn verblijfsaanspraak vooraf te laten toetsen (zie paragraaf B1/1.2.1). De werkgever in Nederland kan voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een mvv middels het formulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ (model M 141) verzoeken om een advies omtrent de afgifte van een mvv (zie verder paragraaf B15/4.2).

K

Paragraaf B15/5 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5 Looncriterium

L

Paragraaf B15/5.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1 Het looncriterium

Het looncriterium is een bijzondere voorwaarde voor verlening van een verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant en wordt derhalve onderscheiden van het vereiste duurzaam te beschikken over voldoende zelfstandig verworven middelen van bestaan.

De vreemdeling die verblijf beoogt als kennismigrant en die ouder is dan dertig jaar, dient uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst voor één en dezelfde werkgever een bruto jaarloon te ontvangen ten minste ter hoogte van een bedrag dat jaarlijks door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt vastgesteld. Voor 2005 bedraagt dit bedrag € 45.000 bruto per jaar. De vereiste premies en belastingen moeten worden afgedragen.

Het bruto jaarloon van kennismigranten, jonger dan dertig jaar, dient ten minste gelijk te zijn aan het bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Ziekenfondswet. Verwezen wordt naar de relevante Wijzigingsbesluiten Vreemdelingencirculaire normbedragen die zijn opgenomen in hoofdstuk C2 onder “Bijzonder beleid”. Voor 2005 is dit bedrag vastgesteld op € 33.000. Voor de jaarlijkse vaststelling van de hoogte van dit loon geldt wat hierboven is vermeld voor kennismigranten van dertig jaar en ouder.

Op het moment dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning als kennismigrant de leeftijd van dertig jaar bereikt, blijft de vreemdeling, ongeacht de functie die hij vervult, gelet op het gestelde in de toelichting van het Besluit van 28 september 2004 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant, mits hij nog steeds voldoet aan de jaarloonbepalingen die voor hem golden bij de eerste verlening van de verblijfsvergunning als kennismigrant en hij niet van werkgever is veranderd. Indien de vreemdeling na het bereiken van het dertigste levensjaar van werkgever verandert en hij verblijf als kennismigrant blijft beogen, dient hij te voldoen aan het jaarloonvereiste voor vreemdelingen van dertig jaar en ouder zoals door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vastgesteld.

Uitzondering op het looncriterium

Indien de vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt, aan de hand van een arbeidsovereenkomst of een aanstellingsbesluit kan aantonen dat hij werkzaam zal zijn bij een onderwijs- of onderzoeksinstelling als promovendus (ongeacht de leeftijd) of als universitair docent dan wel postdoctoraal jonger dan dertig jaar, kan hem verblijf als kennismigrant worden toegestaan, zonder dat hij hoeft te voldoen aan het looncriterium zoals dat door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vastgesteld voor verblijf als kennismigrant. Alsdan geldt het middelenvereiste onverkort (zie B1).

M

Paragraaf B15/5.1.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1.1 Bestanddelen bruto jaarloon

In tegenstelling tot het middelenvereiste wordt bij de beoordeling van het looncriterium uitsluitend betekenis toegekend aan het loon in geld. Het gaat daarbij om het vaste contractueel overeengekomen en in geld vastgestelde bruto loon. De waarde van niet in geld uitgekeerd loon en de waarde van onzekere loonbestanddelen als overwerkvergoedingen, fooien en uitkeringen uit fondsen worden derhalve niet meegeteld. Vaste toeslagen zoals de vakantietoeslag en een dertiende maand kunnen bij dit bruto loon wel worden meegerekend.

N

Paragraaf B15/5.1.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1.2 Bewijsmiddelen looncriterium

Het beschikken over inkomen uit arbeid in loondienst wordt in het kader van dit beleidsonderdeel aangetoond door het overleggen van:

– een afschrift van de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit; in het geval van een aanstelling als promovendus of universitair docent dan wel postdoctoraal moet in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst dan wel in een bijlage daarbij zijn aangegeven de functieduiding en de functiecode zoals gedefinieerd in het universitair functieordeningssysteem (UFO);

– een ingevulde loonstaat conform de bijlage die is opgenomen in het Handboek Loonheffing en premies werknemersverzekeringen 2004, uitgegeven door de Belastingdienst en UWV, voorzien van een handtekening van de werkgever en een bedrijfsstempel;

– indien in het kader van de zogenaamde 30%-regeling een netto jaarloon wordt uitbetaald dat lager is dan het vereiste bruto jaarloon: een berekening waaruit blijkt wat het bruto loon geweest zou zijn;

– indien sprake is van een overplaatsing in concernverband en geen arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met het in Nederland gevestigde onderdeel dient in ieder geval een verklaring van het (moeder)bedrijf in het buitenland en een werkgeversverklaring van het in Nederland gevestigde onderdeel te worden overgelegd. Uit de verklaring van het moederbedrijf dient te blijken voor welke duur de kennismigrant wordt overgeplaatst en de hoogte van het bruto jaarloon.

In het geval (één van) de in paragraaf 4.1 genoemde bij de verklaring te overleggen stukken niet door de werkgever met de ondertekende verklaring zijn overgelegd, overlegt de werkgever deze alsnog bij het eerste verzoek om advies in verband met de afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf of de eerste verblijfsaanvraag met het oog op een versnelde behandeling en ter beoordeling van de vraag of de werkgever de in het kader van de verklaring aangegane verplichtingen daadwerkelijk zal (kunnen) nakomen.

O

Paragraaf B15/5.1.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1.3 Kortlopende arbeidsovereenkomsten

Indien de vreemdeling beschikt over een arbeidsovereenkomst voor een kortere duur dan één jaar, dient de vreemdeling gedurende de duur van de arbeidsovereenkomst naar rato te voldoen aan het criterium van het bruto jaarloon. De vreemdeling dient derhalve een loon in geld te genieten dat de uitkomst is van de rekensom: geldend looncriterium, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden van de arbeidsovereenkomst.

P

Paragraaf B15/5.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden

5.2 Zelfstandige, voldoende en duurzame middelen

Indien een vreemdeling voldoet aan het looncriterium wordt zondermeer aangenomen dat hij voldoet aan het vereiste om duurzaam te beschikken over voldoende zelfstandig verworven middelen van bestaan.

Indien de vreemdeling niet voldoet aan het looncriterium maar aan de hand van een arbeidsovereenkomst of aanstellingsbesluit aantoont dat hij werkzaam zal zijn bij een onderwijs- of onderzoeksinstelling als promovendus, of als universitair docent dan wel postdoctoraal jonger dan 30 jaar, kan hem verblijf als kennismigrant worden toegestaan maar geldt het middelenvereiste onverkort (zie B1).

Q

Paragraaf B15/6 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6 Geldigheidsduur van de verblijfsvergunning

Artikel 3.57 Vreemdelingenbesluit :

De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt, behoudens artikel 3.68, verleend voor ten hoogste één jaar en kan met ten hoogste één jaar worden verlengd.

Artikel 3.59a Vreemdelingenbesluit :

In afwijking van artikel 3.57 kan de verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met verblijf als kennismigrant als bedoeld in artikel 1d van het besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen worden verleend voor de duur van maximaal 5 jaar.

Artikel 3.68 Vreemdelingenbesluit :

In afwijking van de artikelen 3.57 tot en met 3.67 wordt de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Wet, verleend met een geldigheidsduur die één maand korter is dan de termijn gedurende welke de vreemdeling op grond van een geldig document voor grensoverschrijding kan terugkeren naar het land door welks autoriteiten het is afgegeven.

De verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant wordt verleend voor de duur van de arbeidsovereenkomst tot een maximum van 5 jaar.

De verblijfsvergunning kan voor 5 jaar worden verleend als de vreemdeling, die verblijf als kennismigrant beoogt, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd overlegt. Als de vreemdeling, die verblijf als kennismigrant beoogt, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft wordt de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant voor ten hoogste de duur van de arbeidsovereenkomst afgegeven.

Als de geldigheidsduur van het paspoort van de kennismigrant op de dag waarop de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als kennismigrant wordt ingediend korter is dan de duur van de arbeidsovereenkomst, wordt de verblijfsvergunning voor de duur van één maand korter dan de geldigheidsduur van het paspoort verleend.

De vreemdeling die in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant hoeft geen wijziging van de beperking aan te vragen als hij van werkgever verandert mits nog steeds aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant wordt voldaan.

Gezinsleden

Echtgenoten en partners van kennismigranten krijgen op grond van artikel 3.57 Vreemdelingenbesluit een verblijfsvergunning voor de duur van één jaar. Na één jaar kan op grond van artikel 3:67, eerste lid, onder a ,Vreemdelingenbesluit de verblijfsvergunning worden verlengd voor de duur van vijf jaren (verwezen wordt naar hoofdstuk B2). Voor minderjarige kinderen van kennismigranten wordt tevens verwezen naar het bepaalde in hoofdstuk B2.

R

Paragraaf B15/7 van de Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

7 Beperkingen, arbeidsmarktaantekeningen en voorschriften

Beperking

Indien aan de voorwaarden van het bepaalde in dit hoofdstuk wordt voldaan, wordt aan de vreemdeling op grond van artikel 3.4, derde lid, onder y, van het vreemdelingenbesluit een verblijfsvergunning verleend onder de beperking “verblijf als kennismigrant”.

Arbeidsmarktaantekening

Op het verblijfsdocument wordt de aantekening geplaatst: “Andere arbeid niet toegestaan. Beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht”.

De arbeidsmarktaantekening “andere arbeid niet toegestaan” houdt in dat een vreemdeling, die in het bezit is van een verblijfsvergunning als kennismigrant, uitsluitend arbeid als kennismigrant mag verrichten.

In het geval de kennismigrant drie onafgebroken jaren in het bezit is geweest van een verblijfsvergunning als kennismigrant en hij daarna wijziging van de beperking in arbeid in loondienst aanvraagt, krijgt hij de arbeidsmarktaantekening ”arbeid vrij toegestaan; twv niet vereist”.

Gezinsleden

De verblijfsvergunning aan echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner wordt verleend onder de beperking “verblijf bij echtgeno(o)t(e)/geregistreerd)partner/ouder…(naam). Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist”. De verblijfsvergunning aan minderjarige kinderen wordt verleend onder de beperking “gezinshereniging bij …(naam ouder(s)). Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist”.

Voorschriften

Aan de afgifte van de verblijfsvergunning wordt het voorschrift verbonden de verplichting voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting tenzij de vreemdeling reeds verplicht verzekerd is krachtens de Ziekenfondswet.

S

Paragraaf B15/8 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8 Wijziging van werkgever, zoekperiode, af- en aanmelding en intrekking

T

Paragraaf B15/8.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.1 Wijziging van werkgever

Indien de kennismigrant van werkgever verandert, moet hij nog steeds voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant. Op de nieuwe werkgever rust de verplichting aan het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te melden dat betrokken kennismigrant in dienst is getreden en daarbij een arbeidsovereenkomst, een werkgeversverklaring en een ingevulde loonstaat te overleggen.

Indien de kennismigrant van werkgever verandert en hij een brutoloon verdient dat beneden het aan kennismigranten te stellen looncriterium ligt of andere werkzaamheden dan die als promovendus, universitair docent of postdoctoraal wil verrichten en/of bij een werkgever in dienst treedt die geen verklaring (model M140) in het kader van het kennismigrantenbeleid heeft overgelegd aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wordt zijn verblijfsvergunning ingetrokken dan wel wordt de aanvraag tot het verlengen van de verblijfsvergunning afgewezen. Indien de vreemdeling nog voor het verrichten van arbeid in loondienst in Nederland wil verblijven, kan hij wijziging van de beperking in de beperking “ arbeid in loondienst” aanvragen.

U

Paragraaf B15/8.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.2 Zoekperiode

Indien de arbeidsovereenkomst van de kennismigrant gedurende de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning door de werkgever voortijdig wordt ontbonden, zonder dat de kennismigrant daarvan een verwijt kan worden gemaakt, wordt hem een zoektermijn van drie maanden gegund. De werkgever maakt schriftelijk melding van de beëindiging van het dienstverband bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst is beëindigd geldt een zoekperiode van drie maanden voor de vreemdeling om een nieuwe functie als kennismigrant te verwerven. Indien de vreemdeling erin slaagt opnieuw werk te vinden als kennismigrant doet de (nieuwe) werkgever daarvan schriftelijk mededeling aan het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met overlegging van een arbeidsovereenkomst, een werkgeversverklaring en een ingevulde loonstaat. In het geval dat de kennismigrant een nieuwe werkgever vindt dient deze toegelaten te zijn tot de kennismigrantenregeling op grond van een ondertekende verklaring (model M140) en dient de vreemdeling te voldoen aan het looncriterium, respectievelijk dient hij een functie als promovendus, of universitair docent dan wel postdoctoraal jonger dan dertig jaar te vervullen. Slaagt de vreemdeling er niet in binnen drie maanden een dergelijke functie te vinden dan wordt zijn verblijfsvergunning ingetrokken.

Indien de zoekperiode van drie maanden zich uitstrekt voorbij de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van de kennismigrant dient de kennismigrant om verlenging van zijn verblijfsvergunning als kennismigrant te vragen. Bij de behandeling van de aanvraag zal rekening gehouden worden met de (resterende) zoekperiode die de vreemdeling wordt gegund om een functie als kennismigrant te verwerven. Voor deze aanvraag is de gangbare behandeltermijn van twee weken niet van toepassing. Indien de vreemdeling erin slaagt opnieuw werk te vinden als kennismigrant dient de kennismigrant, dan wel diens (nieuwe) werkgever, daarvan schriftelijk melding te doen met overlegging van een arbeidsovereenkomst, een werkgeversverklaring en een ingevulde loonstaat. In het geval de kennismigrant een nieuwe werkgever vindt, deze is toegelaten tot de kennismigrantenregeling op grond van een ondertekende verklaring (model M140) en de vreemdeling voldoet aan het looncriterium, respectievelijk een functie als promovendus, of universitair docent dan wel postdoctoraal jonger dan dertig jaar vervult, kan de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant worden verlengd. Vindt de vreemdeling geen baan als kennismigrant dan zal de aanvraag tot verlenging worden afgewezen.

Voor de vreemdeling die als promovendus een verblijfsvergunning als kennismigrant aanvraagt geldt dat deze zal worden verleend voor de periode die hij als promovendus aan een universiteit verbonden zal zijn. Na beëindiging van zijn werkzaamheden als promovendus is verlenging van de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant slechts mogelijk indien de promovendus in onmiddellijke aansluiting op zijn verblijf als promovendus een andere functie als kennismigrant verwerft. In dat geval dient hij verlenging van de vergunning voor verblijf als kennismigrant aan te vragen waarbij getoetst zal worden aan het looncriterium.

V

Paragraaf B15/8.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.3 Af- en aanmelding, intrekking

Artikel 4.41 Vreemdelingenbesluit :

Werkgevers, van wie bij Onze Minister bekend is dat zij een vreemdeling in dienst hebben gehad die niet rechtmatig verbleef of aan wie het niet was toegestaan arbeid te verrichten, verstrekken onmiddellijk aan Onze Minister, op diens vordering, de gegevens omtrent de vreemdeling die bij hen tewerkgesteld wordt, in dienst is of in dienst is geweest. Onze Minister kan een termijn stellen waarbinnen de gegevens worden verstrekt.

Artikel 4.43 Vreemdelingenbesluit :

De vreemdeling die rechtmatig verblijft als bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet en die niet langer voldoet aan de beperking waaronder de verblijfsvergunning is verleend, deelt dit onmiddellijk mee aan de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente waar de vreemdeling verblijft is gelegen.

Op de vreemdeling rust de verplichting om onmiddellijk aan de Korpschef melding te maken van het feit dat hij niet meer aan de beperking voldoet. Op de werkgever rust de verplichting om de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) schriftelijk in kennis te stellen van het feit dat de kennismigrant niet langer bij deze werkgever werkzaam is, of niet langer aan het looncriterium voldoet, of niet langer werkzaamheden als promovendus, universitair docent of postdoctoraal vervult. Zie daarvoor ook deel A3/3.3.4, Vreemdelingencirculaire.

De verblijfsvergunning onder de beperking “verblijf als kennismigrant” kan op grond van het bepaalde in artikel 19, Vreemdelingenwet, in samenhang met artikel 18 eerste lid, aanhef en onder g, Vreemdelingenwet, worden ingetrokken als betrokkene niet meer voldoet aan de voorwaarden van de beperking “verblijf als kennismigrant”.

W

Paragraaf B15/9 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

9 Werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid

X

Paragraaf B15/9.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

9.1 Werkloosheid

Werkloosheid is van invloed op de verblijfsrechtelijke positie van kennismigranten die houder zijn van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor verblijf als kennismigrant.

De verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant wordt ingetrokken in het geval de vreemdeling niet langer werkzaam is als kennismigrant, dat wil zeggen wanneer hij niet langer in dienst is van een werkgever die een verklaring in het kader van het kennismigrantenbeleid heeft afgelegd (model M140) en/of niet voldoet aan het aan een kennismigrant te stellen looncriterium of aan de kwalificatie van promovendus, postdoctoraal of universitair docent. Dit is niet het geval wanneer een zoekperiode van drie maanden is toegestaan vanwege niet verwijtbare werkloosheid.

Gedurende de zoekperiode voorziet de kennismigrant zelfstandig in zijn onderhoud. Indien hij gedurende de zoekperiode een beroep doet op publieke middelen kan zijn verblijfsvergunning worden ingetrokken. Indien de kennismigrant werk vindt maar niet als kennismigrant, dient hij een wijziging van de verblijfsvergunning voor arbeid in loondienst aan te vragen. Daarbij wordt getoetst aan de voor arbeid in loondienst geldende voorwaarden (zie hoofdstuk B5).

Y

Paragraaf B15/9.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

9.2 Ziekte en arbeidsongeschiktheid

Ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn van invloed op de verblijfsrechtelijke positie van kennismigranten. Bij ziekte blijft de kennismigrant aan de voorwaarden voldoen zolang er sprake is van een dienstverband met een werkgever die een verklaring heeft afgelegd in het kader van het kennismigrantenbeleid en hij, hetzij vanwege het ontvangen loon, hetzij op grond van een uitkering, hetzij op grond van een combinatie van beide, aan het loonvereiste blijft voldoen.

Indien een kennismigrant na een periode van ziekte arbeidsongeschikt wordt verklaard, geldt het volgende.

Onder een kennismigrant die arbeidsongeschikt is wordt verstaan de vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning als kennismigrant en die een uitkering uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheid geniet. De verblijfsvergunning van de kennismigrant wordt ingetrokken bij volledige arbeidsongeschiktheid. Indien sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (percentage minder dan 80 procent) en de kennismigrant in dienst blijft bij de werkgever dient hij, op grond van de uitkering uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheid en zijn inkomen uit het dienstverband met de werkgever, nog steeds te voldoen aan het looncriterium dat geldt voor verblijf als kennismigrant. Als de kennismigrant gedeeltelijk arbeidsgeschikt is en zijn dienstverband bij de werkgever is beëindigd zonder dat hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt, kan hij gebruik maken van de zoekperiode van drie maanden na de datum waarop het dienstverband (voortijdig) is beëindigd. Indien betrokken vreemdeling er niet in slaagt om in die periode werk te vinden waarmee hij voldoet aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant, wordt de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant ingetrokken. Bij de beoordeling of de gedeeltelijk arbeidsongeschikte vreemdeling voldoet aan het looncriterium dat geldt voor verblijf als kennismigrant wordt een uitkering uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheid meegerekend als bestanddeel van het brutoloon.

Z

Paragraaf B15/10 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

10 Studenten die hun opleiding in Nederland hebben voltooid

Vreemdelingen die met goed gevolg een hogere beroepsopleiding of wetenschappelijke studie in Nederland hebben afgerond, krijgen de mogelijkheid om binnen maximaal drie maanden (zoekperiode) na de datum van voltooiing van de studie of opleiding een functie als kennismigrant te vinden. Het gaat hier om vreemdelingen die op basis van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘studie’ in Nederland hun studie hebben afgerond.

Indien deze drie maanden de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning als student overschrijden, en de vreemdeling gebruik wil maken van de hem toegestane zoekperiode, dient de vreemdeling een aanvraag tot wijziging van de beperking in door middel van een aanvraagformulier (model M 35-A) dat te verkrijgen is bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente van zijn woonplaats. Deze aanvraag dient bij de burgemeester van zijn woon- of verblijfplaats te worden ingediend. Daarbij dient hij een bewijs te overleggen waaruit blijkt dat en per wanneer hij de opleiding succesvol heeft afgesloten. Als de vreemdeling gedurende de aanvraag een beroep doet op de algemene middelen wordt de aanvraag – zonder afwachten van de zoekperiode - afgewezen.

Indien de vreemdeling erin slaagt binnen de periode van drie maanden na voltooiing van zijn opleiding of studie een baan als kennismigrant te vinden, de werkgever op grond van een ondertekende verklaring (model M140) is toegelaten tot de kennismigrantenregeling en de vreemdeling aan het looncriterium voldoet, kan de verblijfsvergunning worden verleend. De vreemdeling dient daartoe zelf, dan wel door tussenkomst van zijn werkgever, de in het aanvraagformulier genoemde bescheiden tijdig, binnen de drie maanden zoekperiode, aan het Loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te sturen. De beslistermijn van twee weken na ontvangst van de aanvraag is niet van toepassing op deze aanvraag.

Indien de vreemdeling er niet in slaagt binnen de toegestane zoekperiode een functie als kennismigrant te verwerven, zal de aanvraag worden afgewezen.

De zoekperiode geldt niet voor vreemdelingen die verblijf hebben voor studie aan voortgezet of beroepsonderwijs. Aan hen is verblijf toegestaan onder meer om een positieve bijdrage aan de ontwikkeling in het land van herkomst te kunnen leveren. Het bieden van een mogelijkheid om zich na beëindiging van de studie aan voortgezet en beroepsonderwijs op een functie als kennismigrant te oriënteren, is niet in overeenstemming met de intentie van het toestaan van verblijf voor studie aan voortgezet of beroepsonderwijs.

Artikel II

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het is geplaatst.

Rijswijk, 14 april 2005.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
namens deze,
het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, P.W.A. Veld.

TOELICHTING BIJ WIJZIGING 2005/19

Algemeen

Bij brief van 25 mei 2004 (Kamerstukken II 2003/2004, 29 200VI, nr. 164) heeft het Kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over haar voornemen met betrekking tot de toelating van kennismigranten. Met inwerkingtreding van het Besluit van 28 september 2004 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met de toelating van kennismigranten (Stb. 2004, 481) en het Besluit van 27 september 2004 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: het Besluit) in verband met kennismigratie, (Stb. 2004, nr. 482) is vanaf 1 oktober 2004 verblijf van vreemdelingen als kennismigrant mogelijk.

Voor de definiëring van kennismigranten voor wie de tewerkstellingsvergunningsplicht vervalt, heeft het Kabinet gekozen voor één eenduidig en objectief criterium, namelijk het looncriterium. Het looncriterium is voor kennismigranten van 30 jaar en ouder op het moment van binnenkomst een bruto jaarloon van € 45.000. Indien de kennismigrant jonger is dan dertig jaar dan dient het bruto jaarloon tenminste gelijk te zijn aan het bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Ziekenfondswet (thans € 32.600). Voorts worden promovendi, ongeacht de leeftijd, in dienst van onderwijs- of onderzoeksinstellingen, universitaire docenten en postdoctoralen onder de 30 jaar aangemerkt als kennismigrant. Voor hen geldt geen looncriterium.

In artikel 1d, tweede lid, van het Besluit van 28 september 2004 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met de toelating van kennismigranten (Stb. 2004, 481) zijn enige uitzonderingen op de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht opgenomen. Het gaat hierbij om professionele voetballers (vanwege de specifieke loonstructuur in de voetbalsector), geestelijken (vanwege het tijdelijke verblijfsrecht dat zij hebben) en vreemdelingen die werkzaamheden als bedoeld in artikel 3 verrichten, zijnde werkzaamheden die geheel of ten dele bestaan in het verrichten van seksuele handelingen met derden of voor derden (vanwege het feit dat dit geen algemeen geaccepteerde arbeid betreft).

De kennismigranten wier werkgevers ingevolge het artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen niet langer hoeven te beschikken over een tewerkstellingsvergunning, kunnen voor de duur van maximaal vijf achtereenvolgende jaren in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met verblijf als kennismigrant. Deze nieuwe beperking is opgenomen in artikel 3.4, eerste lid, onder y, Vreemdelingenbesluit.

Met deze maatregel verwezenlijkt het Kabinet het voornemen dat de kennismigrant voor het verrichten van arbeid in loondienst niet langer een tewerkstellingsvergunning doch uitsluitend een verblijfsvergunning nodig heeft. De ambitie te komen tot één loket, één procedure en één document voor kennismigranten wordt hiermee gerealiseerd. De maatregel houdt in dat alleen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor wat betreft de kennismigranten verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van de toelatingsprocedure tot Nederland en de Nederlandse arbeidsmarkt.

Voor de verdere achtergronden van de invoering van het kennismigrantenbeleid wordt verwezen naar de nota’s van toelichting bij de hiervoor genoemde wijzigingen van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen.

In verband met de kennismigrantenregeling is besloten om een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan deel B van de Vreemdelingencirculaire. Het betreft hier hoofdstuk B15. In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen omtrent de regeling van het verblijf van deze groep vreemdelingen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

namens deze,

het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,

P.W.A. Veld

stcrt-2005-78-p12-SC69626-1.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-2.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-3.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-4.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-5.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-6.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-7.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-8.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-9.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-10.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-11.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-12.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-13.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-14.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-15.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-16.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-17.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-18.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-19.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-20.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-21.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-22.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-23.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-24.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-25.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-26.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-27.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-28.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-29.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-30.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-31.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-32.gifstcrt-2005-78-p12-SC69626-33.gif
Naar boven