Mandaatbesluit LNV Directie Visserij

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 april 2005, nr. TRCJZ/2005/1026, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Directie Visserij (Mandaatbesluit LNV Directie Visserij)

Besluit:

Artikel 1

De directeur en de plaatsvervangend directeur Visserij zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de beschikkingen inzake de Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003;

b. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

c. het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek op het beleidsterrein van de directie;

d. het aangaan van huurovereenkomsten voor bedrijfsvaartuigen en andere huurovereenkomsten die ten dienste zijn van de afdeling rederij;

e. het aangaan van hulp- en bergingsovereenkomsten ten behoeve van schepen van de afdeling rederij;

f. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de directie betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk dient te worden ondertekend.

Artikel 2

De directeur en de plaatsvervangend directeur Visserij, en het hoofd van de afdeling rederij van de directie Visserij zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het verlenen van toestemming tot hulpverlening of berging.

Artikel 3

De directeur en de plaatsvervangend directeur Visserij, het hoofd van de afdeling Visserijregelingen van de directie Visserij, en de procesmanager van de afdeling Visserijregelingen van de directie Visserij zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de beschikkingen inzake het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;

b. de beschikkingen inzake de Regeling visvergunning;

c. de beschikkingen inzake de Regeling contingentering zeevis;

d. de beschikkingen inzake de besluiten, bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, voor zover geen betrekking hebbend op vrijstelling;

e. de beschikkingen inzake de Regeling technische maatregelen 2000;

f. de besluiten, bedoeld in artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977, voor zover het betreft ontheffingen van de Regeling tonnage-meting vissersvaartuigen;

g. de beschikkingen betreffende de goedkeuring van de werkprogramma’s, bedoeld in de Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector;

h. het opleggen van leges als bedoeld in artikel 74 van de Visserijwet 1963;

i. de beschikkingen inzake de Regeling visserij-inspanningen herstelplannen;

j. de beschikkingen inzake de Regeling vangstbeperking;

k. de besluiten, bedoeld in artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977, voor zover betrekking hebbend op ontheffingen van de bepalingen bij of krachtens dat besluit genomen;

l. het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Visserijwet 1963;

m. de besluiten, bedoeld in de artikelen 8 en 11 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985, voor zover geen betrekking hebbend op vrijstellingen;

n. de besluiten, bedoeld in artikel 11 van het Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985, voor zover geen betrekking hebbend op vrijstellingen;

o. het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van visrecht voor alle staatswateren, met uitzondering van die welke in beheer zijn bij het Bureau Beheer Landbouwgronden en het Staatsbosbeheer.

Artikel 4

De ondertekening, bedoeld in artikelen 1 tot en met 3, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE DIRECTEUR VISSERIJ,’

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VISSERIJ,’

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

HET HOOFD AFDELING REDERIJ VAN DE DIRECTIE VISSERIJ,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

HET HOOFD AFDELING VISSERIJREGELINGEN,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PROCESMANAGER AFDELING VISSERIJREGELINGEN,’,

Artikel 5

Het Mandaatbesluit LNV Directie Visserij1 , houdende mandaatverlening aan ambtenaren van de directie Visserij, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit LNV Directie Visserij.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 april 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Als gevolg van een reorganisatie zijn twee voormalige uitvoeringsafdelingen van de directie Visserij (de sector Regelingen Zeevisserij en de sector Visstand- en Visrechtbeheer) samengevoegd tot de nieuwe afdeling Visserijregelingen. Bij dit besluit wordt mandaat verleend aan het Hoofd van de Afdeling Visserijregelingen en de Procesmanager Afdeling Visserijregelingen.

De functies van Hoofd Bedrijfsvoering en Maritieme Zaken en van Hoofd Sector Regelingen Zeevisserij zijn geschrapt.

Omdat de Bijdrageregeling verbetering beroepsbinnenvisserij is ingetrokken kan het mandaat komen te vervallen. De uitvoering van de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002 en de Regeling capaciteitsvermindering rondvisvisserij 2003 is overgedragen aan de Dienst Regelingen. Derhalve kan het mandaat ten aanzien van deze regelingen komen te vervallen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2004, 145.

Naar boven