Wijziging Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende wijziging van de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement (Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement)

13 april 2005

Nr. HDJZ/SCH/2005-953

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaart-politiereglement;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1 van de Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement wordt gewijzigd als volgt:

A

In onderdeel b, vervalt ‘1.21, tweede lid;’.

B

Onder verlettering van de onderdelen c tot en met e, in d tot en met f, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. voor artikel 1.21, tweede lid: de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat in wiens regio een bijzonder transport aanvangt, voor het totale gedeelte van de bij het rijk in beheer zijnde vaarweg of vaarwegen waarop dat bijzonder transport zal varen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

In artikel 1.21, tweede lid, van het Binnenvaartpolitiereglement, wordt bepaald dat een bijzonder transport op een vaarweg slechts is toegestaan met een vergunning van de bevoegde autoriteit van het gedeelte van de vaarweg waarop zal worden gevaren.

Door middel van de onderhavige beschikking wordt als zodanige bevoegde autoriteit de hoofdingenieur-directeur van de regio van Rijkswaterstaat aangewezen waar een bijzonder transport een aanvang neemt. Zijn bevoegdheid als bevoegde autoriteit strekt zich uit tot het totale gedeelte van de vaarweg of vaarwegen dat in beheer is bij het rijk en waarop het bijzondere transport zich zal begeven. Deze hoofdingenieur-directeur is daarmee ook degene die overeenkomstig artikel 1.21, tweede lid, van het Binnenvaartpolitiereglement, na overleg met de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat van een regio waarin het transport zich eveneens zal begeven, de voorschriften vaststelt waaraan dat transport moet voldoen.

Op deze wijze wordt voorkomen dat de initiatiefnemer van een bijzonder transport bij iedere regio van Rijkswaterstaat waarin het transport zich zal begeven apart een vergunning moet aanvragen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven