Wijziging besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 april 2005, nr. TRCJZ/2005/995, houdende wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005 betreffende vrijstellingen van gewasbeschermingsmiddelen voor 17 knelpunten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen de aanvragen van LTO, Plantum NL, Nederlandse Bond van Boomkwekers, Nederlandse Fruittelers Organisatie, Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gezien het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 22 november 2004;

Gezien de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College voor de toelating van Bestrijdingsmiddelen;

Gezien de beoordeling van de aanvragen door de Plantenziektenkundige Dienst;

Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel I

Deel II van de bijlage van het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 december 2004, TRCJZ/2004/6414, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 20051 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel II.G. vervalt de zinsnede ‘prei,’.

2. In onderdeel II.K. wordt het woord ‘Phytophtora’ in de kop vervangen door: Phytophthora.

3. Na onderdeel II.X. worden 17 onderdelen toegevoegd, luidende:

II.Y. Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Ethrel-A

Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon

Toelatingsnummer: 6355 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal (dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 1,2 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2005.

Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

– Niet roken tijdens gebruik.

– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

– Een bescherming voor de ogen dragen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor zure kers.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter spuitvloeistof is daarom aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas en als niet direct regen wordt verwacht.

Toepassingen

Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.

Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.

Dosering

0,75 l middel per ha

II.Z. Knelpunt: Pruim – pruimeroest

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Folicur

Gehalte werkzame stof: 25% tebuconazool

Toelatingsnummer: 11765 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Pruim – pruimeroest

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van pruim vanaf 1 juli tot en met 31 augustus 2005, waarbij langs watergangen de toepassing alleen is toegestaan indien het middel verspoten wordt met een tunnelspuit met maximaal 1000 l water/ha of tussen de boomgaard en de watergang een windsingel is geplaatst.

Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

– Niet roken tijdens gebruik.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor pruim.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel mag in het kader van resistentiemanagement maximaal 3 keer per seizoen worden toegepast.

Toepassingen

Pruim, ter bestrijding van pruimeroest (Tranzchelia pruni-spinosa).

De eerste bespuiting uitvoeren zodra de eerste aantasting zichtbaar wordt. De behandeling afhankelijk van de druk herhalen.

Dosering

0,05% (50 gram middel per 100 liter water)

II.AA. Knelpunt: Boerenkool – bladluis

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Boerenkool – bladluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling van zaden met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boerenkool vanaf 1 mei tot en met 31 juli 2005.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

– Niet roken tijdens gebruik.

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

– Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Na de teelt van boerenkool, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als boerenkool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gaucho is een systemisch insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boerenkool, ter voorkoming van aantasting door melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus percsicae).

Dosering

215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.AB. Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van sluitkool vanaf 1 juli tot en met 30 september 2005, mits

a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;

d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor sluitkool.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van niet-doelwit arthropoden.

Toepassingen

Sluitkool, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 L middel per ha

Volgbespuiting: 1,0 L middel per ha

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.

II.AC. Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.

Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia en de onbedekte bloemzaadteelt vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluitin de Staatscourant tot en met 30 juni 2005.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar. Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij toepassingen na opkomst is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend toepassingen na opkomst. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van bloemenzaad, toepassen voor- en na-opkomst van het gewas eventueel in combinatie met andere middelen.

Dosering

3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS

N.B. voor de toepassingen in de bloemenzaadteelt geldt:

Beproef Goltix WG altijd eerst op een kleine oppervlakte alvorens meerdere plekken te behandelen.

Onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia. Toepassen voor en na opkomst van het gewas, eventueel in combinatie met andere middelen.

Dosering:

3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS.

N.B. Voor alle toepassingen in bloemenzaadteelt en buitenbloemen geldt: Indien hem geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken of het middel wordt verdragen. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.

II.AD. Knelpunt: Sla – valse meeldauw

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Acrobat DF

Gehalte werkzame stof: 667 g/kg mancozeb en 75 g/kg dimethomorph

Toelatingsnummer: 12518 N

Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.

Knelpunt: Sla – valse meeldauw

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 31 oktober 2005 in de onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.) met uitzondering van veldsla.

Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden; vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Niet roken tijdens gebruik.

– Stof niet inademen.

– Spuitnevel niet inademen.

– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.), ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae).

Het tijdstip van de bespuiting is afhankelijk van de infectiedruk en de weersomstandigheden. Bremia lactucae kan zich onder vochtige omstandigheden en temperaturen rond de 20 °C explosief verspreiden. In veel gevallen dient binnen 10 dagen na het planten een bespuiting te worden toegepast. Indien nodig de bespuiting herhalen met een spuitinterval van 7–12 dagen.

Dosering

2,2 kg middel per ha.

II.AE. Knelpunt: Kersen – kersenvlieg

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Danadim Progress

Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat

Toelatingsnummer: 9978 N

Toelatingshouder: Cheminova A/S

Knelpunt: Kersen – kersenvlieg

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van kersen vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2005.

In verband met het off-field risico voor nuttige insecten en mijten is toepassing uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel of dient er gebruik gemaakt te worden van een tunnelspuit of dient tussen aangrenzende percelen en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan twee weken.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

Kersen, ter bestrijding van de kersenvlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens).

Dosering

0,75 liter middel per ha.

II.AF. Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met gebruikmaking van driftreducerende doppen van 90% met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen

in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en vogels. Niet toegestaan is toepassing in gewassen of op plaatsen waar bijen, hommels en vogels actief naar voedsel zoeken. Niet toegestaan is toepassing wanneer er bloeiende gewassen of bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas;

– Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep;

– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen;

– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen;

– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen;

– Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen;

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval van 7–14 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds omdat de kevers ’s nachts actief zijn.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water)

II.AG. Knelpunt: Knolselderij – wantsen

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Perfekthion

Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat

Toelatingsnummer: 6169 N

Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.

Knelpunt: Knolselderij – wantsen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van knolselderij vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2005

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 21 dagen voor knolselderij.

Toepassing met behulp van van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en kan ernstig oogletsel veroorzaken. Bij langdurige blootstelling bij opname door de mond is er gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan na verslikken longschade veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In onbedekte teelt van knolselderij, ter bestrijding van wantsen.

Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.

Dosering

0,5 liter per hectare

II.AH. Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Shirlan

Gehalte werkzame stof: 500 g/l fluazinam

Toelatingsnummer: 12205 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van ginseng vanaf 1 mei tot en met 30 september 2005

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dit middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Niet roken tijdens gebruik.

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

– Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Shirlan, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten.

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Ginseng, ter voorkoming van aantasting door Phytophthora cactorum.

Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas en het weer. Meestal wordt na opkomst van het gewas met de bespuiting begonnen. Afhankelijk van de weersomstandigheden dienen de behandelingen om de 7–10 dagen te worden herhaald.

Dosering

0,4 liter per hectare

II.AI. Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience BV

Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van de zaadproductie en de veredeling van prei vanaf 1 mei tot en met 31 oktober 2005 en in de onbedekte veredelingsteelt van prei vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005 mits:

a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;

d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en andere niet-doelwit-arthropoden. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief worden bezocht door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is giftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In de bedekte en onbedekte veredelingsteelt en de bedekte zaadteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Thrips frankliniella)

Dosering:

Eerste bespuiting: 1,5 L/ha

Volgbespuiting: 1,0 L/ha

De bespuiting zonodig maximaal 3 maal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.AJ. Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen mits alléén toegepast op een niet bloeiend gewas vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van niet-doelwit arthropoden.

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Frankliniella occidentalis).

Alléén toepassen op een niet bloeiend gewas.

Bij aanwezigheid van trips een bespuiting toepassen. De bespuiting zonodig éénmalig na 7 tot 10 dagen herhalen.

Dosering

0,1% (100 ml/100 l water)

Gewasverdraagzaamheid

Indien nog een ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting te worden uitgevoerd teneinde de gewasverdraagzaamheid van het gewas te testen.

II.AK. Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mycotal

Gehalte werkzame stof: 1010 sporen Verticillium lecanii per gram

Toelatingsnummer: 10980 N

Toelatingshouder: Koppert BV

Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005

Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt in acht nemen.

Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

– Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.

– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.

Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas, wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.

Werking

Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor infectie van insecten zorg kunnen dragen.

Klimaatsomstandigheden

De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

relatieve luchtvochtigheid: ≥ 75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;

temperatuur: 18–30°C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na de behandeling.

Bereiding spuitvloeistof

De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20°C in een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik 3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsen.

Spuitapparatuur

Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.

Menging

Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of drie dagen na toepassing van Mycotal.

Toepassingen

Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips

Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer herhalen met een interval van ± 7 dagen.

Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden. Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende gewassen.

Dosering

0,1% (100 gram middel per 100 liter water)

II.AL. Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2005

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

– Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd.

– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

– Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie (P2-voorfilter + A2-koolfilter).

– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten (Eriophyidae).

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.

Dosering:

0,025% (25 ml per 100 liter water).

II.AM. Knelpunt: Meekrap – onkruid

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: LONTREL 100

Gehalte werkzame stof: 100 g/l clopyralid

Toelatingsnummer: 11526 N

Toelatingshouder: Dow AgroSciences BV

Knelpunt: Meekrap – onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van meekrap in de periode van twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 juli.

Het volgende moet in acht worden genomen:

– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding

– Niet roken tijdens gebruik

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van ±15ºC en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25ºC of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.

Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 l/ha

Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.

Toepassingstijdstip.

Stadium van de akkerdistel: ± 15–30 cm, vóórdat de bloemknop is gevormd.

Stadium van de melkdistel: 6 á 10 bladeren.

Dosering:

Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 l water).

Met een veldspuit: 1,5 L/ha voor de te behandelen perceelsgedeelten.

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.

Toepassingstijdstip.

Bij voorkeur spuiten op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.

Dosering

Direct na het planten: volvelds 1,5 L/ha Lontrel 100

Gedurende het groeiseizoen van het gewas: 3 x 0,5 L/ha Lontrel 100.

II.AN. Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Titus

Gehalte werkzame stof: 25% rimsulfuron

Toelatingsnummer: 11393 N

Toelatingshouder: Dupont De Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2005, mits niet meer dan 70 gram middel per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.

Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag op speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium blijkt erg gevoelig.

Toepassingen

Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.

Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het kiemlobstadium.

Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.

Dosering

Maximaal 30 gram/ha per toepassing en maximaal 70 gram/ha per teelt of teeltseizoen. Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.

II.AO. Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV

Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per jaar in de onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2005.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen. Het middel kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;

– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.

– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei, ter bestrijding van onkruiden.

Toepassen na het uitplanten (op kleine onkruiden), eventueel in combinatie met fenmedifam.

Dosering

1 kg Goltix WG per ha

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.

Toelichting

Aanleiding voor het onderhavige besluit

LTO, Plantum NL, de Nederlandse Bond van Boomkwekers, de Nederlandse Fruittelers Organisatie en het Hoofdproductschap Akkerbouw hebben 17 aanvragen tot vrijstelling ingediend op grond van artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (hierna: de wet) voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen voor andere teelten dan waarvoor deze zijn toegelaten. Op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gehouden binnen een redelijke termijn op voornoemde aanvragen te beslissen.

Werkwijze

Dit besluit is een wijziging van het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 december 2004, TRCJZ/2004/6414, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005 (Stcrt. 4). In de toelichting van voornoemd besluit is een beschrijving gegeven van de algemene werkwijze. In de bijlagen van voornoemd besluit staat vermeld welke gewasbeschermingsmiddelen voor welk knelpunt zijn vrijgesteld. Deze bijlagen worden telkenmale na de ontvangst van nieuwe aanvragen aangevuld met nieuwe vrijstellingen voor zover de minister tot verlening van vrijstelling overgaat. Dit bevordert de inzichtelijkheid van de beschikbare vrijstellingen via elektronische databanken zoals www.overheid.nl en www.wetten.nl.

Toetsing van de zeventien aanvragen aan artikel 16aa van de wet

Ten aanzien van de onderliggende aanvragen geldt dat de werkzame stof van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vóór 26 juli 1993 op de Europese markt is gekomen en is opgenomen in een werkprogramma van de Commissie der Europese Gemeenschappen voor onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (Pb L 230) (hierna: de richtlijn). Over de betrokken werkzame stoffen is nog geen communautair besluit genomen. Hiermee wordt derhalve voldaan aan het bepaalde in artikel 16aa, eerste lid, onderdelen a, b, en c, van de wet. Uit het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 22 november 2004 blijkt dat er sprake is van knelpunten in de bestrijding van een ziekte of plaag die niet volgens de methodiek van geïntegreerde bestrijding als bedoeld in artikel 2, onderdeel 13, en artikel 3, derde lid, van de richtlijn, artikel 1, eerste lid, onderdeel n, van de wet en artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit beginselen geïntegreerde gewasbescherming bestreden kunnen worden. Er treden in economisch opzicht onaanvaardbare verliezen op als inzet van een gewasbeschermingsmiddel niet mogelijk is. Daarmee is aangetoond dat het belang van de landbouw de inzet van een gewasbeschermingsmiddel dringend vereist als bedoeld in het eerste lid, aanhef, van artikel 16aa van de wet. Bovendien blijkt uit de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College, dat toepassing van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen onder te stellen voorschriften geen onaanvaardbare gevolgen voor arbeidsveiligheid, volksgezondheid of milieu heeft.

Er zijn gelet op het bepaalde in artikel 16aa van de wet dan ook geen beletselen voor de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vrijstelling te verlenen van de verboden genoemd in de artikelen 2 en 10 van de wet ten behoeve van de bestrijding van de in de aanvragen genoemde ziekte of plaag in de daarbij genoemde teelt voor een in de vrijstelling genoemde periode.

Vervolgprocedure

Het onderhavige besluit is vanwege de aanvang van het teeltseizoen op grond van het bepaalde in artikel 4:11, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht niet voorgelegd aan belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het onderhavige besluit, te weten de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu. In verband met het bepaalde in artikel 4:11, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht is van belang dat beide organisaties in 2004 tweemaal eerder de gelegenheid hebben gehad een zienswijze inzake vrijstellingen in te dienen. In beide gevallen beperkte de zienswijze zich tot de van deze organisaties bekende opvatting inzake de verhouding tussen artikel 16aa van de wet en de bepalingen van de richtlijn.

Voorts heeft de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie heeft haar zienswijze naar voren gebracht in een beroepsprocedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven over het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2004. In haar uitspraak van 22 maart 2005, AWB 04/876, heeft voornoemd college geoordeeld dat de bij deze uitspraak beoordeelde vrijstellingen voldoen aan het gestelde in artikel 16aa van de wet en over de verhouding tussen artikel 16aa van de wet en artikel 8, derde lid, van de richtlijn prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Nu voor de toepassing van artikel 16aa van de wet in de onderhavige beslissing dezelfde werkwijze is toegepast als bij de vrijstellingen die bij de uitspraak van 22 maart 2005 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven beoordeeld zijn, staat deze uitspraak een verdere toepassing van vrijstellingen niet in de weg tot het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen tot een ander oordeel is gekomen.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de in artikel III bedoelde datum, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

De stukken, die ten grondslag liggen aan dit besluit, liggen ter inzage bij de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bezuidenhoutseweg 73, 2594 AC, Den Haag, en de Plantenziektenkundige Dienst, Geertjesweg 15, 6706 EA Wageningen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

voor deze:

de Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

  • 1

    Stcrt. 2005, 4, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 februari 2005 (Stcrt. 37).

Naar boven