Wijziging Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 april 2005, nr. DLB-2573239, houdende wijziging van de Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport ter vaststelling van het beschikbare budget

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 10 van de Welzijnswet 1994 en artikel 3, tweede lid, van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Het beschikbare budget voor het verstrekken van meerjarige uitkeringen ten behoeve van de uitvoering van BOS-projecten die aanvangen in 2006 bedraagt € 30 000 000.

B

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

3. De minister neemt een beslissing op de aanvraag binnen dertien weken na de uiterste datum voor indiening van de aanvraag.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C.I.J.M. Ross-van Dorp.

Toelichting

De Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport maakt het mogelijk gemeenten meerjarige specifieke uitkeringen te verstrekken voor de uitvoering van projecten ter verkleining van achterstanden in de wijk. De regeling biedt drie gelegenheden voor het indienen van aanvragen. De eerste aanvraagronde is 15 december 2004 gesloten. De tweede aanvraagronde sluit 1 april 2005. Met de onderhavige regeling wordt in artikel 3a vastgelegd welk budget er ten hoogste beschikbaar is voor het verlenen van uitkeringen in de tweede aanvraagronde. Dat is € 30 mln. Indien het honoreren van alle aanvragen, die in de tweede ronde zijn ingediend en die voor een uitkering in aanmerking komen, zou leiden tot overschrijding van dat bedrag, wordt de tenderprocedure van artikel 4 van de Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport toegepast. Met de onderhavige regeling wordt de tekst van artikel 5 van de stimuleringsregeling op dat punt aangescherpt: op een aanvraag wordt pas beslist na de uiterste datum waarop het kan worden ingediend. Overigens kunnen aanvragen, die na een eventuele tenderprocedure worden afgewezen, opnieuw ingediend worden in de derde aanvraagronde.

Te zijner tijd zal op vergelijkbare wijze het budget vastgesteld worden voor de derde en laatste aanvraagronde, die 1 april 2006 sluit. Eventuele onderuitputting van het budget voor de tweede aanvraagronde zal betrokken worden bij het bepalen van het beschikbare budget voor de derde aanvraagronde.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C.I.J.M. Ross-van Dorp

  • 1

    Stcrt. 2004, 193.

Naar boven