Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005

Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 april 2005, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/V&V/05/22511, tot verstrekking van een eenmalige tegemoetkoming aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet (Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies en artikel 34, eerste lid, onderdeel e, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. SVB: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

c. AOW: Algemene Ouderdomswet;

d. pensioengerechtigde: degene die recht heeft op ouderdomspensioen in de zin van de AOW.

Artikel 2

Doel verstrekking financiële middelen

Met de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 6, worden de aanspraken op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3, bekostigd.

Artikel 3

Hoogte tegemoetkoming

1. De pensioengerechtigde, bedoeld in artikel 7 van de AOW, aan wie op grond van artikel 31 van de AOW de vakantie-uitkering wordt uitbetaald in het jaar 2005 en die op 1 april 2005 recht op ouderdomspensioen op grond van de AOW heeft, heeft recht op een eenmalige bruto-tegemoetkoming van € 40.

2. De betaling van de tegemoetkoming geschiedt tezamen met de betaling van de vakantie-uitkering met toepassing van artikel 33a van de AOW.

Artikel 4

Tegemoetkoming en remigratie-uitkering

Voor de toepassing van artikel 11 van het Besluit voorzieningen Remigratiewet wordt in het bruto-bedrag van de uitkering ingevolge de AOW niet begrepen de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

Samenhang met Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers

Voor de heffing van de loonbelasting en premies volksverzekeringen wordt deze regeling geacht een bestanddeel te zijn van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers.

Artikel 6

Uitvoering

Deze regeling wordt uitgevoerd door de SVB.

Artikel 7

Financiering en verantwoording

1. In de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling wordt voorzien door een rijksbijdrage aan de SVB.

2. De middelen worden op basis van een raming van de minister ter beschikking gesteld aan de SVB via de rekening-courant bij de Minister van Financiën, die de SVB op grond van artikel 51, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen aanhoudt.

3. De artikelen 49 en 51, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen zijn van overeenkomstige toepassing bij de uitvoering van deze regeling.

4. De SVB zendt uiterlijk vóór 1 juni 2006 op basis van de jaarrekening over 2005 een overzicht van de uitgaven op grond van deze regeling ten laste van de rijksbijdrage.

5. De minister stelt vóór 31 oktober 2006 de rijksbijdrage vast.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 april 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

1. Inleiding

Deze regeling strekt ertoe (mede) invulling te geven aan het besluit van het kabinet om – naar aanleiding van de motie Verburg (Kamerstukken II, 2004/05, 29800 XV, nr. 52) – enkele maatregelen te nemen om de koopkrachtontwikkeling van ouderen met een bescheiden inkomen te ondersteunen.

Daartoe voorziet de onderhavige regeling in een eenmalige tegemoetkoming voor AOW-ers van € 40. Dit bedrag ontvangt iedere AOW-gerechtigde aan wie in de maand mei 2005 de vakantie-uitkering wordt uitbetaald en van wie de AOW-uitkering niet vóór 1 april is geëindigd.

De regeling zal worden uitgevoerd door de Sociale verzekeringsbank (SVB).

2. Grondslag regeling

Deze regeling is gebaseerd op artikel 9 van de Kaderwet SZW-subsidies. Het betreft een aanspraak op financiële middelen die door de minister tijdelijk worden verstrekt vanwege het spoedeisende karakter. Er is sprake van verstrekking door de minister, omdat door middel van een rijksbijdrage de tegemoetkoming wordt bekostigd. De financiële middelen, die de minister verstrekt en waarvoor deze regeling de voorwaarden regelt, hebben tot doel de tegemoetkomingen te financieren (artikel 2).

3. Inhoud van de regeling

De eenmalige tegemoetkoming bedraagt € 40 bruto. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd in de maand mei 2005 tezamen met de vakantie-uitkering. Dit neemt niet weg, dat bepaalde personen, bijvoorbeeld in verband met een schorsing van de uitkering, de vakantie-uitkering en daarmee de tegemoetkoming later kunnen ontvangen. Het bedrag is voor alle AOW-gerechtigden gelijk, ongeacht hun leefsituatie en ongeacht of op de AOW een korting wordt toegepast.

Om te bereiken dat de SVB als inhoudingsplichtige loonbelasting (en premies volksverzekeringen) over de tegemoetkoming inhoudt, is in artikel 5 bepaald dat deze regeling op dat punt geacht wordt deel uit te maken van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers.

In artikel 14, tweede lid, van het Aanwijzingsbesluit Zfw wordt geregeld over welke inkomensbestanddelen door de voor de Ziekenfondswet verzekerde pensioengerechtigde ziekenfondspremie is verschuldigd. Deze premie wordt door de SVB ingehouden op die inkomensbestanddelen. De tegemoetkoming op grond van deze regeling is daarin niet opgenomen. Daarom wordt over de eenmalige tegemoetkoming geen ziekenfondspremie ingehouden.

Het via een ministeriële regeling vormgeven van de eenmalige tegemoetkoming voor AOW-ers garandeert dat in mei 2005 tot uitbetaling kan worden overgegaan en leidt niet tot verstoringen in de gebruikelijke vaststelling van de hoogte van het AOW-pensioen en vakantieuitkering. De onderhavige regeling geldt voor het jaar 2005. In het kader van de besluitvorming over het inkomensbeeld 2006 komt de gewenste hoogte van de tegemoetkoming voor 2006 aan de orde. Dan zal ook worden bezien of voor het jaar 2006 nogmaals voor een vergelijkbare regeling wordt gekozen, of dat een meer structurele invulling van deze tegemoetkoming in de AOW kan worden opgenomen.

4. Samenloop met andere regelingen

Op grond van de Remigratiewet betaalt de SVB periodieke uitkeringen. Op grond van die wet wordt bepaald, dat op die remigratie-uitkering uitkeringen op grond van sociale verzekeringswetten in mindering worden gebracht. In artikel 4 wordt geregeld, dat bij de berekening van de remigratie-uitkering geen rekening wordt gehouden met de eenmalige tegemoetkoming. Daarmee blijft de remigratie-uitkering gelijk en treedt geen nadelig effect op vanwege de tegemoetkoming.

Gelet op artikel 31, onderdeel p, van de Wet werk en bijstand wordt deze tegemoetkoming niet gerekend tot de middelen op grond van die wet.

5. Financiering

Zoals hiervoor aangegeven is deze regeling gebaseerd op artikel 9 van de Kaderwet SZW-subsidies. In de financiering (van de aanspraken op de eenmalige tegemoetkoming) wordt voorzien door het Rijk. De aan de regeling verbonden uitgaven komen ten laste van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De wijze van financieren wordt geregeld in de onderhavige regeling. Dit wordt vormgegeven middels een rijksbijdrage aan de SVB (artikel 2 en artikel 7). De aanpassing van de begroting 2005 wordt in de 1e suppletoire begrotingswet opgenomen. Via de rekening-courant bij Financiën verzorgt de SVB de betaling aan de AOW-gerechtigden (artikel 7, tweede lid). Omdat er sprake is van een rijksbijdrage zal de SVB de uitgaven afzonderlijk moeten registreren en verantwoorden. Dit wordt in dit besluit geregeld door aan te sluiten bij de bepalingen uit de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (artikel 7, derde lid). Aan de hand van de op de jaarrekening gebaseerde opgave (afrekening) van de SVB van de uitkeringslasten kan de definitieve rijksbijdrage worden vastgesteld (artikel 7, vierde en vijfde lid) en vindt eventuele definitieve betaling plaats. Omdat deze regeling in beginsel alleen betrekking heeft op het jaar 2005 zijn de bepalingen over de verantwoording beperkt tot de verantwoording over het jaar 2005.

6. Financiële effecten

Bij de berekening van het budgettaire beslag is vooralsnog uitgegaan van continuering van de regeling in 2006. Hierbij is het volume van het totaal aantal AOW-gerechtigden, dat meerjarig een stijging vertoont, vermenigvuldigd met € 40 per jaar.

Als gevolg van aansluiting op de systematiek van de SVB zijn er geen uitvoeringskosten met betrekking tot uitbetaling van de eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005.

De financiële effecten van de regeling zijn als volgt:

 

2005

2006

2007

2008

2009

Rijksbijdrage

100,7

102,6

104,4

106,7

109,4

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven