Regeling kostenverhaal energie 2005

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 april 2005, nr. WJZ 5020679, houdende uitvoering van artikel 4, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal energie (Regeling kostenverhaal energie 2005)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Besluit kostenverhaal energie;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen die in 2005 verschuldigd zijn voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kostenverhaal energie, zijn:

a. € 1672 voor het verlenen van instemming met een aanwijzing als netbeheerder;

b. € 1672 voor het aanwijzen van een netbeheerder;

c. € 1647 voor het verlenen van een ontheffing van het gebod een netbeheerder aan te wijzen;

d. € 1861 voor het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 95d van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 45 van de Gaswet.

Artikel 2

De bedragen die netbeheerders en gastransportbedrijven en vergunninghouders in 2005 verschuldigd zijn op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit kostenverhaal energie zijn:

a. € 467 271 voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

b. € 416 263 voor de netbeheerder van het landelijk gastransportnet;

c. € 12 473, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal aansluitingen op 31 december 2003 op het door een netbeheerder beheerde net vermenigvuldigd met € 0,09 voor de netbeheerders bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder k, van de Elektriciteitswet 1998, niet zijnde de in onderdeel a genoemde netbeheerder;

d. € 12 473, vermeerderd met een bedrag dat de som is van het aantal aansluitingen op 31 december 2003 op het door een netbeheerder beheerde net vermenigvuldigd met € 0,04, voor de netbeheerders, bedoeld in de artikelen 2, 5 of 6 van de Gaswet, niet zijnde de in onderdeel b genoemde netbeheerder.

Artikel 3

De Regeling kostenverhaal energie 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kostenverhaal energie 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 april 2005.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Op grond van het Besluit kostenverhaal energie zijn in deze regeling de bedragen opgenomen welke op grond van artikel 85 van de Elektriciteitswet en artikel 64 van de Gaswet in 2004 verschuldigd zijn als verhaal van de kosten voor bepaalde uitvoeringswerkzaamheden van de Dienst uitvoering en toezicht energie (verder: DTe) ter uitvoering van deze wetten.

Bij Besluit van 7 februari 2004 tot wijziging van het Besluit kostenverhaal energie in verband met doorberekening van kosten op basis van werkelijk gemaakte kosten (Stb. 81) is het Besluit kostenverhaal energie gewijzigd in die zin, dat de kosten niet langer vooraf worden vastgesteld aan de hand van de begroting van de DTe, maar de vaststelling achteraf plaatsvindt op basis van in het voorgaande jaar werkelijk gemaakte kosten.

Uit de urenadministratie van de DTe kunnen al met ingang van 2003 de afzonderlijk kosten per activiteit worden afgeleid.

Sinds de volledige liberalisering, met ingang van 1 juli 2004, van de markt voor de levering van gas en elektriciteit kennen de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet geen beschermde afnemers meer. In verband hiermee zijn in deze regeling, in tegenstelling tot de voorafgaande jaren, geen bedragen meer opgenomen die worden verhaald op de leveranciers aan beschermde afnemers.

2. Realisatie 2004

De totale kosten van de DTe over het jaar 2004 bedragen € 7.192.358. Deze totale kosten zijn ten opzichte van 2003 gedaald met € 1.182.471.

Op grond van het Besluit kostenverhaal energie worden de werkelijk gemaakte kosten, die voor de DTe zijn verbonden aan de uitoefening van de taken bedoeld in artikel 85 Elektriciteitswet 1998 en artikel 64 van de Gaswet, doorberekend aan de bedrijven. Dit komt neer op € 2.521.451. Dit houdt een daling in ten opzichte van het voorgaande jaar 2003 van € 2.022.767. De vaststelling van de hoogte van de bedragen is gebaseerd op de werkelijk gemaakte directe uren ten behoeve van voornoemde uitvoeringswerkzaamheden gedeeld door het totaal bestede directe uren vermenigvuldigd met de totale kosten. Dit bedrag komt overeen met 35,1% van de totale kosten. In het voorgaande jaar werd op deze wijze nog 54% van de totale kosten van de DTe gedekt. Belangrijkste reden voor deze daling is gelegen in het feit dat werkzaamheden van de DTe meer en meer verschuiven van de regulering en uitvoering naar de handhaving van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De liberalisering van de beide energiemarkten per 1 juli 2004 heeft hier in belangrijke mate aan bijgedragen. Daarnaast is in 2003 meer tijd dan in 2004 besteed aan de herziening en vaststelling van de zogenaamde x-factoren. In 2004 heeft de DTe veel tijd gestoken in de voorbereiding van de tweede reguleringsperiode regionale netbeheerders gas.

De verdeling van de kosten is gebaseerd op de werkelijk bestede directe uren per activiteit voor de desbetreffende categorie bedrijven ten opzichte van het totaal aantal activiteiten.

Dit betekent dat de gemaakte kosten zijn vastgesteld per activiteit en vervolgens zijn toegerekend naar categorie bedrijven respectievelijk aansluiting of afnemer. Daar waar sprake is van activiteiten die uitgevoerd moeten worden voor meerdere categorieën bedrijven, zoals datamanagement of reguleringsmethodiek, zijn activiteiten en uren toegerekend aan bedrijven op basis van de werkterreinen van de betrokken medewerkers.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De bedragen die worden verhaald voor het verlenen van een ontheffing van het gebod een netbeheerder aan te wijzen zijn hoger vastgesteld dan in de Regeling kostenverhaal energie 2004, doordat nu, overeenkomstig het principe dat alle uitvoeringskosten worden verhaald, alle kosten van de behandeling van een verzoek worden verhaald. In het verleden is een deel van deze kosten gedragen door het Ministerie van Economische Zaken. Voor een voortzetting van deze handelwijze is geen aanleiding meer.

Artikel 2

Netbeheerders elektriciteit, onderdelen a en c

De aan netbeheerders in de elektriciteitssector door te berekenen kosten bedragen, op basis van de in het jaar 2004 gemaakte kosten, € 1.366.279. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet wordt voor 2004 € 467.271 in rekening gebracht. Dat is een aanmerkelijke verhoging ten opzichte van het voorgaande jaar toen € 207.819 in rekening is gebracht. De verklaring is met name gelegen in de introductie van certificering bij het vaststellen van de gereguleerde tarieven voor deze netbeheerder. Dit betreft een eenmalige activiteit.

De regionale netbeheerders betalen als vast deel € 12.473. De opbrengst hiervan is € 236.986. Het variabele bedrag voor de regionale netbeheerders bedraagt € 0,09 per aansluiting. Dit bedrag per aansluiting is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren van DTe vermenigvuldigd met de in 2004 gemaakte totale kosten van de DTe.

Netbeheerders gas, onderdelen b en d

De netbeheerders in de gassector betalen op basis van de in het jaar 2004 gemaakte kosten € 1.000.904. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet wordt in 2005 € 416.263 in rekening gebracht. Dat is een aanmerkelijke verhoging ten opzichte van het voorgaande jaar toen € 262.286 in rekening is gebracht. De verklaring is met name gelegen in het aantal directe uren die gemoeid zijn geweest met het ontwikkelen van een reguleringsmethodiek voor de taken van deze netbeheerder.

De regionale netbeheerders betalen op basis van de in het jaar 2004 gemaakte kosten als vast deel € 12.473. De opbrengst hiervan is € 324.296. Het variabele bedrag voor de regionale netbeheerders bedraagt € 0,04 per aansluiting. Dit bedrag per aansluiting is berekend uit het aantal werkelijk bestede uren gedeeld door het totaal aantal uren van DTe vermenigvuldigd met de in 2004 gemaakte totale kosten van de DTe.

Regionale netbeheerders, onderdelen c en d

De vaste bedragen per regionale netbeheerder zijn gebaseerd op de niet-individualiseerbare activiteiten van de DTe zoals de ontwikkeling van de tariefstructuren en voorwaarden, en kennis van energiemarkten. Ervaringen opgedaan door de werkzaamheden van de DTe voor de elektriciteitsmarkt kunnen gebruikt worden bij de werkzaamheden voor de gasmarkt en andersom. In de tariefstelling is er daarom voor gekozen om de kosten van deze niet-individualiseerbare activiteiten evenredig te spreiden over alle netbeheerders. Dit leidt tot gelijke tarieven in artikel 2, onderdelen c en d. De kosten van de overige activiteiten per bedrijfscategorie worden vervolgens verhaald via het variabele deel van het tarief

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven