Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 maart 2005, nr. TRCJZ/2005/178, houdende wijziging van de Regeling handel levende dieren en levende producten ter implementatie van beschikking 2004/825/EG (invoer paardachtigen uit Roemenië)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op beschikking nr. 2004/825/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 november 2004 betreffende maatregelen ten aanzien van de invoer van paardachtigen uit Roemenië (PbEG L 358);

Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 11, onder a, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling handel levende dieren en levende producten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5.8 wordt het volgende artikel ingevoegd:

De kosten van de administratieve procedures, waaronder eventuele laboratoriumtests, met betrekking tot de invoer van paardachtigen overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van beschikking nr. 2004/825/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 november 2004 betreffende maatregelen ten aanzien van de invoer van paardachtigen uit Roemenië (PbEG L 358) komen ten laste van de invoerder.

B

Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het volgende lid wordt toegevoegd:

2. In Nederland gebrachte slachtpaarden, afkomstig uit Roemenië en bestemd voor Nederland, worden geslacht binnen 72 uur na aankomst in het slachthuis en uiterlijk binnen vijf dagen na aankomst in de Europese Gemeenschap.

C

Na artikel 5.10 wordt het volgende artikel ingevoegd:

1. Met betrekking tot in Nederland gebrachte slachtpaarden, afkomstig uit Roemenië en bestemd voor Nederland, wordt de in het veterinair certificaat vermelde transponder in het slachthuis verwijderd en onder toezicht van de VWA vernietigd.

2. De exploitant van een slachthuis registreert van elk in het eerste lid bedoelde dier dat is geslacht, het nummer van het veterinair certificaat, de datum waarop het dier is geslacht en de datum waarop de in het certificaat vermelde transponder is vernietigd en doet hiervan maandelijks verslag aan de VWA.

D

In artikel 10.6, vierde lid, wordt, onder verlettering van onderdelen a en b tot b en c, na de aanhef het volgende onderdeel ingevoegd:

a. de voorwaarden die zijn vastgesteld in en, in voorkomend geval, krachtens artikel 9 van richtlijn 89/556/EEG, indien het runderembryo’s betreft, of

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 maart 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Bij een reeks inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau in Roemenië en bij controles in de lidstaten in erkende grensinspectieposten zijn geregeld tekortkomingen vastgesteld met betrekking tot de omstandigheden waaronder paardachtigen uit Roemenië voor uitvoer naar de lidstaten worden voorbereid en naar hun bestemming worden vervoerd. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft daarom besloten om de vastgestelde maatregelen ter bescherming van de gezondheid van paardachtigen in de Gemeenschap en het welzijn van paardachtigen op het grondgebied van de lidstaten aan te scherpen. Beschikking nr. 2004/825/EG van de Commissie van 29 november 2004 betreffende beschermingsmaatregelen ten aanzien van de invoer van paardachtigen uit Roemenië bevat daartoe een speciale regeling voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen en als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Roemenië.

Artikel 2.39 van de Regeling handel levende dieren en levende producten voorziet in de doorwerking van dergelijke bijzondere Europese invoermaatregelen. De beschikking stelt echter naast eisen aan de invoer ook eisen aan de termijn waarbinnen slachtpaarden uit Roemenië na invoer worden geslacht, aan de verwijdering en vernietiging van transponders na de slacht en legt exploitanten van slachthuizen een verslagverplichting op. Onderhavige regeling strekt ertoe deze voorschriften in de Regeling handel levende dieren en levende producten te implementeren.

Daarnaast kunnen verplicht gestelde tests voor de invoer in Nederland van paardachtigen uit Roemenië alleen worden uitgevoerd bij door Nederland erkende laboratoria. Nederland heeft reeds, ter uitvoering van beschikking nr. 93/197/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PbEG L 86), het Centrale Veterinaire Laboratorium voor Diagnostiek te Boedapest erkend. De bij onderhavige beschikking voor invoer verplicht gestelde tests dienen derhalve door dit laboratorium te worden verricht.

Beschikking 2004/825/EG bevat een verslagverplichting voor exploitanten van slachthuizen ten aanzien van uit Roemenië afkomstige slachtpaarden. Uit Animo, het EU-informatiesysteem waarmee de bewegingen van dieren worden bijgehouden en dat de voorloper is van TRACES, blijkt dat in de periode 2000 tot 2004 geen slachtpaarden uit Roemenië in Nederland zijn ingevoerd. Vanwege het feit dat in Nederland niet of nauwelijks slachtpaarden uit Roemenië worden ingevoerd is te verwachten dat deze verslagverplichting geen feitelijke verzwaring van de administratieve lasten met zich brengt.

Onderdeel D van onderhavige regeling bevat een technische wijziging in verband met een nieuw gezondheidscertificaat voor runderembryo’s dat is vastgesteld bij beschikking nr. 2005/218/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 maart 2005 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderembryo’s in de Gemeenschap. Dit nieuwe certificaat is niet op artikel 10 van richtlijn nr. 89/556/EEG1 gebaseerd, dat de grondslag biedt voor vaststelling van een gezondheidscertificaat, maar op artikel 9 van de richtlijn, dat grondslag biedt voor het stellen van veterinairrechtelijke eisen aan de invoer. Daarom wordt in artikel 10.6 van de Regeling handel levende dieren en levende producten naast een verwijzing naar artikel 10 van de richtlijn ook een verwijzing naar artikel 9 opgenomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 februari 2005 (Stcrt. 44).

Naar boven