Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige
rechten,
Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties
auteurs- en naburige rechten, en de daaruit voortvloeiende taak van het College
om ten minste een maal per jaar vertegenwoordigers van betalingsplichtigen
in de gelegenheid te stellen te worden gehoord;
Gelet op de wenselijkheid om inzicht te verschaffen in de wijze waarop
het College vormgeeft aan deze wettelijke verplichting;
Besluit:
Vast te stellen het volgende reglement inzake hoorzittingen:
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. de Wet: de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en
naburige rechten (Stb. 2003, 111);
b. het College: het College van Toezicht, bedoeld in artikel 2 van de
Wet;
c. belanghebbende: belanghebbende als bedoeld in artikel 14, eerste lid,
van de Wet;
d. collectieve beheersorganisatie: collectieve beheersorganisatie als
bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet.
Artikel 2
1. Ten minste eenmaal per jaar, en voorts zo vaak als het College noodzakelijk
acht, stelt het College vertegenwoordigers van betalingsplichtigen aan collectieve
beheersorganisaties alsmede andere belanghebbenden in de gelegenheid te worden
gehoord tijdens een hoorzitting.
2. Van het plaatsvinden van een hoorzitting wordt mededeling gedaan in
de Staatscourant, onder vermelding van een dagtekening. Het College kan besluiten
om daarnaast personen en organisaties rechtstreeks op de hoogte te stellen
van de hoorzitting.
3. De hoorzitting vindt plaats op een door het College te bepalen plaats
en tijdstip. De hoorzitting vindt niet eerder plaats dan acht weken na de
dagtekening van de mededeling, bedoeld in het tweede lid. In spoedeisende
gevallen kan het College besluiten dat de hoorzitting binnen de termijn van
acht weken plaatsvindt.
Artikel 3
1. Betalingsplichtigen en andere belanghebbenden die wensen gehoord te
worden, maken dit uiterlijk zes weken voor de hoorzitting schriftelijk kenbaar
aan het College, onder opgave van in ieder geval:
a. hun naam en adres,
b. collectieve beheersorganisatie(s) waaromtrent zij gehoord wensen te
worden, alsmede of zij in of buiten aanwezigheid van deze collectieve beheersorganisatie(s)
gehoord wensen te worden, en
c. een korte omschrijving van het onderwerp of de onderwerpen waarover
zij gehoord wensen te worden.
2. Het College beslist over de uitnodiging voor de hoorzitting.
Artikel 4
1. De hoorzitting is niet openbaar. Het College kan besluiten belanghebbenden
buiten aanwezigheid van collectieve beheersorganisaties te horen.
2. De hoorzitting vindt plaats onder leiding van het College.
3. Van de hoorzitting wordt een verslag opgesteld. Dit verslag wordt toegezonden
aan de Minister van Justitie en de personen die tijdens de hoorzitting aanwezig
of vertegenwoordigd waren. Collectieve beheersorganisaties kunnen door het
College in de gelegenheid gesteld worden om te reageren op het verslag.
Artikel 5
In situaties waarin dit reglement niet voorziet beslist het College over
de door hem te volgen werkwijze.
Artikel 6
Het Reglement hoorzittingen College van Toezicht collectieve beheersorganisaties
(Stcrt. 2003, 249) wordt ingetrokken.
Artikel 7
Dit reglement treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en kan worden aangehaald als
Reglement hoorzittingen College van Toezicht Auteursrecht 2005.
Dit reglement wordt in de Staatscourant geplaatst.