Reglement hoorzittingen College van Toezicht Auteursrecht 2005

Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten,

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, en de daaruit voortvloeiende taak van het College om ten minste een maal per jaar vertegenwoordigers van betalingsplichtigen in de gelegenheid te stellen te worden gehoord;

Gelet op de wenselijkheid om inzicht te verschaffen in de wijze waarop het College vormgeeft aan deze wettelijke verplichting;

Besluit:

Vast te stellen het volgende reglement inzake hoorzittingen:

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. de Wet: de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Stb. 2003, 111);

b. het College: het College van Toezicht, bedoeld in artikel 2 van de Wet;

c. belanghebbende: belanghebbende als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet;

d. collectieve beheersorganisatie: collectieve beheersorganisatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet.

Artikel 2

1. Ten minste eenmaal per jaar, en voorts zo vaak als het College noodzakelijk acht, stelt het College vertegenwoordigers van betalingsplichtigen aan collectieve beheersorganisaties alsmede andere belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord tijdens een hoorzitting.

2. Van het plaatsvinden van een hoorzitting wordt mededeling gedaan in de Staatscourant, onder vermelding van een dagtekening. Het College kan besluiten om daarnaast personen en organisaties rechtstreeks op de hoogte te stellen van de hoorzitting.

3. De hoorzitting vindt plaats op een door het College te bepalen plaats en tijdstip. De hoorzitting vindt niet eerder plaats dan acht weken na de dagtekening van de mededeling, bedoeld in het tweede lid. In spoedeisende gevallen kan het College besluiten dat de hoorzitting binnen de termijn van acht weken plaatsvindt.

Artikel 3

1. Betalingsplichtigen en andere belanghebbenden die wensen gehoord te worden, maken dit uiterlijk zes weken voor de hoorzitting schriftelijk kenbaar aan het College, onder opgave van in ieder geval:

a. hun naam en adres,

b. collectieve beheersorganisatie(s) waaromtrent zij gehoord wensen te worden, alsmede of zij in of buiten aanwezigheid van deze collectieve beheersorganisatie(s) gehoord wensen te worden, en

c. een korte omschrijving van het onderwerp of de onderwerpen waarover zij gehoord wensen te worden.

2. Het College beslist over de uitnodiging voor de hoorzitting.

Artikel 4

1. De hoorzitting is niet openbaar. Het College kan besluiten belanghebbenden buiten aanwezigheid van collectieve beheersorganisaties te horen.

2. De hoorzitting vindt plaats onder leiding van het College.

3. Van de hoorzitting wordt een verslag opgesteld. Dit verslag wordt toegezonden aan de Minister van Justitie en de personen die tijdens de hoorzitting aanwezig of vertegenwoordigd waren. Collectieve beheersorganisaties kunnen door het College in de gelegenheid gesteld worden om te reageren op het verslag.

Artikel 5

In situaties waarin dit reglement niet voorziet beslist het College over de door hem te volgen werkwijze.

Artikel 6

Het Reglement hoorzittingen College van Toezicht collectieve beheersorganisaties (Stcrt. 2003, 249) wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit reglement treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en kan worden aangehaald als Reglement hoorzittingen College van Toezicht Auteursrecht 2005.

Dit reglement wordt in de Staatscourant geplaatst.

`s-Gravenhage, 23 maart 2005.
Het College van Toezicht Auteursrecht,
namens deze,
H.F. Dijkstal, voorzitter.

Naar boven