De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 18 november 2004, nr. arc-2004.1462/5);
Besluiten:
Artikel 1
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Financiën en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945–2000’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Artikel 2
De ‘selectielijst voor de neerslag van handelingen van de actoren:
– Minister van Financiën;
– Commissie tot voorbereiding van een herziening van de Comptabiliteitswet 1927;
– Interdepartementale werkgroep herziening van de Comptabiliteitswet 1976;
– Interdepartementaal Overlegorgaan Financieel-Economische Zaken (IOFEZ);
– Interdepartementaal Overlegorgaan Departementale Accountantsdiensten (IODAD);
– Vakministers (de Minister van Financiën als vakminister);
– Vakministers te Londen (de Minister van Financiën als vakminister in Londen)
op het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting (periode 1940–1993)’ (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Financiën, nr. 96.338.RWS/EIB d.d. 3 mei 1996 (gepubliceerd in de Staatscourant 1996, 96 d.d. 22 mei 1996)) wordt ingetrokken, voor wat betreft de handelingen 6, 10, 18, 26, 80, 164, 167, 272, 274, 281, 282, 287, 290, 292, 295, 296, 297, 298, 299, 302, 305, 308, 309, 310, 314, 315, 316, 317, 318, 323, 327, 330, 332, 336, 337, 338, 339, 340, 341, 342, 343, 344, 346, 348, 349, 351, 352, 353, 357, 364, 365, 367, 368, 369, 370, 371, 373 en 377 van de Minister van Financiën.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.