Wijziging Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten en enkele overige wijzigingen

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 maart 2005, nr. TRCJZ/2005/832, houdende wijziging van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten in verband met de vaststelling van de jacht-aktezegels 2005 en enkele overige wijzigingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 38, tweede lid, van de Flora- en faunawet, artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges en artikel 16h van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten1 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

1. De door de korpschef van het regionale politiekorps aan te brengen en te stempelen zegel op een jachtakte als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, van de Flora- en faunawet, geldig van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2006, wordt vastgesteld volgens het model als opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling en is bedrukt op een roze achtergrond (kleuraanduiding PMS 226).

2. De door de korpschef van het regionale politiekorps aan te brengen en te stempelen zegel op een jachtakte als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Flora- en faunawet, geldig van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2006, wordt vastgesteld volgens het model als opgenomen in bijlage 5 bij deze regeling en is bedrukt op een oranje achtergrond (kleuraanduiding PMS 165).

3. De door de korpschef van het regionale politiekorps aan te brengen en te stempelen zegel op een duplicaat jachtakte als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, of artikel 45, eerste lid, van de Flora- en faunawet, geldig van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2006, wordt vastgesteld volgens het model als opgenomen in bijlage 6 bij deze regeling en is bedrukt op een blauwe achtergrond (kleuraanduiding PMS 543).

B

De bijlagen 2 tot en met 6 en 8 tot en met 10 komen te luiden:

Bijlage 2 als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten

stcrt-2005-60-p16-SC69311-1.gif

Bijlage 3 als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten

stcrt-2005-60-p16-SC69311-2.gif

Bijlage 4 als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten

stcrt-2005-60-p16-SC69311-3.gif

Bijlage 5 als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

stcrt-2005-60-p16-SC69311-4.gif

Bijlage 6 als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

stcrt-2005-60-p16-SC69311-5.gif

Bijlage 8 als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

stcrt-2005-60-p16-SC69311-6.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-7.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-8.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-9.gif

Bijlage 9 als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

stcrt-2005-60-p16-SC69311-10.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-11.gif

Bijlage 10 als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

stcrt-2005-60-p16-SC69311-12.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-13.gifstcrt-2005-60-p16-SC69311-14.gif

Artikel II

De onderdelen a en b van artikel 1 van de Vergoedingenregeling leden Commissie bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten2 komen te luiden:

a. voor de voorzitter € 310,–;

b. voor de overige leden € 235,–.

Artikel III

De Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet3 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1b, vijfde lid, wordt ‘genoemd in de bijlagen 5 en 6 bij deze regeling’ vervangen door: genoemd in de bijlagen 5 tot en met 7 bij deze regeling.

B

Aan de regeling wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

Bijlage 7 als bedoeld in artikel 1b, vijfde lid, van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet

1. INSECTEN

Diptera (tweevleugeligen)

– Delia antiqua (Meigen 1826) – uienvlieg (bestraalde mannetjes)

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 maart 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Onderhavige wijzigingsregeling voorziet in aanpassingen van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten, de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet en de Vergoedingenregeling leden Commissie bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten.

Met de wijziging van de Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren jacht-, valkeniers- en kooikersakten in artikel I van de wijzigingsregeling worden de jachtaktezegels vastgesteld voor de periode 1 april 2005 tot en met 31 maart 2006. Tevens worden de modellen van de valkeniers- en kooikersakten opnieuw vastgesteld. In de modellen zijn enkele wijzigingen van technische aard aangebracht ten opzichte van de modellen zoals deze tot op heden golden.

Artikel II voorziet in een aanpassing van de Vergoedingenregeling leden Commissie bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten. De vergoedingen die per vergadering aan de leden van de Commissie worden toegekend, worden verhoogd. De vergoedingen stemmen overeen met de maximale bedragen die ingevolge artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges per vergadering kunnen worden toegekend aan leden van een adviescollege in de zin van de Kaderwet adviescolleges.

In artikel III wordt aan de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet een nieuwe bijlage 7 toegevoegd. Ingevolge artikel 1b, vijfde lid, van de Regeling juncto artikel 16h van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten geldt een vrijstelling van het verbod uit artikel 14 van de Flora- en faunawet voor het uitzetten van exemplaren van de in bijlage 7 genoemde soorten ten behoeve van de bestrijding van ziekten, plagen of onkruiden. De vrijstelling wordt verleend, omdat dieren, behorende tot de in bijlage 7 genoemde soort, regelmatig worden uitgezet in het kader van biologische bestrijding en gebleken is dat de soort geen schade doet aan de inheemse flora- en fauna.

Onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de lasten van burgers en bedrijfsleven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2002, 47.

  • 2

    Stcrt. 1998, 63, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 12 oktober 2001, Stcrt. 2001, 214.

  • 3

    Stcrt. 2002, 51, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 25 januari 2005, Stcrt. 2005, 23.

Naar boven