Tijdelijke vergoedingenregeling bestuur Bureau Financieel Toezicht
3 januari 2005
Nr. 5300921/04/DTR
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 110, vijfde lid, van de Wet op het notarisambt;
Besluit:
Artikel 1
De voorzitter van het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht ontvangt een vaste vergoeding. De salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,1845.
Artikel 2
De overige leden van het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht ontvangen een vaste vergoeding. De salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,1035.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004 en vervalt met ingang van 1 januari 2006.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke vergoedingenregeling bestuur Bureau Financieel Toezicht.
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 januari 2005.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.
Toelichting
In artikel 110, vijfde lid, Wet op het notarisambt is bepaald dat de leden van het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) voor hun werkzaamheden een door de Minister van Justitie vast te stellen vergoeding ontvangen. In de onderhavige tijdelijke regeling wordt deze vergoeding voor de voorzitter en de overige leden van het bestuur voor de jaren 2004 en 2005 vastgesteld.
Het BFT, dat op grond van artikel 110 van de Wet op het notarisambt is ingesteld, houdt toezicht op de nakoming van financiële verplichtingen die bij of krachtens de Wet op het notarisambt en de Gerechtsdeurwaarderswet aan notarissen en gerechtsdeurwaarders zijn opgelegd. Het bestuur van het BFT vergadert dertien keer per jaar en wordt bijgestaan door een directeur die de dagelijkse leiding over het bureau heeft. Een vergadering duurt tenminste een dagdeel. Daarnaast dienen de leden de vergaderingen voor te bereiden waaraan eveneens tenminste een dagdeel wordt besteed. De voorzitter zal naast de vergaderingen regelmatig overleg over de dagelijkse gang van zaken binnen het BFT moeten voeren met de directeur van het bureau.
Gelet op de complexiteit en de zwaarte van de te verrichten werkzaamheden, de reeds verrichte extra werkzaamheden in 2004 en het nog te verwachten meerwerk over de periode 2004–2005 zijn de vaste vergoedingen van de voorzitter en de overige leden van het bestuur vastgesteld op een bedrag dat overeenkomt met een evenredig deel van het jaarsalaris volgens de schalen 18 en 17 van burgerlijke rijksambtenaren. Het deeltijdpercentage voor de voorzitter bedraagt 0,1845 van schaal 18 en voor de overige leden van het bestuur 0,1035 van schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 . Zonder de vergoeding voor de extra werkzaamheden zou het deeltijdpercentage voor de voorzitter 0,123 en voor de overige leden van het bestuur 0,069 bedragen. De deeltijdpercentages zullen in een nieuwe regeling met ingang van 1 januari 2006 opnieuw worden vastgesteld op basis van de gegevens met betrekking tot de werklast over de tweede helft van 2005.
De thans nog geldende Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht (Stb. 2002, 62), die gebaseerd is op het Vacatiegeldenbesluit 1988, zal per 1 januari 2004 worden ingetrokken.