Wijziging Voorschriften pilot verdekte pepperspray
16 maart 2005
Nr. EA2005/53281
DGV/POL/BJZ
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie,
Gelet op artikel 15 van de Bewapeningsregeling politie;
Besluiten:
Artikel I
Artikel 1, onderdeel b van de Voorschriften pilot verdekte pepperspray komt te luiden;
b. ambtenaar: een ambtenaar van politie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Politiewet 1993, werkzaam bij:
1°. de dienst Koninklijke en diplomatieke beveiliging van het Korps landelijke politiediensten,
2°. de Unit probleemgerichte inzet van de dienst Spoorwegpolitie van het Korps landelijke politiediensten, en
3°. de Aanhoudings- en ondersteuningseenheid van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland;
Artikel II
Deze voorschriften treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Deze voorschriften zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.
Toelichting
Besloten is de pilotgroep uit te breiden met het personeel van de Dienst Spoorwegpolitie, meer specifiek de Unit probleemgerichte inzet, van het Korps landelijke politiediensten alsmede met de leden van de Aanhoudings- en ondersteuningseenheid van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland.
Het vergroten van de gebruikersgroep van het alternatieve geweldsmiddel verdekte pepperspray heeft tot doel om meer praktische bevindingen over de toepassingsmogelijkheden en effectiviteit van het geweldsmiddel te kunnen vergaren in een relatief korte tijd.
Gebleken is dat de praktijkbevindingen van de oorspronkelijke pilotgroep vooralsnog beperkt zijn en derhalve nauwelijks informatie hebben opgeleverd over de effectiviteit van het alternatieve geweldsmiddel tijdens een aanhouding of enig ander praktijkoptreden.
Om alsnog ook de beschikking te krijgen over dergelijke evaluatiebevindingen is besloten tot de onderhavige uitbreiding van de pilotgroep met twee gebruikersgroepen die regelmatig in burgerkleding of een anderszins aangepaste uitrusting optreden. Bovendien oefenen zij onder zeer specifieke omstandigheden hun functie uit, zoals bijvoorbeeld in treinen. Dat kan tevens aanvullende informatie opleveren over onder meer de effectiviteit van het middel bij toepassing in besloten ruimtes. Ook het uitproberen van het geweldsmiddel verdekte pepperspray in zeer specifieke trainingssituaties behoort voor deze beide gebruikersgroepen tot de mogelijkheden.
De vastgestelde voorschriften waaronder de pilot wordt uitgevoerd blijven ongewijzigd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W. Remkes
De Minister van Justitie,
J.P.H. Donner