Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoerbedrijven 2002

Besluit van de Minister van Justitie van 15 maart 2005, nr. 5341309/505, tot wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoerbedrijven 2002

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder c, en artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar 20021 wordt als volgt gewijzigd:

Onder de kop ‘maximaal aantal buitengewoon opsporingsambtenaren’ wordt bij de NV Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg Maatschappij (HTM) het aantal van ‘190’ vervangen door: 250.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2007.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH te Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 15 maart 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
Hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden, R.R. Joesoef Djamil.

Toelichting

Bij de HTM te Den Haag zijn momenteel 190 buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam. Als gevolg van intensivering van de controle is verzocht het aantal maximaal aan te wijzen buitengewoon opsporingsambtenaren te verhogen van 190 naar 250.

Onderhavig besluit strekt ertoe deze wijziging in de bijlage bij het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2002 overeenkomstig te wijzigen.

Den Haag, 15 maart 2005

De Minister van Justitie

namens deze:

Hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,

R.R. Joesoef Djamil

  • 1

    Stcrt. 2002, 165; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 december 2004, Stcrt. 2004, 240.

Naar boven