Wijziging diverse regelingen LNV

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 maart 2005, nr. TRCJZ/2005/624, houdende wijziging van de Regeling tarieven Flora- en faunawet en wijziging van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 78 van de Flora- en faunawet, de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies en artikel 4, eerste en tweede lid, van de Regeling bedrijfshervestiging en -beëindiging;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2 van de Regeling tarieven Flora- en faunawet1 komt te luiden:

Artikel 2

1. Voor de afgifte en wijziging van een ontheffing als bedoeld in artikel 75, derde lid, van de wet wordt door de minister aan de aanvrager de volgende vergoeding in rekening gebracht:

a. € 60,–, indien de ontheffing voor de duur van maximaal één jaar wordt verleend;

b. € 100,– indien de ontheffing voor de duur van meer dan één jaar wordt verleend.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt door de minister aan de aanvrager voor de afgifte en wijziging van een ontheffing als bedoeld in artikel 75, derde lid, van de wet een vergoeding van € 300,– in rekening gebracht, indien de ontheffing wordt verleend met het oog op belangen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen e en h tot en met j, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten.

Artikel II

Na artikel 9s van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV2 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 15

Subsidieplafonds Regeling bedrijfshervestiging en -⁠beëindiging

Artikel 9t

1. Het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Regeling bedrijfshervestiging en -⁠beëindiging wordt voor het jaar 2005 vastgesteld op € 4.000.000,–.

2. Het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Regeling bedrijfshervestiging en -⁠beëindiging wordt voor het jaar 2005 vastgesteld op € 1.000.000,–.

Artikel III

Het Besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 19 maart 2003, TRCJZ/2003/2279 houdende vaststelling van subsidieplafonds bedrijfshervestiging en -beëindiging (Stcrt. 57) wordt ingetrokken.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 maart 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling tarieven Flora- en faunawet gewijzigd, worden er subsidieplafonds voor 2005 vastgesteld voor de Regeling bedrijfshervestiging en -beëindiging en wordt het Besluit tot vaststelling van subsidieplafonds voor 2003 voor de Regeling bedrijfshervestiging en -⁠beëindiging ingetrokken. De vaststelling van de subsidieplafonds vindt plaats door middel van wijziging van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV.

Wijziging Regeling tarieven Flora- en faunawet

Ingevolge artikel 75 van de Flora- en faunawet (hierna: de wet ) kan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontheffing verlenen van bepaalde – krachtens de wet – opgelegde verboden. In de – op artikel 78 van de wet gebaseerde – Regeling tarieven Flora- en faunawet (hierna: Regeling tarieven) zijn de tarieven vastgesteld die de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in rekening brengt voor de afgifte van de hiervoor genoemde ontheffingen.

Ingevolge artikel I van deze wijzigingsregeling wordt in aansluiting op de recente wijziging van Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (hierna: het Besluit) thans ook een tarief vastgesteld voor een ontheffing die wordt verleend ten behoeve van de volgende belangen: dwingende redenen van groot openbaar belang, bestendig gebruik, en uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en in de bosbouw en in het kader van ruimtelijke inrichting (de belangen genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen e, en h tot en met j van het Besluit). Bij de genoemde belangen gaat het onder meer om grote infrastructurele projecten waarmee grote bedragen zijn gemoeid. Met de behandeling van de ontheffingsaanvraag ten aanzien van de genoemde belangen zijn hogere kosten gemoeid dan bij de behandeling van ontheffingsaanvragen ten aanzien van andere belangen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling tarieven. Deze hogere kosten rechtvaardigen het hogere tarief van € 300,–. Overigens geldt, dat bij de berekening van de tarieven, bedoeld in artikel 2 van de Regeling tarieven, in het algemeen rekening is gehouden met de gemiddelde benodigde tijd om de aanvraag te beoordelen en de desbetreffende documenten te produceren en met de kosten aan personeel en materiaal bij het verlenen van een document. Bij het in rekening brengen van kosten voor het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling tarieven is slechts gedeeltelijk rekening gehouden met de hierboven genoemde factoren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2001, 220; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 15 december 2004 (Stcrt. 248).

  • 2

    Stcrt. 2004, 100; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 3 februari 2005 (Stcrt. 30).

Naar boven