Wijziging Regeling randapparaten en radioapparaten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 3 maart 2005, nr. EZ-AT/5619088.JZ, houdende wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met eisen voor radioapparaten die bestemd zijn voor deelname aan het automatische identificatiesysteem

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op beschikking nr. 2005/53/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e) van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L 22) en op artikel 6, derde lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling randapparaten en radioapparaten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel f, komt te luiden:

f. beschikking nr. 2005/53/EG: beschikking nr. 2005/53/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e) van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L 22);

B

In artikel 3, vierde lid, worden de woorden ‘beschikking nr. 2003/213/EG’ vervangen door: beschikking nr. 2005/53/EG.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 26 juli 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 maart 2005.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met de implementatie van beschikking nr. 2005/53/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e) van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L 22) (hierna: beschikking nr. 2005/53/EG). Beschikking nr. 2005/53/EG strekt tot uitvoering van artikel 3, derde lid, onderdeel e, van Richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91) (hierna: de richtlijn).

In artikel 3 van de richtlijn zijn de essentiële eisen neergelegd waar randapparaten en radioapparaten aan moeten voldoen. De in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn genoemde essentiële eisen hebben betrekking op de gezondheid en veiligheid van de gebruiker of van anderen en op de elektromagnetische compatibiliteit. Artikel 3, eerste lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, eerste lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten (hierna: het besluit).

De in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn genoemde essentiële eis geldt specifiek voor radioapparaten. Radioapparaten moeten zo zijn geconstrueerd, dat zij het voor aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en de satellietcapaciteit efficiënt gebruiken, zonder schadelijke interferentie te veroorzaken. Artikel 3, tweede lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, tweede lid, van het besluit.

Op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen – naast de in artikel 3, eerste en tweede lid, van de richtlijn neergelegde essentiële eisen – bijzondere essentiële eisen formuleren welke onder meer kunnen inhouden dat randapparaten of radioapparaten zodanig zijn geconstrueerd dat zij geschikt zijn voor bepaalde voorzieningen die de toegang tot alarmdiensten moeten waarborgen (artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de richtlijn). De voorschriften inzake de bijzondere essentiële eisen worden neergelegd in een beschikking van de Commissie. Beschikking nr. 2005/53/EG is één van de beschikkingen die de Europese Commissie op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn heeft vastgesteld. Artikel 6, derde lid, van het besluit biedt de basis voor het stellen van regels ter uitvoering van de voorschriften van de Commissie. Dergelijke regels zijn neergelegd in de Regeling randapparaten en radioapparaten. Ter implementatie van beschikking nr. 2005/53/EG zijn artikel 1, onderdeel f, en artikel 3, vierde lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten aangepast.

Beschikking nr. 2005/53/EG behelst een bijzondere essentiële eis voor radioapparaten, die worden gebruikt in de maritieme mobiele dienst (artikel 1.28 van de radioreglementen van de Internationale Telecommunicatieunie (ITU)) of in de maritieme mobiele satellietdienst (artikel 1.29 van de radioreglementen van de ITU). Deze apparaten moeten zodanig zijn ontworpen dat zij in de beoogde omgeving correct werken. Voorts moeten deze radioapparaten voldoen aan alle operationele eisen van het automatische identificatiesysteem (AIS), zoals neergelegd in hoofdstuk V, voorschrift 19 (voor schepen verplichte navigatiesystemen en -apparatuur), van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (SOLAS-verdrag) van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). AIS is een systeem, dat beoogt bij te dragen aan de maritieme veiligheid.

Ingevolge artikel 3, vierde lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten gold deze bijzondere essentiële eis reeds voor bovenvermelde categorie radioapparaten, wanneer zij op niet-SOLAS-schepen worden gebruikt.

Artikel 3, vierde lid, strekte tot implementatie van beschikking nr. 2003/213/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 maart 2003 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt en om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) (PbEU L81) (hierna: beschikking nr. 2003/213/EG).

Beschikking nr. 2005/53/EG vervangt beschikking nr. 2000/213/EG, met als doel om te bewerkstelligen dat de daarin neergelegde bijzondere essentiële eis met ingang van 26 juli 2005 van toepassing wordt op alle radioapparaten die deelnemen aan het AIS. Daarmee wordt de bijzondere essentiële eis met ingang van 26 juli 2005 ook van toepassing op radioapparaten van kust- en walstations, die deelnemen aan het AIS.

Teneinde beschikking nr. 2005/53/EG in de Nederlandse regelgeving te implementeren, dient de verwijzing in artikel 3, vierde lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten te worden aangepast aan de nieuwe beschikking. De onderhavige wijziging van de regeling voorziet daarin. Zij treedt in werking met ingang van 26 juli 2005.

Administratieve lasten

Ingevolge artikel 3, vierde lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten geldt dat áls radioapparaten worden gebruikt in de maritieme mobiele (satelliet)dienst, deze radioapparaten aan een bijzondere essentiële eis moeten voldoen. Deze bijzondere essentiële eis gold ingevolge artikel 3, vierde lid, van de Regeling randapparaten en radioapparaten reeds voor bovenvermelde categorie radioapparaten, wanneer zij op niet-SOLAS-schepen worden gebruikt. Ingevolge de onderhavige regeling gaat de bijzondere essentiële eis ook gelden voor radioapparaten van kust- en walstations.

Voor degene die de radioapparaten in de handel brengt betekent dit, dat hij moet aantonen dat de voor kust- en walstations bestemde radioapparaten ook aan de bijzondere essentiële eis voldoen. Dit moet blijken uit de achterliggende technische documentatie. De informatieverplichting voor degene die de apparaten in de handel brengt wijzigt als gevolg hiervan slechts marginaal. Aangezien er op dit moment geen Nederlandse fabrikanten van de apparaten zijn, zijn er geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 2000, 90; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 mei 2004 (Stcrt. 92).

Naar boven