Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014

Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 23 februari 2005, nr. WJZ/2005/4952 (8159), houdende vaststelling van subsidieplafonds op grond van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten voor de jaren 2006 tot en met 2015 en voor de jaren 2007 tot en met 2016, alsmede verhoging van de subsidieplafonds voor de jaren 2005 tot en met 2014 (Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2a van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten;

Besluit:

Artikel 1

Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in het jaar 2006 wordt vastgesteld op 4,3 miljoen euro.

Artikel 2

Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in de jaren 2006 tot en met 2015 wordt vastgesteld op 8,442 miljoen euro per jaar.

Artikel 3

Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in de jaren 2007 tot en met 2016 wordt vastgesteld op 8,442 miljoen euro per jaar.

Artikel 4

Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in het jaar 2005, zoals vastgesteld met het Besluit vaststelling subsidieplafonds 2005–2014 onderhoud monumenten, wordt vastgesteld op 4,8 miljoen euro per jaar.

Artikel 5

Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in de jaren 2005 tot en met 2014, zoals vastgesteld met het Besluit vaststelling subsidieplafonds 2005–2014 onderhoud monumenten, wordt vastgesteld op 8,442 miljoen euro per jaar.

Artikel 6

Het Besluit vaststelling subsidieplafonds 2005–2014 onderhoud monumenten wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit strekt er toe om subsidieplafonds vast te stellen voor de subsidieverlening op grond van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten (Brom). Binnen de monumentenzorg wordt gewerkt aan een nieuw instandhoudingsbeleid dat er onder meer op is gericht om de subsidieregelingen binnen de monumentenzorg te dereguleren en te komen tot een regeling die klantvriendelijker, minder ingewikkeld en efficiënter is dan de huidige regelingen. Daartoe is een Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) in voorbereiding dat het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 en het Brom zal vervangen.

Het ontwerp-Brim gaat ervan uit dat subsidie kan worden verleend met ingang van 1 januari 2007. Dit besluit tot vaststelling van subsidieplafonds beoogt te voorkomen dat het voor het Brim beschikbare budget te veel zou worden uitgeput wanneer ten laste van 2006 en volgende jaren nog een groot aantal aanvragen zou worden gedaan om nog voor subsidie op grond van het Brom in aanmerking te komen.

In de Staatscourant van 6 augustus 2004, nr. 149, is eerder het Besluit vaststelling subsidieplafonds 2005–2014 onderhoud monumenten gepubliceerd (Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 juli 2004).

Artikelsgewijs

Artikelen 1 en 2

Het plafond, bedoeld in artikel 1, betreft de aanvragen die tot en met 1 april 2006 kunnen worden ingediend (vergelijk artikel 8 van het Brom).

Het plafond, bedoeld in artikel 2, betreft subsidieaanvragen voor beschermde kerkgebouwen in het kader van het 10-jarig kerkenonderhoud. Hoofdstuk III van het Brom bevat een specifiek subsidieregime voor beschermde kerkgebouwen. Kerkgebouwen kunnen voor subsidie voor een periode van 10 jaar in aanmerking komen. Het plafond, bedoeld in artikel 2, heeft betrekking op aanvragen die vóór 1 oktober 2005 worden ingediend (vergelijk artikel 14 van het Brom).

Overigens zij opgemerkt dat alle in dit besluit opgenomen bedragen voor het 10-jarig kerkenonderhoud inclusief de reeds verleende 10-jarige subsidies zijn. Dat betekent dat het grootste deel van de bedragen reeds verplicht is en dat er dus nog slechts zeer beperkt middelen beschikbaar zijn voor nieuwe subsidieverleningen.

Artikel 3

In artikel 3 wordt het subsidieplafond voor het 10-jarig kerkenonderhoud ook voor de periode 2007–2016 vastgesteld. Dit is nodig omdat niet uitgesloten is dat na 1 oktober 2005 voor de periode vanaf 1 januari 2007 nog aanvragen worden gedaan met betrekking tot de 10-jarige kerkenregeling. In het Brim is er weliswaar in voorzien dat de mogelijkheid vervalt om nieuwe subsidieaanvragen met betrekking tot de 10-jarige kerkenregeling in te dienen, maar niet uitgesloten is dat het Brim niet in werking treedt vóór 1 oktober 2005.

Met betrekking tot het Brim zij overigens wel opgemerkt dat dat besluit – gelet op de beperkte middelen die voor de toepassing daarvan beschikbaar zijn – erin zal voorzien dat niet alle monumenteneigenaren tegelijk subsidie kunnen aanvragen op grond van het Brim. Monumenten zullen geleidelijk onder de reikwijdte worden gebracht. Naar verwachting zal het Brim als laatste op de kerken van toepassing zijn. Zoals gezegd, zal tegelijk met de inwerkingtreding van het Brim de mogelijkheid vervallen om nieuwe subsidieaanvragen voor kerkgebouwen voor 10-jarig kerkenonderhoud in te dienen. Zolang kerken niet onder reikwijdte van het Brim zijn gebracht, blijft daarvoor wel de mogelijkheid op grond van het Brom bestaan van – jaarlijkse – subsidie voor het éénjarig onderhoud.

Artikelen 4, 5 en 6

In de artikelen 4 en 5 worden de eerder vastgestelde plafonds voor 2005–2014 verhoogd. Het plafond voor het 10-jarig kerkenonderhoud wordt vastgesteld op 8,442 miljoen euro per jaar. Het oorspronkelijk vastgestelde bedrag was 5,5 miljoen euro per jaar. Het plafond voor de overige subsidieaanvragen wordt vastgesteld op 4,8 miljoen euro per jaar. Het oorspronkelijke bedrag was 4 miljoen euro per jaar. Omdat nieuwe plafonds worden vastgesteld, kan het Besluit vaststelling subsidieplafonds 2005–2014 onderhoud monumenten worden ingetrokken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.C. van der Laan

Naar boven