De Staatssecretaris van Defensie,
Besluit:
Artikel 1
Definities
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. De Staatssecretaris: de Staatssecretaris van Defensie;
b. UWV: Uitkeringsinstituut werknemersverzekeringen;
c. Uitkeringsregelingen:
– De Kaderwet militaire pensioenen, alsmede het daarop steunende Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. Voor zover na die datum nog noodzakelijk, de voor 1 juni 2001 geldende militaire pensioenwetten en -regelingen;
– De Militaire wachtgeldregelingen 1961 (SBK-Standaard);
– Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (SBK-Standaard);
– Uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (SBK-Standaard);
– Tijdelijk besluit uitstroombevorderende maatregel Defensie (SBK-WG-UBM, burger en militair);
– De Wet houdende bijzondere regels m.b.t. het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen (SBK-WG-UGM);
– Wachtgeld- en uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie bij privatisering;
– Het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel;
– Het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd;
– Het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie;
– De suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie.
Artikel 2
Mandaat
De Staatssecretaris verleent aan UWV het volgende mandaat:
1. UWV is bevoegd om namens de Staatssecretaris besluiten te nemen ter uitvoering en op grond van de uitkeringsregelingen.
2. UWV legt een voorgenomen besluit, voor zover dit voortkomt uit de uitvoering van de uitkeringsregelingen, voor aan de Staatssecretaris indien UWV gerede twijfels heeft over het in een individueel geval toepassen van een uitkeringsregeling en het naar het oordeel van UWV een geval betreft dat grote beleidsmatige of financiële gevolgen kan hebben voor het Ministerie van Defensie, dan wel kan leiden tot precedentwerking.
3. De Staatssecretaris verleent mandaat aan het hoofd van de afdeling van UWV die expliciet is belast met de afdoening van bezwaar en beroep ten aanzien van de uitkeringsregelingen, om te beslissen op bezwaarschriften aangaande ingevolge het eerste lid van dit artikel genomen besluiten, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.
4. UWV is bevoegd om inzake de uitvoering van de uitkeringsregelingen namens de Staatssecretaris in rechte op te treden en om namens de Staatssecretaris tegen rechterlijke uitspraken ter zake al dan niet hoger beroep of cassatie in te stellen. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanzienlijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent UWV deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van de Staatssecretaris. UWV is in dat geval bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep of cassatie in te stellen.
5. UWV is bevoegd tot het schriftelijk verlenen van ondermandaat aan bij UWV in dienst zijnde functionarissen. UWV houdt een register bij van verleende ondermandaten. Het register bevat de namen van de functionarissen van UWV die op basis van het ondermandaat besluiten kunnen nemen, alsmede gegevens omtrent de inhoud van het ondermandaat.
Artikel 3
Ondertekening
De stukken die op grond van dit besluit worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:
De Staatssecretaris van Defensie,
voor deze:
………………… (de functie van de ondertekenaar)
………………… (handtekening en naam van de functionaris).
Artikel 4
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van datum ondertekening en werkt terug tot en met 1 april 2004 onder gelijktijdige intrekking van het Mandaatbesluit uitvoering aanvullende defensieregelingen c.a. van 14 december 2001.