Intrekking Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht

Besluit van 23 december 2004, nr. 01.005178, tot intrekking van de Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 8 december 2004, nr. 5309590/04/DTR;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 (Stb. 1988, 205);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2004 Beatrix.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht, bedoeld in artikel 110, eerste lid, Wet op het notarisambt, ontvangt thans zijn vergoeding op grond van het Besluit van 1 november 2001 tot vaststelling van de Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht (Vergoedingenregeling Bestuur Bureau Financieel Toezicht). Dit besluit is gebaseerd op het Vacatiegeldenbesluit 1988. In artikel 110, vijfde lid, Wet op het notarisambt is evenwel bepaald dat de leden van het bestuur van het BFT een door de Minister van Justitie vast te stellen vergoeding ontvangen. Dit is de reden dat de op het Vacatiegeldenbesluit gebaseerde Vergoedingenregeling wordt ingetrokken. Daarvoor in de plaats komt een nieuwe regeling op grond van artikel 110, vijfde lid, Wet op het notarisambt: de Tijdelijke vergoedingenregeling bestuur Bureau Financieel Toezicht.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven