Verkeersbesluit te water Hollandsch Diep

Aanleg van een baggerspeciedepot in het Hollandsch Diep

18 februari 2005

Nr. AVS-2005-27

Rijkswaterstaat Zuid-Holland

De Minister van Verkeer en Waterstaat;

De hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat Zuid-Holland maakt bekend, dat voornoemde Minister het voornemen heeft om in het Hollandsch Diep, rondom de Sassenplaat, globaal het gebied gelegen tussen de HD 31, HD 47, ZHD 3 en ZHD 9, een baggerspeciedepot aan te leggen.

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. `hoofdingenieur-directeur', de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

2. `het hoofd scheepvaartzaken', het hoofd van de afdeling Scheepvaartzaken van de Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam;

Vereiste van besluit

Op grond van het bepaalde in artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer kunnen voor scheepvaartwegen waar verkeerstekens, die een gebod of een verbod dan wel een aanbeveling of een inlichting bevatten, niet doelmatig zijn, worden vervangen door een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken.

Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a. sub 1 van de Scheepvaartverkeerswet ben ik bevoegd dit besluit te nemen.

Het betrokken vaarweggedeelte op het (Zuid) Hollandsch Diep is in beheer bij het Rijk en is gelegen binnen de gemeente Moerdijk.

Procedure

Door mij is een openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht gevolgd. Reden hiervan is, dat ik er vanuit ga dat belanghebbenden door het nemen van dit besluit redelijkerwijs in hun rechten zouden kunnen worden aangetast.

Belangenafweging en motivering

Voor het op de gewenste diepte brengen en houden van de diverse rivieren in het beheersgebied van de Rijkswaterstaat, is het noodzakelijk maatregelen te treffen voor het tijdelijk opslaan van de hieruit vrijkomende baggerspecie. Gelet op het voornoemde is het voornemen om ter hoogte van de Sassenplaat gedeeltelijk in het vaarwater van het Hollandsch Diep, binnen de gemeente Moerdijk, een baggerspeciedepot aan te leggen.

Voor het aanleggen van bedoeld baggerspeciedepot is het met het oog op de uit te voeren werkzaamheden, de veiligheid van de daarbij betrokken mensen en vaartuigen en een zo ongestoord mogelijke voortgang van het scheepvaartverkeer, noodzakelijk verkeersmaatregelen te nemen.

De verkeersmaatregelen omvatten onder meer het noordwaarts verleggen van de zuidelijke vaarweg grens, het instellen van een werkgebied en een algemeen vaarverbod in dat gebied voor niet bij de werkzaamheden betrokken verkeersdeelnemers.

De Rijkswaterstaat behoudt de mogelijkheid indien er een gevaar bestaat voor een vlotte en veilige vaart ten gevolge van nautische ontwikkelingen of mogelijke andere omstandigheden dit besluit aan te passen.

Zienswijze

Naar aanleiding van de vooraankondiging is door belanghebbende(n) de volgende zienswijze naar voren gebracht:

Koninklijke Schuttevaer

Door de aanleg van het baggerdepot rondom de Sassenplaat in het Hollandsch Diep zullen een aantal verkeersmaatregelen genomen worden, welke in ogen van Koninklijke Schuttevaer de veiligheid en vlotheid van de doorgaande scheepvaart niet in gevaar zullen brengen.

Het is in onze ogen dan ook geen probleem om het werkgebied, zijnde een afgebakend gedeelte van het Hollandsch Diep en het Zuid-Hollandsch Diep zoals door u beschreven in besluit, tijdelijk uitsluitend bestemd te maken voor de bij de aanlegwerkzaamheden betrokken vaartuigen en werktuigen. Tevens is het instellen van een tijdelijk vaarverbod voor niet bij de werkzaamheden betrokken vaartuigen binnen het werkgebied naar ons inziens niet problematisch.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen neem ik een besluit om in het Hollandsch Diep, rondom de Sassenplaat, globaal het gebied gelegen tussen de HD 31, HD 47, ZHD 3 en ZHD 9, een baggerspeciedepot aan te leggen en daartoe de volgende verkeersmaatregelen te nemen:

1. aanpassen van de hoofdmarkering van het Hollandsch Diep en Zuid Hollands Diep,

2. gedurende de werkzaamheden de aanvullende markering, gelegen aan de noordzijde van de Sassenplaat niet uit te leggen,

3. aanwijzen van een werkgebied, zijnde een afgebakend gedeelte van het Hollandsch Diep en Zuid Hollands Diep, wat uitsluitend is bestemd voor bij de aanlegwerkzaamheden betrokken vaartuigen en werktuigen

4. instellen van een vaarverbod voor niet bij de werkzaamheden betrokken vaartuigen binnen het werkgebied, behoudens met toestemming van de bevoegde autoriteit.

Nadere bijzonderheden over de werkzaamheden en de onder punt 1 t/m 4 genoemde verkeersmaatregelen worden bij Bekendmaking aan de Scheepvaart bekendgemaakt.

Het verkeersbesluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
De hoofdingenieur-directeur,
namens deze,
Hoofd Scheepvaartzaken,
R.J. Hagman.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat Zuid Holland, t.a.v. het hoofd van de Hoofdafdeling Bestuur en Juridische zaken ( RX) Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Indien het bezwaarschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

a. de naam en adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en nummer van het besluit en;

d. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overlegd.

Indien het verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde president een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierechten geheven. De griffier van de betrokken Rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Naar boven