Organisatiebesluit Concernstaven

10 januari 2005

Nr. P&O2004/74680

Directie Personeel en Organisatie

De secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4:2 van het Organisatiebesluit BZK 2004;

Besluit:

Paragraaf 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

– ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

– minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2

Toepassingsbereik

Artikel 2

Dit besluit heeft betrekking op de Concernstaven, genoemd in het Organisatiebesluit BZK 2004.

Paragraaf 3

Dienst Financieel-economische Zaken en Control

Artikel 3:1

De dienst heeft tot taak

a. het (doen) vertalen van centrale kaders en richtlijnen in specifieke voorschriften en procedures:

I. het stellen van kaders voor de VBTB-begroting en werkafspraken en

II. het verbeteren van de kwaliteit van de VBTB-begroting en de werkafspraken;

b. het regisseren van de uitvoering van de integrale departementale P&C-cyclus ten aanzien van:

I. het financieel-economische beeld van het ministerie;

II. het budgettaire beeld van het ministerie;

III. het proces van voorbereiding, totstandkoming en verantwoording van de begroting en de meerjarenraming;

c. het beoordelen van beleidsvoorstellen op samenhang tussen inhoudelijke doelstellingen en middeleninzet, inclusief de advisering aan de bewindslieden, secretaris-generaal en de bestuursraad;

d. het (doen) verrichten van internal audits (bedrijfsvoeringsonderzoeken) en doelmatigheidsonderzoeken;

e. het BZK-breed toetsen van de producten in het kader van de begroting, beleid en beheer en het adviseren van de politieke en ambtelijke top hierover;

f. het (inhoudelijk) bewaken van (de voortgang van) Algemene Rekenkamer-onderzoeken binnen de lijn en het adviseren terzake aan de secretaris-generaal en de bewindslieden;

g. het voeren van overleg namens het departement met het ministerie van Financiën over alle begrotings- en verantwoordingsaangelegenheden;

h. het zorgdragen voor de totstandkoming, indiening en beheersing van de begrotingen van de directoraten-generaal;

i. het zorgdragen voor een adequaat financieel-economisch beheer voor het ministerie;

j. het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden (financieel administratieve) processen binnen het ministerie;

k. het leveren van bijdragen aan strategieontwikkeling en doorvertaling hiervan in het financieel-economische beleid op concernniveau;

l. het coördineren van het opstellen van de begroting, waaronder het in samenwerking met de leden van de ministerstaf opstellen van de beleidsagenda respectievelijk het beleidsverslag in het kader van de verantwoording;

m. het zorgdragen voor advisering over en beoordeling van processen, informatiestromen, inzet van middelen, doelmatigheid en doeltreffendheid;

n. het adviseren van de secretaris-generaal en de bewindslieden ten aanzien van bijzondere vraagstukken op concernniveau.

Paragraaf 4

Bureau Secretaris-Generaal

Artikel 4:1

Het Bureau Secretaris-Generaal bestaat uit de onderdelen:

a. de sector Beleid (BEL);

b. de sector Secretariaten (SEC);

c. de sector Administratie, Informatievoorziening en Beheers- en beleidsondersteuning (AIB);

d. de beveiligingsambtenaar (BVA);

e. het bureau Strategische Kennisontwikkeling (SKO).

Artikel 4:2

De sector Beleid heeft de volgende taken:

a. het uitoefenen van de secretarisfunctie voor en het adviseren aan de bewindslieden onder verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal;

b. het procesmatig ondersteunen van de politieke en de ambtelijke leiding;

c. het ondersteunen van de secretaris-generaal in diens taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de staatsrechtelijke kennis binnen het departement;

d. het behartigen en coördineren van ad hoc activiteiten met hoge politiek relevantie.

Artikel 4:3

De sector Secretariaten heeft tot taak het voeren van het secretariaat van en het leveren van managementondersteuning aan de bewindspersonen, de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal.

Artikel 4:4

1. De sector Administratie, Informatievoorziening en Beheers- en beleidsondersteuning staat onder leiding van een hoofd.

2. De sector heeft de volgende taken:

a. het coördineren van de stukkenstroom;

b. het beheren van de bedrijfsvoeringapplicaties;

c. het beleidsmatig en beheersmatig ondersteunen van de plaatsvervangend secretaris-generaal;

d. het beheersmatig ondersteunen van het bureau Strategische Kennisontwikkeling;

e. het voeren van het secretariaat van en het leveren van managementondersteuning aan het bureau secretaris-generaal;

f. het ontwikkelen van beheren van de parlementaire monitor.

Artikel 4:5

1. De Beveiligingsambtenaar heeft de volgende taken:

a. het beleidsmatige afstemmen en coördineren van de verschillende aspecten van de beveiliging;

b. het toezicht houden op de uitvoering van de beveiliging;

c. het verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van staatsgeheimen;

d. het fungeren als aanspreekpunt voor alle aspecten die samenhangen met vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken;

e. het adviseren en ondersteunen bij de integrale beveiliging.

2. Bovengenoemde taken of delen daarvan worden door de plaatsvervangend Beveiligingsambtenaar uitgeoefend voor zover hij hiermee door de Beveiligingsambtenaar is belast.

Artikel 4:6

1. Het bureau Strategische Kennisontwikkeling staat onder leiding van een hoofd.

2. Het bureau heeft de volgende taken:

a. het ontwikkelen en implementeren van een departementale benadering voor strategische agendavorming in samenspraak met de departementsonderdelen;

b. het versterken van de strategische kennisfunctie van het ministerie ter ondersteuning van het (de)centrale proces van strategische agendavorming door onderzoek, onderzoeksprogrammering, netwerkontwikkeling en kennisuitwisseling.

Paragraaf 5

Auditdienst

Artikel 5:1

De Auditdienst bestaat uit de volgende onderdelen:

a. het Bedrijfsbureau (BB);

b. de discipline Financial Audit (FA);

c. de discipline ICT-audit (IT);

d. de discipline Operational Audit (OA).

Artikel 5:2

1. Het Bedrijfsbureau staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Bedrijfsbureau heeft de volgende taken:

a. het zorgdragen voor de secretariële en administratieve ondersteuning van de dienst;

b. het zorgdragen voor de interne bedrijfsvoering van de dienst;

c. het beleidsmatig ondersteunen van de leiding van de dienst.

Artikel 5:3

1. De discipline Financial Audit is de verantwoordelijkheid van een tweetal auditmanagers.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het verstrekken van mededelingen over de getrouwheid van financiële en andere verantwoordingen;

b. onderzoek doen naar de kwaliteit van het (financiële) beheer, voor zover dit zijn weerslag vindt in deze verantwoordingen;

c. het uitvoeren van reviews op grond van wettelijke bepalingen of andere afspraken;

d. overige assurance services.

Artikel 5:4

1. De discipline ICT-audit is de verantwoordelijkheid van een auditmanager.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het rapporteren en adviseren over de ICT-informatiestrategie, het ICT-beheer, de ICT‑infrastructuren en informatiesystemen, zowel in ontwikkeling als in productie;

b. het optreden als de onafhankelijke deskundige, bedoeld in het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst;

c. het op verzoek van derden verstrekken van mededelingen met betrekking tot opzet en bestaan van geautomatiseerde systemen.

Artikel 5:5

1. De discipline Operational Audit is de verantwoordelijkheid van een auditmanager.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het onderzoeken van en adviseren over de kwaliteit van de sturings- en beheersingsprocessen in samenhang met de primaire en ondersteunende processen (bedrijfsvoering);

b. het ad hoc beoordelen en doorlichten;

c. het uitvoeren van aspect-audits gericht op de naleving van centrale beheerskaders.

Paragraaf 6

Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving

Artikel 6:1

De directie bestaat uit de onderdelen:

a. de afdeling Wetgeving Staatsinrichting en grondrechten (WSG);

b. de afdeling Wetgeving Veiligheid en Openbaar bestuur (WVOB);

c. de afdeling Constitutioneel Beleid (CB);

d. de afdeling Juridisch Adviseur (JA);

e. het bureau Ondersteuning en Kennismanagement (OK).

Artikel 6:2

1. De afdeling Wetgeving Staatsinrichting en grondrechten staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft tot taak het concipiëren van de wet- en regelgeving (beperkt tot algemeen verbindende voorschriften), met inbegrip van internationale regelgeving, op het gebied van constitutionele zaken, informatie en de institutionele organisatie op Rijksniveau.

Artikel 6:3

1. De afdeling Wetgeving Veiligheid, Decentrale Overheid en Personeel staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling sector heeft tot taak het concipiëren van de wet- en regelgeving (beperkt tot algemeen verbindende voorschriften), op de terreinen van het management van de openbare sector, van het Nederlands openbaar bestuur en van de openbare orde en veiligheid, met inbegrip van internationale regelgeving.

Artikel 6:4

1. De afdeling Constitutioneel Beleid staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft de taak beleid te ontwikkelen en te adviseren over de constitutionele aspecten van het beleid op het terrein van:

a. de staatkundige verhoudingen binnen het koninkrijk;

b. de staatsinrichting in brede zin;

c. de klassieke en sociale grondrechten;

d. de positie van het staatshoofd, de adeldom, de regering en het parlement, de ministeriële verantwoordelijkheid, de scheiding der staatsmachten, de herzieningsprocedure van de Grondwet en de betrokkenheid van de burger bij het democratisch bestuur;

e. de inrichting van het openbaar bestuur met uitzondering van de inrichting van het openbaar bestuur bij de medeoverheden;

f. de internationale betrekkingen, alsmede de doorwerking van internationaal en Europees recht;

g. defensie, belastingen, begroting, noodwetgeving;

h. openbaarheid van bestuur;

i. Europese en internationale zaken;

j. het algemeen bestuursrecht;

k. het preventieve en repressieve toezicht op de naleving van statutaire voorschriften, met inbegrip van het beleid inzake interventies in Antilliaanse en Arubaanse rechtsorde op grond van de waarborg taak van het Statuut.

Artikel 6:5

1. De afdeling Juridisch Adviseur staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft de volgende taken:

a. het behandelen van civielrechtelijke kwesties en andere bijzondere juridische aangelegenheden, waaronder gecompliceerde en/of politiek gevoelige juridische vraagstukken;

b. het adviseren van alle onderdelen van het departement voor juridische vragen waar het departement als organisatie en als onderdeel van de Staat mee wordt geconfronteerd, waaronder juridische geschillen, subsidieaangelegenheden, contracten, aanbestedingen overheidsopdrachten en staatssteun;

c. het adviseren over de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur, in het bijzonder indien afwijzing van de openbaarheidsverzoeken wordt overwogen;

d. het uitvoeren van de Tijdelijke referendumwet;

e. het ondersteunen van de organisatie van verkiezingen;

f. het ondersteunen van de Kiesraad;

g. het voeren van het coördinatiepunt notificaties.

Artikel 6:6

1. Het bureau Ondersteuning en Kennismanagement staat onder leiding van de plaatsvervangend directeur.

2. Het bureau heeft de volgende taken:

a. het begeleiden van de stukkenstroom;

b. het voeren van het secretariaat;

c. het bewaken van processen en het ondersteunen van medewerkers op het terrein van automatisering en op het terrein van kennismanagement;

d. het organiseren van evenementen.

Paragraaf 7

Projectdirectie Nieuwbouw Justitie & BZK

Artikel 7:1

Artikel 3:7 van het organisatiebesluit BZK 2004 is van toepassing.

Paragraaf 8

Gemeenschappelijk Secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen

Artikel 8.1

Artikel 3:8 van het organisatiebesluit BZK 2004 is van toepassing.

Paragraaf 9

Overige taken

Artikel 9

Tot de taak van de in dit besluit genoemde dienstonderdelen behoort voorts de uitvoering van andere taken dan vermeld, in opdracht van een minister, de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.

Paragraaf 10

Beheer

Artikel 10:1

1. De plaatsvervangend secretaris-generaal is verantwoordelijk voor het beheer en de terinzagelegging van dit besluit.

2. Het beheer geschiedt met inachtneming van de desbetreffende (richtlijnen inzake) administratieve organisatiebeschrijvingen.

Artikel 10:2

Wijziging van dit besluit is voorbehouden aan de secretaris-generaal en geschiedt op voordracht van de plaatsvervangend secretaris-generaal, na advisering door de directeur Personeel en Organisatie.

Paragraaf 11

Slotbepalingen

Artikel 11:1

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na plaatsing van dit besluit in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 september 2004.

Artikel 11:2

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Concernstaven.

Artikel 11:3

Met verwijzing naar artikel 11:3 van het organisatiebesluit Gemeenschappelijke Diensten wordt het Organisatiebesluit Centrale Stafdiensten van 17 september 2003 ingetrokken.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor deze:
de Secretaris-Generaal, J.W. Holtslag.

Naar boven