Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Arbeidsverhoudingen 2005

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 februari 2005, nr. AV/2005/12107, houdende de inrichting van de directie Arbeidsverhoudingen alsmede doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden van de directeur Arbeidsverhoudingen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Arbeidsverhoudingen 2005)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, onderdeel k, en 10 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen 2004;

Besluit:

§ 1

Organisatie en taken directie Arbeidsverhoudingen

Artikel 1

De directie Arbeidsverhoudingen bestaat uit:

a. de afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaardenvorming en Medezeggenschap;

b. de afdeling Individuele Rechtsbescherming;

c. de afdeling Arbeid en Zorg;

d. de afdeling Pensioenbeleid;

e. het directiesecretariaat.

Artikel 2

1. Het hoofd van de afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaardenvorming en Medezeggenschap is verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot:

a. collectieve arbeidsvoorwaarden met inbegrip van het beleid betreffende het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

b. het systeem van arbeidsvoorwaardenvorming, de institutionele vormgeving van arbeidsverhoudingen en de advies- en overlegstructuren op het terrein van de arbeidsverhoudingen;

c. de medezeggenschap van werknemers;

d. de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie;

e. de sociaal-economische aspecten betreffende de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

2. Het hoofd van de afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaardenvorming en Medezeggenschap is voorts verantwoordelijk voor:

a. de coördinatie van internationale aangelegenheden die de directie betreffen;

b. de Subsidieregeling kwaliteit arbeidsverhoudingen, waaronder de beoordeling van subsidie aanvragen op grond van die regeling.

Artikel 3

1. Het hoofd van de afdeling Individuele Rechtsbescherming is verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot:

a. het ontwikkelen en instandhouden van een basisniveau van arbeidsrechtelijke bescherming voor werknemers, waaronder de inrichting van het ontslagstelsel;

b. de bevordering van flexibiliteit in de individuele arbeidsverhoudingen;

c. de overheidstoetsing van ontslag ex artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

d. werktijdverkorting ex artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

e. de gelijkberechtiging bij de arbeid, waaronder werving en selectie, van mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen, voltijders en deeltijders, vast en tijdelijk personeel en naar leeftijd;

f. de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, met uitzondering van de sociaal-economische aspecten;

g. de Wet op de medische keuringen voorzover het betreft de verantwoordelijkheid van het ministerie;

h. arbeids- en rusttijden.

2. Het hoofd van de afdeling Individuele Rechtsbescherming is voorts verantwoordelijk voor de inhoudelijke secretariële ondersteuning van het Departementaal Overlegorgaan Emancipatie.

Artikel 4

1. Het hoofd van de afdeling Arbeid en Zorg is verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot:

a. het combineren van arbeid met andere activiteiten en verantwoordelijkheden van werknemers;

b. deeltijdarbeid en aanpassing van de arbeidsduur;

c. kinderopvang, waaronder de financiering en de kwaliteit van kinderopvang;

d. flankerende projectsubsidies voor kinderopvang.

2. Het hoofd van de afdeling Arbeid en Zorg is voorts verantwoordelijk voor:

a. de coördinatie t.b.v. de directie van de begrotingsvoorbereiding en verantwoording, de inbreng in het Nationaal Actie Programma (werkgelegenheid), de terugdringing van administratieve lastendruk en onderzoek en beleidsinformatie;

b. de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang en de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004;

c. de beoordeling van aanvragen voor projectsubsidies voor kinderopvang.

Artikel 5

1. Het hoofd van de afdeling Pensioenbeleid is verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot:

a. de wettelijke regelingen op het terrein van de aanvullende pensioenen;

b. de verplichtstelling van aanvullende pensioenregelingen;

c. de fiscale aspecten van pensioenen;

2. Het hoofd van de afdeling Pensioenbeleid is voorts verantwoordelijk voor de coördinatie van het departementale ouderenbeleid.

Artikel 6

De directiesecretaris geeft leiding aan het directiesecretariaat en is verantwoordelijk voor alle interne processen betreffende de bedrijfsvoering van de directie Arbeidsverhoudingen – waaronder de management-, administratieve-, secretariële-, personele-, en financiële ondersteuning, automatisering, informatievoorziening en huisvesting – en de afstemming met de bedrijfsvoering die centraal voor het gehele ministerie wordt gevoerd.

§ 2

Bevoegdheden

Artikel 7

Bij afwezigheid of verhindering van de directeur Arbeidsverhoudingen worden voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door het als plaatsvervangend directeur aangewezen afdelingshoofd.

Artikel 8

Aan de hoofden van de afdelingen en de directiesecretaris wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot:

a. het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden ten behoeve van de eigen organisatorische eenheid voor zover het betreft:

1°. het opmaken, niet zijnde vaststellen van beoordelingen;

2°. het houden van manager-medewerker gesprekken;

3°. verlof;

4°. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur Arbeidsverhoudingen;

b. het afdoen van stukken met uitzondering van stukken waarvan, gelet op het belang daarvan, redelijkerwijs kan worden vermoed, dat deze door de directeur Arbeidsverhoudingen moeten worden afgedaan.

Artikel 9

De directiesecretaris is gevolmachtigd tot het verrichten van de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen:

a. het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van uitzendkrachten ten behoeve van de directie Arbeidsverhoudingen;

b. het aangaan van overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie Arbeidsverhoudingen welke voortvloeien uit het vastgestelde opleidingsplan van de directie Arbeidsverhoudingen;

c. het afsluiten van koopovereenkomsten met betrekking tot kantoorbenodigdheden, reisbescheiden en waardebonnen ten behoeve van de directie Arbeidsverhoudingen tot een maximum van € 5.000,– per overeenkomst.

Artikel 10

Doorverlening van mandaat, machtiging en volmacht is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur Arbeidsverhoudingen.

§ 3

Slotbepaling

Artikel 11

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2005.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Arbeidsverhoudingen 2005.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 februari 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de directeur Arbeidsverhoudingen,
P.F. van Loo.

Naar boven