Regeling erkenning militaire vaarbewijzen I en II
8 februari 2005
Nr. HDJZ/SCH/2004-3144
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 23, derde lid, onderdeel c, van de Binnenschepenwet;
Besluit:
Artikel 1
Het militair vaarbewijs I, geldig voor het besturen van een klein legervaartuig op rivieren, kanalen en meren, alsmede het militair vaarbewijs II, geldig voor het besturen van een klein legervaartuig op alle binnenwateren, dat is afgegeven door het Genie Opleidingscentrum in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008 wordt erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op rivieren, kanalen en meren, respectievelijk op alle binnenwateren.
Artikel 2
De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 20 oktober 2000, nr. DGG/J-00/006947 (Stcrt. 210), wordt ingetrokken.
Artikel 3
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2009. Zij blijft van toepassing op de militaire vaarbewijzen I en II die in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008 zijn afgegeven.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning militaire vaarbewijzen I en II.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.
Toelichting
Het militair vaarbewijs I, geldig op rivieren, kanalen en meren, en het militair vaarbewijs II, geldig op alle binnenwateren, worden afgegeven door het Genie Opleidingscentrum (opleidingsrichting Pontonniers) te Vught. Het opleidingscentrum leidt militairen op om kleine en meestal snelle motorboten te besturen, die onder meer bij oefeningen worden ingezet. In de periode 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003 werden genoemde militaire vaarbewijzen eveneens erkend voor de niet-bedrijfsmatige vaart op de binnenwateren (Stcrt. 2000, 210). In deze periode van vijf jaar is gebleken, dat de opleiding en de examens voor de militaire vaarbewijzen zijn blijven voldoen aan de gewenste kwaliteit, vergelijkbaar met die voor het gewone klein vaarbewijs I, respectievelijk II. Derhalve bestaat er geen bezwaar tegen de erkenning van de militaire vaarbewijzen wederom voor vijf jaar te verlenen. Gelet op de gewenste aansluiting met de afgelopen periode, geldt de erkenning voor de militaire vaarbewijzen die zijn afgegeven met ingang van 1 januari 2004.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K.M.H. Peijs