Nadere Regeling spreiding en behoefte MEE-organisaties 2005
Het College zorgverzekeringen;
Gelet op artikel 2.4.4.1 van de regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet,
Heeft in zijn vergadering van 23 december 2004 besloten:
Artikel 1
Deze regeling verstaat onder:
a. MEE-organisatie: een organisatie die laagdrempelige, onafhankelijke
en betrouwbare cliëntondersteuning verleent ten behoeve van verzekerden
met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een beperking
uit het autistisch spectrum, als bedoeld in de Regeling subsidies AWBZ en
Ziekenfondswet;
b. regio: een regio als bedoeld in de bijlage bij deze regeling;
c. werkgebied: een uit één of meerdere regio's bestaand
gebied;
d. formeel samenwerkingsverband: een op een notariële akte gebaseerde
samenwerking tussen twee of meer MEE-organisaties die één overkoepelende
Raad van Toezicht hebben die het toezicht op het integrale strategische beleid
van de samenwerkende organisaties in haar takenpakket heeft.
Artikel 2
In iedere regio is behoefte aan één MEE-organisatie.
Artikel 3
1. Het werkgebied van een MEE-organisatie omvat minimaal 625.000 inwoners.
2. In de volgende gevallen kan het werkgebied van een MEE-organisatie
minder dan 625.000 inwoners omvatten:
a. het werkgebied valt samen met een provincie;
b. bij een intentie tot een fusie of een formeel samenwerkingsverband
onder de volgende voorwaarden:
1e. het bestuur van de MEE-organisatie heeft uiterlijk 15 maart 2005 de
intentie tot een fusie of een formeel samenwerkingsverband schriftelijk kenbaar
gemaakt aan het College zorgverzekeringen;
2e. de fusie of het samenwerkingsverband is uiterlijk 31 december 2005
gerealiseerd;
3e. de fusiepartners of MEE-organisaties in een samenwerkingsverband hebben
gezamenlijk een werkgebied van minimaal 625.000 inwoners.
Artikel 4
1. Een MEE-organisatie vormt geen bestuurlijke eenheid met een toegelaten
zorgaanbieder.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a. het bestuur van de MEE-organisatie maakt uiterlijk 15 maart 2005 de
intentie tot bestuurlijke ontvlechting schriftelijk kenbaar aan het College
zorgverzekeringen;
b. uiterlijk 31 december 2005 zijn de juridische verbanden die gericht
zijn op het instandhouden van een bestuurlijke eenheid met een zorgaanbieder
verbroken.
Artikel 5
De Nadere Regeling spreiding en behoefte MEE-organisaties (Stcrt. 2004,
133) wordt ingetrokken.
Artikel 6
1. Deze regeling wordt aangehaald als Nadere Regeling spreiding en behoefte
MEE-organisaties 2005.
2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari
2005.
Deze regeling zal met de toelichting maar zonder bijlage in de Staatscourant
worden geplaatst. De bijlage ligt met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst ter inzage in de
bibliotheek van het College zorgverzekeringen.
J.S.J. Hillen, voorzitter.
P.C. Hermans, algemeen directeur.
Toelichting
In artikel 1 is geregeld wat onder een MEE-organisatie wordt verstaan.
De voorwaarden die worden gesteld aan een MEE-organisatie zijn opgenomen in
artikel 2, 3 en 4 van de Regeling.
Op grond van artikel 3, eerste lid dient een MEE-organisatie een werkgebied
te hebben van minimaal 625.000 inwoners. Deze minimale schaalgrootte heeft
een MEE-organisatie nodig om voldoende invulling te kunnen geven aan haar
collectieve cliëntondersteuning en kwaliteitseisen op het gebied van
beschikbaarheid en bereikbaarheid en ondersteuning van de interne organisatie.
Uitzondering is mogelijk op twee gronden. Deze uitzonderingsgronden worden
genoemd in het tweede lid van artikel 3. Een MEE-organisatie kan zich beroepen
op de onder a genoemde uitzonderingsgrond, indien het door de uitgestrektheid
van het werkgebied meer voor de hand ligt de provinciegrenzen aan te houden.
De onder b genoemde uitzonderingsgrond stelt MEE-organisaties nog in de gelegenheid
uiterlijk 31 december 2005 aan de vereiste schaalgrootte te voldoen door of
wel te fuseren of wel een samenwerkingsverband aan te gaan waarbij de werkgebieden
meer inwoners omvatten dan 625.000.
Op grond van artikel 4, eerste lid dient een MEE-organisaties als rechtspersoon
geheel onafhankelijk van een toegelaten zorgaanbieder te zijn. Het tweede
lid stelt MEE-organisaties tot 1 januari 2006 in de gelegenheid zich te ontvlechten
van een zorgaanbieder.
De bijlage bij deze regeling bevat een overzicht van de werkgebieden van
de MEE-organisaties met bijbehorende zorgkantoren. Dit overzicht zal in 2005
veelvuldig wijzigen, omdat MEE-organisaties in de loop van 2005 gaan fuseren
of formele samenwerkingsverbanden met elkaar aangaan om per 1 januari 2006
een werkgebied te hebben van minimaal 625.000 inwoners. Om die reden is afgezien
van publicatie van de bijlage in de Staatscourant. De bijlage ligt ter inzage
in de bibliotheek van het College zorgverzekeringen.
Het inwonertal per werkgebied, zoals in de bijlage opgenomen, is bepalend
voor de hoogte van de subsidie voor collectieve cliëntondersteuning,
bedoeld in artikel 2.4.4.1, derde lid, onder a van de Regeling Subsidies AWBZ
en Ziekenfondswet 2005. Het inwonertal per werkgebied is mede bepalend voor
de hoogte van de subsidie voor het faciliteren van projecten integrale vroeghulp,
bedoeld in artikel 2.4.4.1, derde lid, onder c van de Regeling Subsidies AWBZ
en Ziekenfondswet. Het inwonertal per werkgebied wordt gebaseerd op CBS-gegevens
over inwoneraantallen in 2003. Om die reden zijn de gemeentelijke herindelingen
tot 1 januari 2003 verwerkt.
J.S.J. Hillen, voorzitter.
P.C. Hermans, algemeen directeur.