Tussentijds Bericht Nationaliteiten TBN 2005/2

Aan: - de Burgemeesters (t.a.v. hoofd Burgerzaken)

- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

- de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken

- De Minister van Buitenlandse Zaken

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 4 februari 2004

Ons kenmerk: IND UIT 04-7361 (AUB)

Juridische achtergrond: Art. 8, eerste lid, aanhef en onder d Rijkswet op het Nederlanderschap; Art. 3 Besluit van 15 maart 2003, Stb. 2003, 118; Art. 4 Besluit naturalisatietoets; art. 3 Regeling naturalisatietoets; Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap

Bijlagen: Model 2.28 en Informatieblad arts

Geldig van: 1 maart 2005 tot 1 maart 2006

Onderwerp: Invoering telefoontoets bij gedeeltelijke ontheffing van de naturalisatietoets

1. Inleiding

Artikel 4 Besluit naturalisatietoets bepaalt dat de verzoeker tot naturalisatie die vanwege een belemmering niet in staat is om één of meerdere toetsonderdelen af te leggen, ontheven is van de verplichting om dat toetsonderdeel of die toetsonderdelen af te leggen dat of die hij vanwege zijn belemmering niet kan afleggen. In de toelichting bij artikel 4 van het Besluit naturalisatietoets is deze mogelijkheid tot gedeeltelijke ontheffing nogmaals vermeld. Zo is het volgens de toelichting de bedoeling dat een persoon die visueel gehandicapt is niet op zijn schrijf- en leesvaardigheid wordt getoetst, maar wel op zijn spreek- en luistervaardigheid evenals op zijn kennis van de staatsinrichting en maatschappij. En zo zal een verzoeker die ongeletterd is, en die dit ook op de voorgeschreven wijze kan aantonen, in beginsel alleen ontheven zijn van de toetsonderdelen schrijf- en leesvaardigheid.

Door de opzet van de naturalisatietoets was de minimale voorwaarde voor het kunnen afleggen van ongeacht welk onderdeel van de toets dat de (aspirant-)verzoeker moest kunnen lezen. Bij een geslaagd beroep op gedeeltelijke ontheffing werd de (aspirant-)verzoeker die niet tot lezen in staat was, ontheven van de gehele toets. Het betrof dan met name de visueel gehandicapte en ongeletterde (aspirant-)verzoeker, maar ook de betrokkene die vanwege een lichamelijke belemmering niet in staat is het toetsenbord of de muis te bedienen. Aan deze situatie komt met de invoering van een telefoontoets in het kader van een beroep op gedeeltelijke ontheffing per 1 maart 2005 een einde. Vanaf deze datum zal de (aspirant-)verzoeker die niet (op de gebruikelijke wijze) in staat is te lezen of te schrijven of beide te doen, wel de onderdelen luisteren en spreken op het vereiste niveau kunnen afleggen.

2. De telefoontoets

In het kader van de beoogde Wet inburgering in het buitenland is een zogenaamd basisexamen inburgering ontwikkeld, dat via een (directe) telefonische verbinding met een computer zal worden afgenomen. Dit basisexamen inburgering zal tevens worden aangewend voor de afname van de telefoontoets in het kader van een beroep op gedeeltelijke ontheffing van de naturalisatietoets door de (aspirant-)verzoeker die niet (op de gebruikelijke wijze) in staat is te lezen of te schrijven of beide te doen. Het betreft dan met name de visueel gehandicapte en ongeletterde (aspirant-)verzoeker, maar ook de betrokkene die vanwege een lichamelijke belemmering niet in staat is het toetsenbord of de muis te bedienen. In tegenstelling tot het basisexamen inburgering zal de telefoontoets op niveau 2 voor NT-2 (Nederlands als tweede taal, referentiekader niveau 2) behaald moeten worden.

Met de telefoontoets worden de luister- en spreekvaardigheid van bovenstaande categorie (aspirant-)verzoekers beoordeeld. Het examen zal worden afgenomen door middel van een (directe) telefonische verbinding met een computer. De (aspirant-)verzoeker toont zijn taalvaardigheden door adequaat te reageren op de vragen die de computer stelt. De antwoorden worden gedigitaliseerd en door een speciaal ontworpen spraakherkenner vergeleken met het Nederlands van personen die deze taal als moedertaal hebben.

3. Lichamelijke en geestelijke belemmering

ROC van Amsterdam

De (aspirant-)verzoeker die op grond van één of meer lichamelijke of geestelijke belemmeringen de onderdelen

luisteren en spreken slechts door middel van de telefoontoets kan afleggen, verklaart op model 2.26 (Beroep op ontheffing naturalisatietoets) welk onderdeel van de toets hij niet kan afleggen. Betrokkene dient de belemmering aan te tonen door middel van het overleggen van één of meer verklaringen van een arts of deskundige. De gemeente verwijst betrokkene naar het Regionaal Opleidingencentrum (ROC) van Amsterdam, alwaar deze zich aanmeldt door middel van model 2.28 (Aanmeldingsformulier ROC van Amsterdam voor het afleggen van één of meer toetsonderdelen of het onderzoek naar ongeletterdheid). Op model 2.28 geeft betrokkene aan dat hij in aanmerking wil komen voor de telefoontoets.

De telefoontoets geldt vanaf 1 maart 2005. Indien het naturalisatieverzoek van bovengenoemde (aspirant-)verzoeker vóór 1 maart 2005 door de gemeente in ontvangst is genomen, geldt de telefoontoets niet. Betrokkene komt dan nog in aanmerking voor volledige ontheffing.

4. Ongeletterdheid

Voor de ongeletterde (aspirant-)verzoeker geldt een andere procedure. Immers, de ongeletterde zal zich reeds in het kader van het zgn. haalbaarheidsonderzoek door middel van model 2.28 bij het ROC van Amsterdam hebben aangemeld. De (aspirant-)verzoeker, ten aanzien van wie door het ROC van Amsterdam reeds is vastgesteld dat hij voldoet aan de gestelde criteria voor ongeletterdheid, hoeft zich niet opnieuw bij dat ROC aan te melden. Deze betrokkene zal onmiddellijk na betaling van de kosten voor de telefoontoets door dat ROC worden opgeroepen de onderdelen luisteren en spreken af te leggen.

De datum van betaling voor het haalbaarheidsonderzoek - na om betaling te zijn verzocht door het ROC van Amsterdam - is bepalend voor de vaststelling van de vraag of betrokkene de telefoontoets zal moeten afleggen of nog in aanmerking komt voor volledige ontheffing. Om nog voor volledige ontheffing in aanmerking te komen, dient de betaling van de kosten voor het haalbaarheidsonderzoek te zijn bijgeschreven op de rekening van het ROC van Amsterdam uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van dit TBN.

De kosten voor het afleggen van de (telefonische) onderdelen luisteren en spreken zijn gelijk aan het gewone herkansingstarief per onderdeel, te weten een totaalbedrag van € 101.

De (aspirant-)verzoeker die zich aanmeldt bij het ROC van Amsterdam voor het afleggen van de telefoontoets wordt door dat ROC, na telefonische afspraak, in persoon geïdentificeerd en geregistreerd, waarna hem de nodige uitleg wordt gegeven over de gang van zaken bij de telefoontoets en de bediening van de apparatuur. Vervolgens wordt hij aangemeld bij het systeem en in de gelegenheid gesteld de toets onder toezicht af te leggen. Het afleggen van de toets zal naar verwachting ongeveer 15 minuten duren.

5. Artikel 8, lid 1, aanhef en onder d

De eerste twee alinea's van het tekstgedeelte onder de kop `Enkele voorbeelden' (paragraaf 2.3.3 van de toelichting bij artikel 8, lid 1, aanhef en onder d RWN) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende tekst:

`Is iemand doof of doofstom (en blijkt dit uit de overgelegde verklaring), dan is betrokkene ontheven van de volledige naturalisatietoets. Gezien de vorm waarin de toets wordt aangeboden, kunnen doven en doofstommen geen enkel onderdeel van de naturalisatietoets afleggen. Onder doof valt mede hardhorendheid, indien betrokkene niet door hulpmiddelen alsnog voldoende hoorvermogen krijgt om de toets af te leggen. Ook de hier bedoelde personen zijn ontheven van de volledige toets.

Is betrokkene blind of `stom' dan wordt hij/zij verwezen naar het ROC van Amsterdam om onderdelen van de toets te doen. Iemand die blind is, kan de onderdelen luisteren en spreken wel doen. Iemand die `stom' is, kan de onderdelen maatschappijoriëntatie, schrijven, luisteren en lezen wel doen. Is betrokkene blind dan worden de onderdelen luisteren en spreken afgenomen door middel van de telefoontoets.'

De eerste alinea van het tekstgedeelte onder de kop `Naturalisatietoets op onderdelen' (paragraaf 2.3.3 van de toelichting bij artikel 8, lid 1, aanhef en onder d RWN) komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:

`Blijkt uit het ingevulde model 2.26, en de ondersteunende verklaring(en) dat betrokkene één of meer onderdelen van de toets moet afleggen, dan verwijst de gemeente op de hieronder bij 2.3.6 beschreven wijze betrokkene naar het ROC van Amsterdam. Het onderdeel (of de onderdelen) die betrokkene wél kan doen, moet(en) ingevolge artikel 3, vierde lid Regeling naturalisatietoets worden afgelegd bij het Regionaal Opleidingen Centrum van Amsterdam.

In beginsel doet betrokkene in een reguliere klas het onderdeel of de onderdelen van de toets die hij wel kan afleggen (tegen het gewone herkansingstarief). De betrokkene moet `gewoon' kunnen meedoen aan een onderdeel van de toets. Er worden geen onderdelen aangepast voor betrokkene. Het gaat dus in beginsel om óf ontheffing van een onderdeel, óf het kunnen meedoen aan een toetsmoment met `reguliere' deelnemers.

Is betrokkene niet in staat op de gebruikelijke wijze te lezen en/of schrijven (bijvoorbeeld doordat hij/zij alleen kan lezen met gebruikmaking van het brailleschrift), dan doet hij/zij de onderdelen door middel van de telefoontoets.

Indien verzoeker het/de getoetste onderdeel(en) met goed gevolg heeft afgelegd, reikt het ROC van Amsterdam hem/haar het Certificaat Naturalisatietoets uit met achter het/de niet-getoetste onderdeel(en) de aantekening: NIET AFGENOMEN. Ingeval de onderdelen luisteren en spreken door middel van de telefoontoets zijn afgenomen, dan wordt achter deze onderdelen geplaatst de aantekening: AFGENOMEN MET TELEFOONTOETS.'

De eerste alinea van het tekstgedeelte onder paragraaf 2.3.4 komt te vervallen en wordt vervangen door:

`Ongeletterdheid kan aanleiding zijn voor gedeeltelijke ontheffing van de naturalisatietoets. Onder de navolgende omstandigheden leidt ongeletterdheid (of `analfabetisme') tot gedeeltelijke ontheffing. Het gaat hier om de verzoeker die ongeletterd is en die kan aantonen dat hij zich extra heeft ingespannen het vereiste taalniveau van de naturalisatietoets te bereiken, maar daarin niet is geslaagd. Betrokkene is ontheven van onderdelen van de toets, indien hij een verklaring overlegt van een ter zake deskundige, waarin deze aangeeft dat betrokkene wegens beperkt leervermogen in samenhang met onder meer vooropleiding en leeftijd in redelijkheid niet meer in staat geacht kan worden het gewenste lees- en schrijfvaardigheidniveau te bereiken.'

De laatste alinea van het tekstgedeelte onder de kop `Haalbaarheidsonderzoek' (paragraaf 2.3.4 van de toelichting bij artikel 8, lid 1, aanhef en onder d RWN) komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe kop `De telefoontoets' met de volgende tekst:

`Gezien de vorm waarin de naturalisatietoets wordt afgenomen, kunnen de onderdelen maatschappijoriëntatie, luisteren en spreken bij een geslaagd beroep op ongeletterdheid niet op reguliere wijze door betrokkene worden afgelegd. Kunnen lezen is nu eenmaal een minimale voorwaarde om een onderdeel van de (reguliere) naturalisatietoets te kunnen afleggen. Dit niet alleen omdat de instructies voor het afleggen van de (reguliere) toets schriftelijk zijn, maar ook omdat de toetsvragen bij de onderdelen `spreken' en `luisteren' schriftelijk in de opgavenboekjes zijn opgenomen. Bij de telefoontoets geldt de voorwaarde van het kunnen lezen echter niet. Bij een geslaagd beroep op ongeletterdheid moet de ongeletterde verzoeker derhalve de onderdelen `spreken' en `luisteren' door middel van de telefoontoets afleggen.

Indien de ongeletterde verzoeker de getoetste onderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, reikt het ROC van Amsterdam hem het Certificaat Naturalisatietoets uit met achter de niet-getoetste onderdelen de aantekening: NIET AFGENOMEN en achter de getoetste onderdelen de aantekening: AFGENOMEN MET TELEFOONTOETS.'

De eerste alinea van het tekstgedeelte onder de kop `Handelwijze gemeente' (paragraaf 2.3.4 van de toelichting bij artikel 8, lid 1, aanhef en onder d RWN) komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:

`Indien de (aspirant-)verzoeker tot naturalisatie een verklaring van het ROC van Amsterdam overlegt met het advies dat betrokkene wegens ongeletterdheid en beperkte educatieve vaardigheden in een tijdsbestek van vijf jaar niet in staat is de naturalisatietoets te halen, tekent de burgemeester op het adviesblad naturalisatie aan dat `gedeeltelijke ontheffing' van de naturalisatietoets wordt geadviseerd.'

De eerste alinea van paragraaf 2.3.6 komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:

`Voor het afleggen van een toetsonderdeel of onderdelen of de telefoontoets, dan wel de aanmelding voor het `haalbaarheidsonderzoek' meldt betrokkene zich door middel van model 2.28 (Aanmeldingsformulier ROC van Amsterdam) aan bij dat ROC. De ongeletterde verzoeker bij wie het ROC van Amsterdam reeds heeft vastgesteld dat hij voldoet aan de criteria voor ongeletterdheid, wordt rechtstreeks opgeroepen door dat ROC om de onderdelen luisteren en spreken af te leggen. Bij een lichamelijke of geestelijke belemmering meldt de (aspirant-)verzoeker zich wel zelf rechtstreeks aan bij het ROC van Amsterdam. In een aantal gevallen - denk aan gehandicapten en ongeletterden - zal de hulp van de gemeente bij het invullen van model 2.28 noodzakelijk blijken. Betrokkene is zelf verantwoordelijk voor het insturen van zijn aanmeldingsformulier.'

6. Tot slot

De tekst van dit TBN (en het bijbehorende model 2.28 en Informatieblad voor arts of deskundige) wordt in de eerstvolgende aanvulling van de losbladige Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap opgenomen.

De tekst van dit TBN vervangt een aantal tekstgedeelten uit paragraaf 2.3 van de toelichting onder artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d RWN in de Handleiding.

Dit TBN treedt in werking op 1 maart 2005.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk,namens deze,
het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
P.W.A. Veld.

Model 2.28 Aanmeldingsformulier ROC van Amsterdam

Voor het afleggen van één of meer toetsonderdelen of het onderzoek naar ongeletterdheid

stcrt-2005-31-p11-SC68929-1.gif

Informatieblad voor arts of deskundige in het kader van ontheffing van de naturalisatietoets

Geachte heer/mevrouw,

Uw cliënt heeft u gevraagd om een schriftelijke verklaring. Hij/zij wil namelijk de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Daarvoor moet hij/zij de zogenaamde naturalisatietoets afleggen. Uw cliënt meent echter daartoe niet in staat te zijn. Als hij/zij nu (en naar verwachting ook niet binnen vijf jaar) inderdaad niet wegens een lichamelijke of geestelijke beperking in staat is de toets af te leggen, dan is hij/zij daarvan ontheven.

Wie is ontheven van de verplichting de toets af te leggen?

Iemand die als gevolg van een lichamelijke of geestelijke belemmering niet in staat is onderdelen of de volledige toets te maken, is ontheven van de verplichting tot afleggen van die onderdelen of van de volledige toets. Van sommige aandoeningen is niet duidelijk of deze permanent zijn of niet. Een inschatting dat uw cliënt niet binnen vijf jaar volledig van zijn belemmering af is, is voldoende voor de ontheffing.

Voor gehele of gedeeltelijke ontheffing is wél een verklaring nodig van een op het gebied van de lichamelijke of geestelijke belemmering ter zake deskundige. In dat kader vraagt uw cliënt uw medewerking.

Wat is de naturalisatietoets en waaruit bestaat deze?

De naturalisatietoets is een onderdeel van de procedure om door naturalisatie de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen.

De toets wordt groepsgewijs en in een rustig tempo afgenomen door een Regionaal Opleidingen Centrum (ROC).

Het toetsniveau van het Nederlands is betrekkelijk eenvoudig. Het betreft het niveau Nederlands als tweede taal, niveau 2. Dit niveau is haalbaar voor een gemiddelde volwassen niet-Nederlandstalige, na een aantal cursussen Nederlands.

Deel I toetst de kennis van de Nederlandse maatschappij en staatsinrichting. De kandidaat hoort de vragen door een koptelefoon en leest de vragen op het computerscherm. Beantwoording geschiedt per computer door het met de muis aanklikken van het antwoord. Deel I duurt een uur.

Deel II bevat vier taalonderdelen:

• Luisteren: de kandidaat hoort de vragen en verhaaltjes op een cassettebandje. Hij omcirkelt met pen of potlood de antwoorden in het toetsboekje;

• Spreken: de kandidaat hoort de opdrachten en spreekt zijn antwoorden (een paar woorden in een korte zin is voldoende) in op een cassettebandje;

• Lezen: de leesteksten en meerkeuzevragen staan in een boekje; de kandidaat omcirkelt met pen of potlood de antwoorden in het toetsboekje;

• Schrijven: eerst een kort dictee (de docent leest vijf korte zinnen twee keer voor, de kandidaat leest tegelijkertijd op papier de niet volledige zinnen en maakt ze schriftelijk af door het ontbrekende woord dat de docent zegt, op te schrijven op de invullijn in de zin). Daarna moet de kandidaat invuloefeningen (woorden invullen) in het toetsboekje maken.

Deel II duurt 4 uur (met korte pauzes). Deel I en deel II worden nimmer op dezelfde dag afgelegd.

Gehele of gedeeltelijke ontheffing?

Wegens de vorm waarin de naturalisatietoets wordt afgenomen, staat vast dat een aantal lichamelijke belemmeringen ertoe leidt dat iemand deze toets niet kan afleggen. Het gaat hier om doofheid of doofstomheid. Onder doof valt mede hardhorendheid, indien betrokkene niet door eigen hulpmiddelen (bijvoorbeeld een hoorapparaat) alsnog voldoende hoorvermogen krijgt om de toets af te leggen.

Iemand die blind is, kan de onderdelen luisteren en spreken van deel II wel doen. Een blinde is ontheven van de overige onderdelen van de toets. Is betrokkene blind dan worden de onderdelen luisteren en spreken afgenomen door middel van de zgn. telefoontoets. De telefoontoets - deze toetst de onderdelen luisteren en spreken van deel II - is bedoeld voor personen die vanwege een lichamelijke en/of geestelijke belemmering niet in staat zijn op de normale wijze te lezen en/of te schrijven. Onder blind valt overigens mede slechtziendheid, indien betrokkene niet door eigen hulpmiddelen (bijvoorbeeld een bril) alsnog voldoende gezichtsvermogen krijgt om de toets af te leggen.

Iemand die `stom' is, kan Deel I en de onderdelen schrijven, luisteren en lezen van Deel II wel doen. In zo'n geval is betrokkene alleen ontheven van het onderdeel spreken van Deel II.

Vanzelfsprekend is in de praktijk sprake van meer lichamelijke belemmeringen dan de hierboven genoemde. Denk bijvoorbeeld aan het gevolg van een spierziekte waardoor iemand niet de computermuis kan besturen of niet een pen of potlood kan hanteren. Een toetskandidaat moet in staat zijn de (telefoon-)toets (of een onderdeel daarvan) zonder hulp van een derde af te leggen. Is een kandidaat wegens een lichamelijke of geestelijke belemmering niet in staat om zelfstandig (dus zonder hulp) de (onderdelen van) de (telefoon-)toets af te leggen, dan is hij ontheven van (die onderdelen van) de toets.

De gevraagde verklaring

In beginsel is een verklaring van de eigen huisarts voldoende. Maar een verklaring van een andere, onafhankelijke, (huis)arts volstaat ook. Dit geldt echter niet in een geval waarin sprake is van een psychische stoornis, zoals bijvoorbeeld duurzame ernstige depressies, trauma's en/of concentratiestoornissen. Beoordeling daarvan dient te geschieden door een deskundige op het gebied van psychische ziektebeelden. In die gevallen dient de verklaring afkomstig te zijn van een psychiater of een psycholoog.

Geaccepteerd voor de ontheffing worden verklaringen afkomstig van een in Nederland gevestigde (huis)arts (Bijv. ook een arts GGD, verpleeg- of verzorgingshuisarts, of een in Nederland gevestigde medisch specialist) of een andere in Nederland gevestigde deskundige.

Bent u arts, dan dient u te beschikken over een BIG-registratie (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Bent u geen arts, maar wel een deskundige werkzaam binnen de gezondheidszorg, bijvoorbeeld een psychotherapeut, dan dient ook u te zijn geregistreerd conform de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Een verklaring van een psycholoog moet afkomstig zijn van een psycholoog ingeschreven in het register van psychologen bij het Nederlands Instituut van Psychologen (dit blijkt uit een NIP-registratie).

Er is een model beschikbaar voor uw verklaring

U vindt aan dit blad een modelverklaring gehecht. Het is voldoende als u die invult. Wilt u er een door u gestempeld en geparafeerd exemplaar van uw eigen brief- of receptpapier aan hechten met een korte verklaring dat u de modelverklaring hebt ingevuld? Dit om misbruik met de modelverklaring uit te sluiten.

U wordt in het belang van betrokkene verzocht duidelijk aan te geven op grond van welke belemmering(en) hij/zij naar alle waarschijnlijkheid niet binnen vijf jaar in staat zal zijn de volledige toets af te leggen dan wel welk onderdeel of onderdelen hij/zij niet zal kunnen afleggen.

Een verklaring dat betrokkene `om medische redenen' niet de toets kan afleggen, leidt niet tot ontheffing. De verklaring zal specifieker moeten vermelden welke belemmering er is om betrokkene de toets te laten doen.

Over uw verklaring zal de gemeente waar het naturalisatieverzoek zal worden ingediend, in beginsel geen contact met u opnemen. De gemeente accepteert uw verklaring en zal deze niet inhoudelijk beoordelen. Daarom is een duidelijke verklaring zo belangrijk. Wel kan de medisch adviseur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) u benaderen. Ook kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) uw cliënt oproepen voor een onderzoek.

Meer informatie over de naturalisatietoets vindt u in de IND-brochure `De naturalisatietoets: op weg naar het Nederlanderschap'. Veelal is deze brochure voor u en/of uw cliënt verkrijgbaar bij de gemeente (afdeling Burgerzaken) waar het naturalisatieverzoek van uw cliënt wordt ingediend. Mocht de gemeente niet over de brochure beschikken, dan kan deze worden aangevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Afdeling Communicatie, Postbus 5800, 2280 HV Rijswijk; e-mail: voorlichting@ind.minjus.nl; telefoon: 0900-1234561 (€ 0,10 p.m.).

December 2004.

Naar boven