De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 18, zevende lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, alsmede op de artikelen 12a van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, 12 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 17 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en 27 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945;
Besluit:
Artikel 1
De bedragen, genoemd in artikel 19, vijfde lid, onder a, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, alsmede in de artikelen 12, tweede lid, onder c, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, 11, tweede lid, onder c, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, 16, tweede lid, onder b, ten derde, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en bedoeld in artikel 28, vierde lid, onder a, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945, worden als volgt herzien:
a. het bedrag, genoemd in artikel 19, vijfde lid, onder a, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, wordt verhoogd tot € 721,96;
b. het bedrag, genoemd in de artikelen 12, tweede lid, onder c, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, 11, tweede lid, onder c, van de Wet buitengewoon zeelieden-oorlogsslachtoffers en 16, tweede lid, onder b, ten derde, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, wordt verhoogd tot zevenhonderdeenentwintig euro en zesennegentig eurocent;
c. het vrij te laten bedrag, bedoeld in artikel 28, vierde lid, onder a, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945, wordt vastgesteld op € 721,96 per jaar.
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.