Wijziging Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten en rechterlijke ambtenaren in opleiding

Besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten en rechterlijke ambtenaren in opleiding

24 januari 2005

Nr. 5328000/804

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand, Directie Strategie Rechtspleging

De Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel I

Het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en de rechterlijke ambtenaren in opleiding wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 1 wordt de puntkomma aan het einde van onderdeel f vervangen door een punt en vervalt onderdeel g.

B

1. Artikel 3, eerste en tweede lid, wordt vervangen door:

1. De Raad en namens de Minister het College gezamenlijk zijn bevoegd tot het instandhouden van de volgende diensten:

a. de ICT Rechterlijke Organisatie (ICTRO), gevestigd te Zeist;

b. de dienst Prisma, gevestigd te Amersfoort.

2. Artikel 3, derde lid, wordt vernummerd tot het tweede lid.

C

In artikel 4 wordt: ‘artikel 3, tweede lid’ vervangen door: artikel 3, eerste lid,.

D

Artikel 9 wordt vervangen door:

Artikel 9

(Ondermandaat of nadere volmacht)

1. De Raad en het College gezamenlijk kunnen ondermandaat of een nadere volmacht en machtiging verlenen aan een door de Raad ingestelde Raad van opdrachtgevers voor het Studiecentrum Rechtspleging, voor wat betreft de in artikel 8 van dit besluit genoemde bevoegdheden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet.

2. Voor zover het een rechterlijk ambtenaar in opleiding betreft, kan de Raad van Opdrachtgevers ondermandaat verlenen aan de leiding van het Studiecentrum Rechtspleging met betrekking tot de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 16, 18, 27a, derde lid en 37, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

3. De Raad van opdrachtgevers voor het Studiecentrum Rechtspleging kan ondermandaat verlenen aan de leiding van het Studiecentrum Rechtspleging voor wat betreft de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 3, tweede en vierde lid, 4, tweede lid, 7, eerste, tweede en derde lid, 21, tweede en derde lid, 25, tweede lid, 28 en 28a van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.

4. Het ondermandaat, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid van dit artikel, wordt schriftelijk verleend en aan de Minister van Justitie ter kennis gebracht.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Den Haag, 24 januari 2005.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.De voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, A.H. van Delden.De voorzitter van het College van procureurs-generaal, J.L. de Wijkerslooth.

Toelichting

In het Convenant gemeenschappelijke landelijke diensten R.O., gesloten tussen de Minister van Justitie, de Raad en het College op 13 maart 2002, zijn afspraken gemaakt over het overdragen van de verantwoordelijkheden van de Minister inzake een aantal diensten van de Rechterlijke Organisatie.

Van de in het convenant en het ter uitvoering daarvan vastgestelde Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en de rechterlijke ambtenaren in opleiding genoemde mogelijkheid over te gaan tot oprichting van het HEXRO is geen gebruik gemaakt. Met ingang van 1 januari 2005 zal het Studiecentrum Rechtspleging (SSR) als dienst ressorteren onder de Raad voor de rechtspraak. In verband daarmee zijn enkele technische wijzigingen van het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en de rechterlijke ambtenaren in opleiding noodzakelijk.

Naar boven