Wijziging diverse regelingen zeevisserij

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3550, houdende wijziging van diverse regelingen zeevisserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 494/2002 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2002 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van het heekbestand in de ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in de ICES-sectoren VIIIa, b, d, e (PbEG L 77);

Gelet op de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;

Gelet op de artikelen 3, 4 en 5 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel I

De Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 19881 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, achtste lid, wordt de zinsnede die begint met ‘onderdeel 9.1 van bijlage III’ tot en met ‘in acht te nemen voorschriften (PbEU L 12)’ vervangen door: onderdeel 1.1.1. van bijlage IV van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.

B

In artikel 3, vijfde lid, onderdeel 9, wordt ‘levend gewicht per vissoort en het aantal dozen per vissoort, en’ vervangen door: levend gewicht per vissoort, het aantal dozen per vissoort en het gebied waar de vis is gevangen, in overeenstemming met de omschrijving van het gebied in bijlage I van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, en.

Artikel II

De Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De koper van verse vis weegt alle door hem ontvangen hoeveelheden haring, makreel en horsmakreel die zijn gevangen in de gebieden, bedoeld in onderdeel 1.1.1 van bijlage IV van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, overeenkomstig onderdeel 1.6 van die bijlage.

2. In het tweede lid wordt ‘onderdeel 9.7, eerste alinea van bijlage III’ vervangen door: onderdeel 1.8.1 van bijlage IV.

3. In het derde en vierde lid wordt ‘onderdeel 9.7, tweede alinea’ telkens vervangen door ‘onderdeel 1.8.2’ en wordt ‘bijlage III’ telkens vervangen door ‘bijlage IV’.

4. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het wegen van vis als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt gedaan met apparatuur die ten genoegen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is goedgekeurd, gekalibreerd en verzegeld, als bedoeld in onderdeel 1.10.2 van bijlage IV van de in het eerste lid bedoelde verordening.

5. In het zesde lid wordt ‘onderdeel 9.8 van bijlage III’ vervangen door: onderdeel 1.10.2 van bijlage IV.

B

Artikel 4a, negende lid, komt te luiden:

9. De visafslag, respectievelijk de koper of houder, is in het geval, bedoeld in het eerste lid, respectievelijk het tweede lid, en voor zover het vis betreft als bedoeld in artikel 1a, verplicht een document als bedoeld in onderdeel 1.9.1 van bijlage IV van de in artikel 1a, eerste lid, genoemde verordening, binnen 48 uur na weging van de vis te overleggen aan een ambtenaar als bedoeld in het eerste lid.

Artikel III

De Regeling logboek en opgave zeevis 19873 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, zevende lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. bedoeld in onderdeel 1.5.1 van bijlage IV van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, voor zover meer dan 10 ton haring, makreel of horsmakreel aan boord wordt gehouden;.

B

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid is van toepassing op een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 24 meter dat in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PbEU L 263), vist op soorten genoemd in bijlage I van die verordening.

3. In afwijking van artikel 5, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 en in afwijking van artikel 4, vijfde lid, vermeldt de kapitein van een in het tweede lid bedoeld vaartuig in het logboek alle vangsten van de soorten, genoemd in bijlage I en II van de in het tweede lid genoemde verordening, voor zover deze gevangen zijn in het gebied, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van die verordening.

Artikel IV

De regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 juni 2001, TRCJZ/2001/87504 , wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. verordening: Verordening (EG) nr. 1162/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het heekbestand in ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in ICES-sectoren VIIIa, b, d, e en van daarmee samenhangende bepalingen inzake de controle op de activiteiten van vissersvaartuigen (PbEG L 159);

b. verordening nr. 494/2002: Verordening (EG) nr. 494/2002 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2002 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van het heekbestand in de ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in de ICES-sectoren VIIIa, b, d, e (PbEG L 77).

B

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing, indien in overeenstemming met artikel 6 van verordening nr. 494/2002 of onderdeel 9 van bijlage IV van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, wordt gehandeld.

Artikel V

In artikel 1, onderdelen f en j, van de Regeling visserij-inspanning herstelplannen5 wordt ‘1 februari tot en met 31 december van het desbetreffende kalenderjaar’ telkens vervangen door: 1 februari van het desbetreffende kalenderjaar tot en met 31 januari van het volgende kalenderjaar.

Artikel VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal, A. Oostra.

Toelichting

In onderhavige wijzigingsregeling wordt een aantal regelingen op het gebied van de zeevisserij gewijzigd ter uitvoering van Europese zeevisserij regelgeving.

De bestaande weegprocedure voor het wegen van haring, makreel en horsmakreel is gewijzigd in bijlage IV van de Verordening van 22 december 2005 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften. Ter uitvoering van die wijziging is in artikel 1a van de Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis onder andere de verplichting opgenomen dat vis op een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde weegschaal wordt gewogen (Artikel II, onderdeel A). In voornoemde regeling, in de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 en in de Regeling logboek en opgave zeevis 1987 zijn voor het overige verwijzingen naar voornoemde bijlage van de verordening geactualiseerd (Artikel I, Artikel II en Artikel III, onderdeel A).

Voorts stelt onderdeel 9 van bijlage IV van voornoemde verordening voorschriften omtrent het gebruik van bepaald vistuig ter bescherming van de heekbestanden. Hieraan wordt uitvoering gegeven in het nieuwe artikel 3b, tweede lid, van de regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 juni 2001, TRCJZ/2001/8750, de zogenaamde Regeling herstelmaatregelen heek 2001, (Artikel IV, onderdeel B).

Tevens wordt uitvoering gegeven aan artikel 7 van voornoemde verordening. In dit artikel is bepaald dat bijlage IVa van verordening nr. 27/2005, waarin de maximaal toegestane visserij-inspanning in het kader van het kabeljauwherstelplan is bepaald, tot en met 31 januari 2006 van toepassing blijft. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 1 van de Regeling visserij-inspanning herstelplannen (Artikel V).

Tevens wordt uitvoering gegeven aan een onderdeel van Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PbEU L 263). Op grond van deze verordening hebben lidstaten de verplichting om vangsten van de vissoorten, genoemd in bijlage I bij deze verordening, te melden bij de Europese Commissie en het secretariaat van de zogenoemde ICCAT, de Internationale Commissie voor de instandhouding van de Atlantische Tonijn. Om deze informatie te kunnen verstrekken, is in artikel 4a van de Regeling logboek en opgave zeevis 1987 de verplichting opgenomen om de door de Europese Unie voorgeschreven gegevens in het logboek te registreren (Artikel III, onderdeel B).

Administratieve lasten

Onderhavige wijzigingsregeling bevat nieuwe informatieverplichtingen die leiden tot een toename van de administratieve lasten. Bij de berekening wordt uitgegaan van een uurtarief van € 30,–

Op grond van het bestaande artikel 3, derde lid, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 moet een melding worden gedaan bij de Algemene Inspectiedienst voordat vis aangeland mag worden. Ingevolge artikel I, onderdeel B, van onderhavige regeling geldt in een aantal gevallen een uitgebreide meldingsplicht. Het verstrekken van de extra informatie zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen en zal naar verwachting ieder jaar tijdens 80 visreizen gedaan worden. Dit leidt tot een totale toename van de administratieve lasten met circa € 600,– per jaar.

In artikel III, onderdeel B, van onderhavige regeling, is de verplichting opgenomen om extra gegevens op te nemen in het logboek, indien gevist is in het gebied van de zogenoemde ICCAT, de Atlantische Oceaan. Deze verplichting geldt voor circa zeven vaartuigen, die elk ongeveer vijf visreizen per jaar maken. Eén keer per reis moet een melding worden gedaan aan de Algemene Inspectiedienst. Het invullen van deze gegevens in het logboek kost circa een half uur. Dit leidt tot een totale toename van de administratieve lasten met circa € 525,– per jaar.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,,

A. Oostra

  • 1

    Stcrt. 1987, 253; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 20).

  • 2

    Stcrt. 1984, 219; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 juni 2005 (Stcrt. 130).

  • 3

    Stcrt. 1987, 194; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 juni 2005 (Stcrt. 130).

  • 4

    Stcrt. 2001, 114; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 22 augustus 2001 (Stcrt. 165).

  • 5

    Stcrt. 2004, 20; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 juni 2005 (Stcrt. 130).

Naar boven