23 december 2005
Nr. VD.2005/3119
Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelezen het verzoek van 1 november 2005 van burgemeester en wethouders
van de gemeente Weststellingwerf, Postbus 60, 8470 AB te Wolvega (hierna:
gemeente Weststellingwerf);
Overwegende dat gemeente Weststellingwerf de eigenaar of houder is van
categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5 van de Verordening (EG) nr.
1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3
oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor
menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (Pb EG L 273) (hierna:
de verordening), dat als gevolg van verontreiniging met bouw- en sloopafval
niet kan worden verwerkt bij het verwerkingsbedrijf binnen wiens werkgebied
dit materiaal zich bevindt;
Overwegende dat als gevolg van deze bijzondere omstandigheid het wenselijk
is een voorziening te treffen;
Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Destructiewet;
Gelet op artikel 20.3, eerste lid, in samenhang met artikel 20.1, eerste
lid, van de Wet milieubeheer;
Besluit:
Artikel 1
1. Aan gemeente Weststellingwerf wordt ontheffing verleend van de verplichting,
bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Destructiewet, om categorie 2-materiaal
aan te geven bij alsmede ter beschikking te houden van en af te staan aan
de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevindt.
2. De ontheffing heeft alleen betrekking op categorie 2-materiaal voorzover
het betreft oude botresten die, gedurende de werkzaamheden bij het bouwen
van een geluidswal zoals gepland vanaf omstreeks januari 2006, worden aangetroffen
op het terrein, nabij Rijksweg 32, dat kadas traal bekend staat als: gemeente
Wolvega, Sectie M, nummer 255.
Artikel 2
Het materiaal, bedoeld in artikel 1, wordt opgenomen in de ter plaatse
te realiseren geluidswal en wordt afgedekt onder een laag van minimaal 1 meter
grond waarin zich geen dierlijke bijproducten bevinden.
Artikel 3
De Voedsel en Waren Autoriteit is belast met het toezicht op de voorwaarden
die aan de toestemming worden gesteld.
Artikel 4
De ontheffing kan worden ingetrokken indien niet wordt voldaan aan het
gestelde in artikel 2.
Artikel 5
De ontheffing wordt verleend voor de duur van de werkzaamheden als bedoeld
in artikel 1 en treedt in werking met ingang van de dag waarop de termijn
verloopt voor het indienen van een bezwaarschrift.
Op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bestaat voor
een belanghebbende de mogelijkheid tegen dit besluit een bezwaarschrift in
te dienen. Dat bezwaarschrift dient binnen zes weken na de datum van deze
beschikking te worden ingediend bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
ter attentie van de Dienst Regelingen, Afdeling Recht & Rechtsbescherming,
Postbus 20401, 2500 EK te Den Haag.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.