Wijziging Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3841, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op beschikking nr. 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274);

Gelet op artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4a komt te luiden:

Artikel 4a

De houder van bedrijfsmatig gehouden pluimvee draagt ervoor zorg dat:

a. voedsel en water aan het pluimvee wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt, en

b. het pluimvee geen water krijgt dat afkomstig is van oppervlaktewateren waartoe in het wild levende vogels toegang hebben, tenzij dat water behandeld is om eventueel aanwezig virus te inactiveren.

B

Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

2. De artikelen 1, onderdelen e, f en h, 2, eerste lid, onderdelen b, c en d, en tweede lid, 3, 4, 5, en 5c van deze regeling vervallen met ingang van 1 januari 2006.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2005.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.

Toelichting

Eind november is besloten om met ingang van 1 januari 2006 de afschermplicht voor het hele land te beëindigen en is de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II overeenkomstig aangepast (regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 november 2005, nr. TRCJZ/2005/3575, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II; Stcrt. 231).

De lidstaten zijn ingevolge artikel 1, vierde lid, van beschikking nr. 2005/734/EG van de Commissie van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU 274) gehouden tot een regelmatige beoordeling van de maatregelen die getroffen zijn ter voorkoming van de insleep van Aviaire Influenza (hierna: AI).

Gelet daarop is – zoals aangekondigd in de toelichting op voornoemde wijzigingsregeling – de situatie eind december opnieuw beoordeeld. Uit de beoordeling is gebleken dat er geen aanleiding is om terug te komen op het besluit de afschermplicht per 1 januari 2006 te beëindigen. De piek van de vogeltrek is voorbij en bij de monitoring van wilde vogels zijn tot nu toe in West-Europa geen besmettingen met hoogpathogeen H5N1 aangetroffen.

De verplichting dat het verstrekken van voedsel en water aan bedrijfsmatig gehouden pluimvee binnen of onder een afdak moet plaatsvinden, blijft evenwel bestaan en gaat gelden voor heel Nederland. Op deze manier wordt voorkomen dat wilde vogels, waarbij met name wordt gedacht aan meeuwen, worden aangetrokken door het voedsel en er zo contact plaatsvindt tussen het pluimvee en die wilde vogels. Daarnaast mag het pluimvee geen water aangeboden krijgen dat afkomstig is van oppervlaktewater waartoe in het wild levende vogels toegang hebben, tenzij dat water behandeld is om eventueel aanwezig virus te inactiveren. Als gevolg van deze verplichtingen wordt het risico van contact tussen wilde vogels en pluimvee zo veel mogelijk ingeperkt. De verplichtingen geldt voor bedrijfsmatig gehouden pluimvee. De houder van hobbypluimvee zal worden geadviseerd het pluimvee eveneens binnen of onder een afdak te voederen en drenken met water dat niet afkomstig is van oppervlaktewater. Hiermee wordt bovendien aangesloten bij de maatregelen die zijn getroffen in de buurlanden, waar de afschermverplichting inmiddels is versoepeld onder de voorwaarde dat het pluimvee binnen of onder een afdak wordt gevoederd en gedrenkt.

De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

  • 1

    Stcrt. 2005, 187; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 november 2005 (Stcrt. 231).

Naar boven