Besluit instelling Audit Committee OCW 2005

11 december 2005

FEZ/P&C/SPC/2005/34453

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 66 van de Comptabiliteitswet en artikel 8 van het Besluit taak DAD;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; en

b. MT-OCW: het Managementteam van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft voor de advisering van de minister op het terrein van bedrijfsvoering en verantwoording een Audit Committee.

Artikel 3

Het Audit Committee heeft tot taak:

a. het toezicht houden op de controls in de organisatie zowel voor wat betreft de sturing binnen het departement als de aansturing van het veld;

b. het voeren van de regierol bij de programmering en planning van onderzoeken in het kader van de bedrijfsvoering, controles en handhavingsactiviteiten en het bewaken van de voortgang van verbeteracties;

c. het behandelen van aangelegenheden betreffende het departementale controlebeleid, de bestuurlijke organisatie en de interne controle van de bedrijfsvoering, de informatieverzorging en de financiële verslaglegging;

d. het vaststellen van het control- en auditbeleid;

e. het adviseren van de minister over bovengenoemde onderwerpen;

f. het jaarlijks vaststellen van een auditplan op basis van uitgevoerde departementaalbrede risicoanalyses; en

g. het periodiek (doen) evalueren van de audit-functie.

Artikel 4

Het Audit Committee rapporteert aan de minister. De van het Audit Committee uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter.

Artikel 5

Het Audit Committee bepaalt zijn eigen werkwijze en onderlinge taakverdeling.

Artikel 6

De bepalingen van dit besluit laten onverlet de taken en bevoegdheden van:

a. de directeur van de Auditdienst, zoals omschreven in het Besluit taak DAD, dan wel zoals die voortvloeien uit andere wettelijke regelingen; en

b. de directeur van de directie Financieel Economische Zaken, zoals omschreven in het Besluit Taak FEZ, dan wel zoals die voortvloeien uit andere wettelijke regelingen.

Artikel 7

1. Het Audit Committee bestaat uit de volgende leden:

Voorzitter:

de secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Leden:

de leden van het MT-OCW;

de directeur van de Auditdienst;

de directeur van de directie Financieel Economische Zaken;

de directeur van de directie Toezicht en Handhavingsbeleid; en

drie niet-ambtelijke leden.

2. De directeur van de Auditdienst, de directeur van de directie Financieel Economische Zaken, de directeur van de directie Toezicht en Handhavingsbeleid en de drie niet-ambtelijke leden hebben ten aanzien van de in artikel 3 genoemde taken adviserende bevoegdheden.

3. Het secretariaat van het Audit Committee is belegd bij de directie Financieel Economische Zaken.

Artikel 8

De minister benoemt op voordracht van het MT-OCW drie niet-ambtelijke leden. De zittingstermijn van het niet-ambtelijke lid bedraagt maximaal vier jaren.

Artikel 9

De directeuren van de directies van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die geen lid zijn van het Audit Committee, de directeur onderscheidenlijk hoofddirecteur van de agentschappen, de inspecteur-generaal van het onderwijs alsmede de hoofddirecteur van de Informatie Beheer Groep en de directeur van de Erfgoedinspectie nemen op uitnodiging van de voorzitter deel aan de vergadering.

Artikel 10

De voorzitter en andere leden van het Audit Committee, voor zover geen ambtenaar, ontvangen een vaste beloning op basis van artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen. De beloning wordt bij Koninklijk Besluit nader geregeld.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12

De Beschikking instelling Audit Committee OCenW van 10 december 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Besluit instelling Audit Committee OCW 2005’.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Op grond van artikel 66 van de Comptabiliteitswet en artikel 8 van het Besluit taak DAD is het noodzakelijk een Audit Committee in te stellen. Het Audit Committee zal een regierol vervullen voor zowel de controlfunctie als de auditfunctie binnen het departement. Daarbij zal het Audit Committee zich vooral richten op de kwaliteit van de bedrijfsvoeringsprocessen, de risicoanalyses, de monitoring van de verbeterprocessen, de kwaliteit van de verantwoording en de aansturing van en de rekenschap door gesubsidieerde en bekostigde instellingen. Het Audit Committee treedt voor deze onderwerpen op als adviseur voor de minister. Het Audit Committee stelt jaarlijks het auditplan vast.

Volgens artikel 5 stelt het Audit Committee zijn eigen werkwijze vast. Op grond hiervan kan worden afgesproken dat de niet-ambtelijke leden voorbereidende stukken opstellen e.d.

De reden dat de vorige instellingsbeschikking wordt ingetrokken is de toetreding tot het AC van een derde niet-ambtelijk lid en de directeur Toezicht en Handhavingsbeleid. Tevens is voorzien in een grondslag om de niet-ambtelijke leden een beloning toe te kennen op basis van het vacatiegeldenbesluit 1988.

Daarnaast zijn er enkele redactionele verbeteringen aangebracht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven