Wijziging Reglement Flexibel Pensioen en Uittreden i.v.m. Zorgverzekeringswet

14 december 2005

Nr. 2005-0000322623

DGMOS/AOS/A&A

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet Kaderregeling VUT Overheidspersoneel;

gezien het verzoek van de Stichting Pensioenfonds ABP van 12 december 2005, gedaan mede namens sociale partners in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, tot plaatsing in de Staatscourant;

Besluit:

tot bekendmaking van wijziging van

- het Reglement Flexibel Pensioen en Uittreden over de basis- en aanvullende uitkering in verband met het door sociale partners in de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid op 5 juli 2005 gesloten akkoord en het daarbij behorende addendum van 12 oktober 2005 en in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet.

Artikel I

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1.a ingevoegd luidende:

Fpu-uitkering toegekend vanaf 2006

Artikel 1.a

In geval van toekenning van een fpu-uitkering met ingang van 1 januari 2006 of daarna op grond van dit Reglement, waaronder begrepen een toekenning in verband met een vervolguittreding, wordt die uitkering mede vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in bijlage A.

Artikel II

Artikel 19 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Dekking van de lasten

Artikel 19

1. De lasten die voor het Vut-fonds vanaf 1 april 1997 ontstaan uit de toepassing van het Vutreglement (Stcrt. 249 van 24 december 1996) en van dit Reglement worden gedekt door bijdragen (‘Vut-fonds bijdragen’) van de werkgever.

2. De werkgever is de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, verschuldigd voor iedere in zijn dienst zijnde werknemer die de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt.

3. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt jaarlijks een vast te stellen percentage van het inkomen, bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.4 van het Pensioenreglement en de overgangsbepaling bij artikel 3.1 van het Pensioenreglement.

4. Het in het vorige lid bedoelde percentage wordt vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, lid 2 van de Vut-overeenkomst.

5. De Vut-fonds bijdrage voor een werknemer in een deeltijddienstverhouding bedraagt, gedurende de periode waarover een deeltijdfactor is vastgesteld, de in het eerste lid bedoelde bijdrage vermenigvuldigd met die deeltijdfactor.

Artikel III

Artikel 21, eerste lid komt als volgt te luiden:

Verhaal Vut-fonds bijdrage

Artikel 21

1. De werkgever verhaalt 50 procent van de som van de verschuldigde vut-fondsbijdrage en de verschuldigde pensioenpremie ter zake van de inkoop bedoeld in overgangsbepaling C bij artikel 7.5 van het Pensioenreglement nadat eerst een deel ter grootte van 0,8% van de genoemde som volledig op de werknemer is verhaald.

Artikel IV

Bijlage A

Na artikel 27 wordt bijlage A ingevoegd luidende:

Bijlage A behorende bij artikel 1.a van dit Reglement, betreffende fpu-uitkeringen toegekend met ingang van 2006

Met inachtneming van de afspraken uit het door sociale partners in de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid op 5 juli 2005 gesloten akkoord en het daarbij behorende addendum van 26 oktober 2005, wordt in geval van toekenning van een fpu-uitkering met ingang van 1 januari 2006 of daarna op grond van dit Reglement, waaronder begrepen een toekenning in verband met een vervolguittreding, die uitkering mede vastgesteld met inachtneming van het onderstaande.

1. Werkingssfeer

Onder werknemer wordt verstaan, de werknemer geboren voor 1 januari 1950 die per 1 april 1997 uitzicht heeft verkregen op een aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 4 en dat uitzicht sindsdien heeft behouden.

2. Spilleeftijd (zoals materieel bedoeld in artikel 4 en 5)

a. Voor werknemers die zijn geboren op uiterlijk 1 april 1947 wordt de fpu-uitkering berekend met een spilleeftijd van 61 jaren en twee maanden.

b. Voor werknemers die zijn geboren na 1 april 1947 en voor 1 januari 1950 wordt de fpu-uitkering berekend met een spilleeftijd van 62 jaren en drie maanden.

c. Om recht te kunnen doen gelden op een verhoging van de aanvullende uitkering op grond van een diensttijd als bedoeld in artikel 5, lid 7 dient de werknemer tenminste een diensttijd te hebben van respectievelijk 42 jaren en twee maanden, 43 jaren en twee maanden, 44 jaren en twee maanden.

3. Berekening uitkering

a. In geval van uittreden voor de onder 2 genoemde spilleeftijd wordt de fpu-uitkering, met inbegrip van de basisuitkering, actuarieel verminderd.

b.In geval van uittreden na de onder 2 genoemde spilleeftijd wordt de fpu-uitkering, met inbegrip van de basisuitkering, actuarieel verhoogd.

c. De actuariële verhoging wordt berekend over de periode van uittreden na de spilleeftijd voor zover die periode is gelegen na 31 december 2005.

d. In geval de werknemer tevens recht kan doen gelden op een actuariële verhoging op grond van artikel 5 wordt die actuariële verhoging toegepast die voor de deelnemer voorziet in het hoogste uitkeringsniveau.

e. Het bestuur past de actuariële tabellen behorende bij dit Reglement toe met inachtneming van de onder 2 genoemde spilleeftijden.

f. Het effect van de beëindiging van de opbouw flexibel pensioen vanaf 1 januari 2006 wordt gecompenseerd door de fpu-uitkering op grond van dit Reglement.

4. Anticumulatie

a. Voor de toepassing van de anticumulatieregeling in geval van samenloop van de fpu-uitkering met inkomsten uit arbeid of bedrijf, op grond van artikel 9, wordt uitgegaan van een grensbedrag ter grootte van 90 procent van het inkomen.

b. Bij de toetsing van artikel 9 wordt voor fpu-uitkeringen die ingaan per 1 juli 2006 of daarna uitgegaan van een referteperiode van 1 juli 2005 tot de datum van het fpu-ontslag.

Artikel V

Artikel 12 komt als volgt te luiden:

Ziektekostenpremie

Artikel 12

1. De op basis van de Zorgverzekeringswet door het individu verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage over het ten laste van het Vut-fonds komende deel van de fpu-uitkering wordt vergoed door het Vut-fonds.

2. De op basis van de Zorgverzekeringswet door het individu verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage over een uitkering op grond van artikel 18 van dit Reglement wordt door het Vut-fonds in rekening gebracht bij de desbetreffende werkgever. Bij de bepaling van het maximaal verschuldigde bedrag aan premie wordt eerst het ten laste van het Vut-fonds komende deel van de fpu-uitkering in aanmerking genomen.

Artikel VI

Artikel 27 komt te luiden als volgt:

Artikel 27

Dit Reglement met bijlagen, in werking getreden op 1 april 1997, is laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 januari 2006.

Artikel VII

De wijzigingen bedoeld in artikel I tot en met VI treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst doch niet eerder dan met ingang van 1 januari 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur Arbeidszaken Openbare Sector,
C.J.A. Maas.

Naar boven