Instellingsregeling Critical Review Team

16 december 2005

HDJZ/I&O/2005-2330

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

Er is een Critical Review Team Zuiderzeelijn, hierna te noemen CRT.

Artikel 2

Het CRT heeft tot taak het gehele proces alsmede de inhoudelijke totstandkoming van de Structuurvisie Zuiderzeelijn te begeleiden en daarover te rapporteren aan de Minister van Verkeer en Waterstaat in relatie tot de bevindingen van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten, het toetsingskader voor grote projecten dat hieruit is afgeleid en het standpunt dat hierover door de regering is ingenomen.

Artikel 3

1. De Minister van Verkeer en Waterstaat benoemt de leden van het CRT. Het CRT bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.

2. Tot lid van het CRT worden benoemd:

– mr. E. (Ewald) Kist, voorzitter;

– drs. H.J. (Hein) Hamer, lid;

– prof. dr. A. (Arnold) Heertje, lid;

– drs. G.B.M. (Gerd) Leers, lid;

– ir. M.E. (Marike) van Lier Lels, lid;

– prof. ir. A.A.J. ( Albert) Pols, lid.

3. De leden van het CRT worden op eigen aanvraag door de Minister van Verkeer en Waterstaat ontslagen. De Minister van Verkeer en Waterstaat kan hen voorts schorsen en ontslaan wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

4. De voorzitter en leden ontvangen een vergoeding overeenkomstig het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de Regeling van de Minister van Financiën van 22 november 2004 houdende de vaststelling van de maximumbedragen in het kader van het Vacatiegeldenbesluit 1988. Daarnaast kan een vergoeding worden verleend van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regels die gelden ten aanzien van burgerlijke rijksambtenaren.

Artikel 4

Over de bevindingen wordt bij meerderheid van stemmen besloten in aanwezigheid van ten minste twee derden van de leden. Een lid dat ter vergadering een standpunt heeft ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, kan zijn standpunt in de rapportage laten opnemen.

Artikel 5

Het CRT heeft een secretaris. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan het CRT.

Artikel 6

Het CRT kan inlichtingen inwinnen bij ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en voorts bij daarvoor in aanmerking komende functionarissen en organisaties binnen en buiten de rijksoverheid. Het CRT kan zich laten ondersteunen door externe bureaus of personen.

Artikel 7

De Archiefbescheiden van het CRT worden na opheffing van het CRT, of zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgedragen aan het archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Zij werkt terug tot 19 oktober 2005 en vervalt met ingang van 1 juli 2007.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Critical Review Team.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Inleiding

Het project Zuiderzeelijn heeft een stap terug gezet naar aanleiding van het onderzoek van de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (Kamerstukken II 2003/04, 29283, nrs. 5–6) naar besluitvorming rond grote infrastructurele projecten. Dit betekent dat in de huidige projectfase voor het project Zuiderzeelijn niet de aanbesteding wordt georganiseerd (in de vorm van een prijsvraag). Besloten is de besluitvorming over nut en noodzaak te hernieuwen/actualiseren met behulp van het opstellen van een structuurvisie. Deze Structuurvisie zal de basis vormen voor de discussie over de nut en noodzaak van het project Zuiderzeelijn. Een deelrapport van TCI gaat specifiek in op dit project en concludeert dat nut en noodzaak voor dit project onvoldoende is aangetoond en dat het nu niet het moment is om het besluit te nemen om tot uitwerking van de trajectnota over te gaan. Naar aanleiding van dit rapport is besloten een integrale structuurvisie op te stellen als basis voor de nut en noodzaakdiscussie.

De Structuurvisie Zuiderzeelijn moet licht werpen op de actualiteit van de probleemstelling, de doelstelling van het project, de mogelijke alternatieven en de samenhang met andere plannen en projecten binnen de ruimtelijke hoofdstructuur en in de betreffende regio’s (Noord-Nederland en Noordvleugel van de Randstad). Deze samenhang is mede bepalend voor het maatschappelijk rendement van het project en de ruimtelijke ontwikkeling in de regio’s.

De Structuurvisie Zuiderzeelijn is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en Verkeer en Waterstaat (VenW) vanwege de ruimtelijke en ruimtelijk-economische aspecten die naast bereikbaarheid een rol spelen. VenW zal het eerste aanspreekpunt van de Structuurvisie zijn en in die zin de trekkersrol vervullen. Een interdepartementale projectorganisatie met bovengenoemde departementen is ingesteld. Ook andere departementen van het Ministerie van Financiën (FIN) en Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) worden nauw bij de ontwikkeling van de Structuurvisie betrokken.

De Structuurvisie komt tot stand met brede betrokkenheid van de omgeving van het project (maatschappelijke organisaties, adviserende instanties en inwoners). De betrokkenheid van de omgeving heeft enerzijds tot doel de omgeving mee te nemen in het proces dat wordt gevolgd en anderzijds inzicht te krijgen in de meningen en belangen van de verschillende groeperingen ten aanzien van het project zodat ook een integrale afweging van deze belangen kan plaatsvinden.

De Structuurvisie zal bestaan uit een probleemanalyse, een uitwerking van alternatieven (onder meer kosten-batenanalyse, strategische milieubeoordeling en business case), een breed proces met betrokkenen (maatschappelijke organisaties, regionale overheden en inwoners) en een serieuze marktverkenning.

De planning is gericht op besluitvorming over de Structuurvisie op 1 april 2006 (PKB I). Daarna zal inspraak plaatsvinden (PKB II).

Taken van het Critical Review Team (CRT)

Het CRT wordt ingesteld om in de Structuurvisiefase Zuiderzeelijn extra aandacht te besteden aan kernwaarden als openheid en transparantie, externe oriëntatie en borging van (maatschappelijke en inhoudelijke) kwaliteit. Het is van groot belang dat het CRT de betrokkenen bij de voorbereiding van de structuurvisie als het ware een spiegel voorhoudt. Dit is namelijk de eerste structuurvisie volgens het TCI-toetskader, het eerste project waar vooraf expliciet wordt gesteld dat de nut en noodzaakdiscussie zal worden gevoerd. Het kabinet en de Tweede Kamer zullen medio 2006 op basis van inhoud (Structuurvisie) en proces (de nut en noodzaakdiscussie) besluiten over die nut en noodzaak en over een eventueel vervolgproces voor het project.

Met het CRT is beoogd een open proces met de omgeving, het opleveren van feitelijke en robuuste inhoudelijke resultaten en het organiseren van transparante besluitvorming te bevorderen. Het doel van het CRT is de Zuiderzeelijn, conform het toetskader van de TCI, als voorbeeldproject voor toekomstige projecten te laten dienen.

Ter uitvoering van hun taak wordt van het CRT verwacht zowel gevraagd als ongevraagd het leveren van kritiek en het geven van feedback, het ter beschikking stellen van kennis, opinie en expertise.

Toetskaders voor het CRT

Als initieel toetskader voor het CRT gelden de TCI-rapporten (met name het hoofdrapport en het Zuiderzeelijn-rapport). In de loop van de Structuurvisiefase zal het CRT de probleemanalyse en het daaruit voortvloeiende ‘Beoordelingskader voor Nut en Noodzaak’ ook als toetskader kunnen hanteren. Het staat het CRT vanzelfsprekend vrij om ook andere toetskaders te hanteren.

Rapportagevorm

Het CRT rapporteert de bevindingen aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Het CRT zal voorafgaand aan het kabinetsvoornemen (maart 2006) een overall oordeel geven over de Structuurvisiefase (over zowel de inhoud van de Structuurvisie als over het gevolgde proces). Deze rapportage kan na de inspraakperiode (april–mei 2006) nog worden aangevuld en wordt tijdens de laatste plenaire CRT-bijeenkomst (juni 2006) vastgesteld. In verband met eventuele uitloop van de werkzaamheden blijft het CRT bestaan tot 1 juli 2007.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven