Wijziging Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 december 2005, nr. KvI2005216426, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (implementatie richtlijn nr. 2005/13)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn nr. 2005/13/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2005 (PbEU L55) tot wijziging van richtlijn nr. 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers, en tot wijziging van bijlage I bij richtlijn nr. 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en op artikel 5, derde en vierde lid, van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines;

Besluit:

Artikel I

Artikel 4 van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) worden onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, acht onderdelen toegevoegd, luidende:

d. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie H, bedoeld in artikel 9, derde lid bis, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2006, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.4 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

e. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorieën I en K, bedoeld in artikel 9, derde lid bis, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2007, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.4 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

f. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie J, bedoeld in artikel 9, derde lid bis, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2008, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.4 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

g. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie L, bedoeld in artikel 9, derde lid, quater, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2011, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.5 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

h. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorieën M en N, bedoeld in artikel 9, derde lid quater, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2012, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.5 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

i. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie P, bedoeld in artikel 9, derde lid quater, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2013, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.5 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

j. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie Q, bedoeld in artikel 9, derde lid quinquies, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 januari 2014, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn hanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.6 van bijlage I bij richtlijn 97/68;

k. indien het een motor met compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, van de motorcategorie R, bedoeld in artikel 9, derde lid quinquies, van richtlijn 97/68, betreft: met ingang van 1 oktober 2014, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn hanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.1.2.6 van bijlage I bij richtlijn 97/68.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid kunnen motoren in de handel worden gebracht volgens de procedure, bedoeld in bijlage IV bij richtlijn 2000/25.

3. In afwijking van het eerste lid kunnen motoren van de categorieën, bedoeld in het eerste lid, onder d tot en met k, die voor de in die onderdelen genoemde data zijn geproduceerd, tot uiterlijk 24 maanden na die datum in de handel worden gebracht.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling strekt tot uitvoering van richtlijn nr. 2005/13/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2005 (PbEU L55) tot wijziging van richtlijn nr. 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers, en tot wijziging van bijlage I bij richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers (hierna: richtlijn 2005/13).

Voor de implementatie van richtlijn 2005/13 is een wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (hierna: besluit) en de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (hierna: regeling) noodzakelijk.

Met deze wijziging van richtlijn 2000/251 wordt de flexibele regeling als hieronder aangegeven ook van toepassing op trekkers. De flexibele regeling is opgenomen in richtlijn 97/682 door een wijziging van die richtlijn door richtlijn 2004/26.3 De flexibele regeling behelst een speciale regeling voor de fabrikanten van machines om met toestemming een beperkt aantal motoren in de handel te brengen die nog voldoet aan de emissiegrenswaarden van de voorafgaande fase. In artikel 4, tweede lid, is de zogenoemde flexibele regeling opgenomen.

De richtlijn verlaagt de emissiegrenswaarden voor trekkers. Voor de producenten van motoren bestemd om te worden ingebouwd in trekkers betekent dit dat zij de motoren in overeenstemming met de vereisten van de richtlijn dienen te brengen en ten bewijze daarvan aan een typekeuring dienen te onderwerpen. De administratieve inspanningen die met het aanvragen van een dergelijke typekeuring gepaard gaan, worden aangemerkt als administratieve lasten. Een typekeuring kan in elke lidstaat worden aangevraagd. Wanneer in een lidstaat de typekeuring wordt verleend, is deze vervolgens geldig binnen de gehele Europese Unie.

Voor zover bekend zijn er in Nederland geen fabrikanten gevestigd van motoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd in trekkers. Wel is het denkbaar dat een buitenlandse fabrikant, door tussenkomst van een importeur, de Dienst Wegverkeer (RDW) vraagt de typekeuring uit te voeren. De inspanningen voor die fabrikant drukken dan dus niet op het Nederlandse bedrijfsleven. De eventuele bemoeienis van de in ons land gevestigde importeur zal normaliter door hem op de fabrikant van de betreffende motor worden verhaald. Per saldo brengen het besluit en de regeling dan ook geen nieuwe administratieve lasten met zich voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Deze regeling heeft geen effect op de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Daarom is deze regeling niet voorgelegd aan het Adviescollege voor Toetsing van de Administratieve Lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 4 bestond slechts uit onderdelen. Het oorspronkelijke artikel 4 is thans het eerste lid geworden. Aan het eerste lid zijn vervolgens acht onderdelen toegevoegd. In de onderdelen d tot en met k zijn de aangescherpte emissienormen voor de motoren bestemd om te worden gemonteerd dan wel gemonteerd in trekkers opgenomen. Deze eisen zijn in lijn gebracht met de eisen aan motoren met een compressieontsteking, werkend met een anders dan constant toerental, bestemd om te worden gemonteerd in mobiele machines. Voor verschillende typen motoren die zijn onderscheiden naar vermogen, gaan de eisen op verschillende data gelden. Ook sluit het tijdschema uit richtlijn 2005/13 met daarin de data waarop bepaalde eisen voor bepaalde motortypen gaan gelden, aan bij het tijdschema zoals opgenomen in richtlijn 97/68. Dit is ook nodig aangezien het om dezelfde motoren kan gaan. Een bepaald type motor kan zowel bestemd zijn om ingebouwd te worden in een mobiele machine als in een trekker. Er zit één verschil in het tijdschema en dat is voor de motorcategorie H. Dit komt omdat het tijdstip waarop je een typegoedkeuring niet mag weigeren, niet voor de inwerkingtreding van de richtlijn kan liggen.

In het derde lid is een zogenoemde voorradenregeling opgenomen. Op het moment dat de aangescherpte normen gaan gelden, heeft de fabrikant nog 24 maanden de tijd om zijn voorraden te verkopen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage behorende bij de toelichting

Transponeringstabel

Artikel(lid) richtlijn 2005/13 ter wijziging van richtlijn 2000/25

Implementatie in

Artikel 1, onder 1 en 2 (ruilmotor)

Artikel 1 en 6 van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (BTLT)

Artikel 1, onder 3 (flexibele regeling)

Artikel 4 Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (RUBTLT)

Artikel 1, onder 4, onder a (toevoegen onderdelen c, d en e aan tweede van art. 4)

Behoeft geen implementatie

Artikel 1, onder 4, onder b (wijziging derde lid van art. 4)

Artikel 4 RUBTLT

Artikel 1, onder 4, onder c (vervanging vijfde lid van art. 4)

Is al geïmplementeerd in art. 10 , derde lid, BTLT

Artikel 1, onder 4, onder d (nieuw zesde lid van art. 4)

Artikel 4 RUBTLT

Artikel 1, onder 4, onder d (nieuw zevende lid van art. 4)

Behoeft geen implementatie

Artikel 1, onder 4, onder d (nieuw achtste lid van art. 4)

Behoeft geen implementatie

Artikel 1, onder 5 (wijziging bijlagen I, II en III)

Is al geïmplementeerd in artikel 2 en artikel 11 BTLT

Artikel 1, onder 6 (toevoeging bijlage IV)

Is al geïmplementeerd in artikel 2 en artikel 11 BTLT

Artikel 2 (wijziging bijlage I bij richtlijn nr. 2003/37)

Is al geïmplementeerd via artikel 17, eerste lid, Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring

Artikelen 3 tot en met 5

Behoeft geen implementatie

  • 1

    Stcrt. 2001, 20; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 17 mei 2005 (Stcrt. 93).

Naar boven