Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Regeling tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer in verband met wijziging van modellen van enkele vervoerbewijzen, aanpassing van tarieven voor nationale vervoerbewijzen en aanpassing van enkele zoneringen

13 december 2005

Nr. HDJZ/S&W/2005-2278

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 42 en 43, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

Artikel I

De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De modellen voor een 15 strippenkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen d en dd, worden vervangen door de in bijlage 1 behorende bij deze regeling opgenomen modellen.

2. De modellen voor een 45 strippenkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen e en ee, worden vervangen door de in bijlage 2 behorende bij deze regeling opgenomen modellen.

3. Het model voor een OV-⁠studentenkaart opgenomen in onderdeel 6, wordt vervangen door de in bijlage 3 behorende bij deze regeling opgenomen modellen.

B

Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 4 behorende bij deze regeling.

C

1. In bijlage 4 wordt blad 21 Oost van 1 juli 2005 vervangen door blad 21 Oost van 1 januari 2006, opgenomen in bijlage 5 behorende bij deze regeling.

2. In bijlage 4 wordt blad 51 Oost van 1 juli 2002 vervangen door blad 51 Oost van 1 januari 2006 opgenomen bijlage 6 behorende bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen 5 en 6 die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Bijlage 1

d. 15 strippenkaart

1. voltarief

voorzijde

achterzijde

2. reductietarief

voorzijde

achterzijde

Bijlage 2

e. 45 strippenkaart

voorzijde

achterzijde

Bijlage 3

6. OV-studentenkaart

Bijlage 4

Tarieven nationale vervoerbewijzen per 1 januari 2006

1. Voor strippenkaarten is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort	Vol tarief	Reductietarief
a. 2 strippen	€ 1,60
b. 3 strippen	€ 2,40
c. 8 strippen	€ 6,40
d. 15 strippen	€ 6,70	€ 4,40
e. 45 strippen	€ 19,80

2. Het reductietarief genoemd onder 1 is geldig voor kinderen, ouderen, voor houders van een OV-studentenkaart tijdens de periode waarin reizen met reductie is toegestaan, alsmede voor het vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

3. Voor de landelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 12,80.

4. Voor de stedelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 6,40.

5. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een week is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort	Vol tarief	Reductietarief
a. 1 ster	€ 10,60	€ 7,00
b. 2 ster	€ 18,20	€ 12,00
c. 3 ster	€ 27,15	€ 17,95
d. 4 ster		€ 23,50
e. 5 ster		€ 29,40
f. 6 ster		€ 35,30
g. netabonnement		€ 41,45

6. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Kaartsoort	Vol tarief	Reductietarief
a. 1 ster	€ 35,10	€ 23,15
b. 2 ster	€ 59,55	€ 39,30
c. 3 ster	€ 88,50	€ 58,40
d. 4 ster	€ 117,80	€ 77,75
e. 5 ster	€ 146,70	€ 96,85
f. 6 ster	€ 175,85	€ 116,05
g. netabonnement	€ 208,50	€ 137,60

7. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar bedraagt het verschuldigde tarief tien maal het tarief dat de reizigers verschuldigd is voor een abonnement met de geldigheidsduur van een maand.

8. Het reductietarief voor de abonnementen geldt voor kinderen, jeugdigen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

9. Voor een combinatie-netabonnement met een geldigheidsduur van een dag is het tarief vastgesteld op € 5,00.

10. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Maandkaart	Tarief
a. 1 ster	€ 25,50
b. 2 ster	€ 38,00
c. 3 ster	€ 51,50
d. netabonnement	€ 62,50

11. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Jaarkaart	Tarief
a. 1 ster	€ 274,00
b. 2 ster	€ 411,00
c. 3 ster	€ 537,50

12. Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Stad/streekdeel OV-jaarkaart	Tarief
a. 1 persoon	€ 494,50
b. 2 personen	€ 566,50
c. 3 personen	€ 591,00
d. 4 personen	€ 606,00
e. 5 personen	€ 618,00
f. 6 of meer personen	€ 630,00
g. bedrijven	€ 577,50

13. Voor de zomertoerpluskaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Zomertoerpluskaart	Tarief
a. 2 personen	€ 11,50
b. 3 personen	€ 16,50

14. Voor de OV-studentenkaart is een tarief verschuldigd van € 0,00.

15. Voor de zomerzwerfkaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Zomerzwerfkaart	Tarief
a. voltarief	€ 8,90
b. reductietarief	€ 5,90

16. Het reductietarief voor de zomerzwerfkaart geldt voor kinderen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.

Toelichting

Deze wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer ziet op een drietal aanpassingen. Deze aanpassingen worden hieronder nader toegelicht.

Artikel I, onderdeel A (aanpassen modellen vervoerbewijzen)

Er komt een nieuw model voor de 15- en 45 strippenkaarten als genoemd onder 1d en 1dd en onder 1e en 1ee. De lay-out van deze strippenkaarten is gewijzigd omdat is geconstateerd dat er met de huidige modellen wordt gefraudeerd. Hoewel hiervan aangifte is gedaan, is het tot op heden niet mogelijk gebleken de bron van de fraude te achterhalen.

Overigens blijven de oude modellen nog wel geldig tot 12 maanden na de volgende tariefwijziging (artikel 14, tweede lid van de regeling). Dat is dus tot 1 januari 2007.

Zoals elk jaar gebruikelijk is, komen er ook nieuwe modellen van de OV-studentenkaart. Dit is nodig om de controle op de geldigheid van deze vervoerbewijzen eenvoudig mogelijk te maken.

Artikel I, onderdeel B (verhoging tarieven)

Deze vernieuwde bijlage betreft een verhoging van de stads- en streekvervoertarieven met ingang van 1 januari 2006. Over de vaststelling van de nieuwe tarieven is overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de decentrale overheden met bevoegdheden op het terrein van het openbaar vervoer, de vervoerbedrijven en de consumentenorganisaties.

De tariefstijging van de voorverkoopstrippenkaarten en de abonnementen komt gemiddeld uit op 2,62%. De tarieven van de wagenverkoopstrippenkaarten, die in 2003 fors zijn gestegen, worden niet verhoogd. Het reductiepercentage van de reductietarieven voor ouderen, kinderen van 4 tot en met 11 jaar en jeugdigen van 12 tot en met 18 jaar (alleen voor abonnementen) ten opzichte van het voltarief blijft gehandhaafd op 34%. In deze tariefstijging is een stijging van 1,37 procentpunt opgenomen in verband met de gestegen kosten van de brandstof. Voor het overige is de tariefstijging afgestemd op de kostenontwikkeling. Een tariefstijging van 2,62% is nodig om, gegeven de kostenontwikkeling en effecten van vraaguitval, het bestaande vervoerproduct in stand te kunnen houden.

Artikel 1, onderdelen C en D (zonewijzigingen)

De wijzigingen neergelegd in onderdeel C, zien op een wijziging van de zone-indeling. De zone-indelingen zijn vastgelegd in bladen die onderdeel uitmaken van bijlage 4 van de regeling. De verzoeken tot wijziging van de zone-indeling voldoen aan de criteria zoals gesteld in de artikelen 10 en 11 van de regeling.

In onderdeel C, onder 1, wordt de zonering in de gemeente Zwolle op verzoek van het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel gewijzigd. Het gaat om de volgende aanpassingen van blad 21 Oost:

1. De zonegrens tussen de zones 4610 en 4680 loopt vanaf de IJssel parallel aan het spoor tot aan de dijk en dan vervolgens in een rechte lijn naar de Van Karnebeektunnel tussen de Oosterlaan en de Hanzelaan. De nieuwe zonegrens wordt gelegd op de route van lijn 2 en 8. Dit is vanaf de Van Karnebeektunnel op de Hanzelaan, Koggelaan, Hanzelaan, Burgemeester van Walsumlaan en de Pilotenlaan.

2. De overlapzone wordt in de zuidoostelijke hoek zodanig uitgebogen dat de halte van de van Karnebeektunnel aan de Hanzelaan binnen de overlapzone valt.

3. De grens tussen de zones 4610 en 4601 wordt verlegd van de Borneostraat en het verlengde in noordoostelijke richting tot de Ceintuurbaan naar de Van Wevelinkhovenstraat en dan vervolgens in het verlengde in noordoostelijke richting tot de Ceintuurbaan.

Op verzoek van het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven wordt de zonering op blad 51 Oost gewijzigd. Het gaat er daarbij om de OV-zonering zodanig te wijzigen dat de grenzen van de zones 6412 en 6510, die nu gedeeltelijk over de Leenderweg lopen worden verplaatst naar de oostkant van de Leenderweg. Dit is nodig omdat de bussen die over deze weg rijden zich nu op de heen- en de terugreis in een verschillende zone bevinden.

Het Overlegorgaan Personenvervoer heeft met de regeling ingestemd.

In het slotformulier van de regeling is bepaald dat bijlage 4 bij de regeling bekend wordt gemaakt door terinzagelegging. Deze terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, thans gevestigd aan de Koningskade 4 te Den Haag.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

• 1 Stcrt. 2000, 245; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 28 september 2005 (Stcrt. 189).