Wijziging regeling WWB

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2005, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2005/101681, houdende wijziging van de regeling WWB met betrekking tot de uit- en aanbestedingsverplichting, de kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk en de aanspraak op vakantietoeslag

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 31, tweede lid, onderdeel k, en vierde lid, van de Wet werk en bijstand en artikel 4.1, derde lid, van het Besluit SUWI;

Besluit:

Artikel I

De Regeling WWB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 vervalt.

B

Artikel 7, onderdeel h, komt te luiden:

h. een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste € 95,– per maand met een maximum van € 764,– per jaar, dan wel een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet van ten hoogste € 150,– per maand met een maximum van € 1500,– per jaar.

C

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

Indexering

1. Met ingang van de dag waarop de bedragen, genoemd in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wijzigen, worden de bedragen, genoemd in artikel 7, onderdeel h, herzien met het percentage van deze wijziging.

2. Van de herziene bedragen, bedoeld in het eerste lid, en van de dag waarop de herziening plaatsvindt wordt door de minister mededeling gedaan in de Staatscourant.

D

In artikel 9 wordt ‘in het kalenderjaar 2005’ vervangen door: in het kalenderjaar 2006.

E

De tabel die is opgenomen in artikel 11 wordt vervangen door:

Bij een netto inkomen per maand

   

gelijk aan of meer dan

en minder dan

 

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

0,00

483,41

 

8,00%

x ink

  

483,41

552,86

 

7,75%

x ink

– €

12,85

552,86

1000,82

 

6,54%

x ink

– €

6,13

1000,82

1059,44

 

1,96%

x ink

+ €

39,76

1059,44

1073,38

 

1,80%

x ink

+ €

33,88

1073,38

   

5,75%

x ink

– €

8,36

F

De tabel die is opgenomen in artikel 12 wordt vervangen door:

Bij een netto inkomen per maand

   

gelijk aan of meer dan

en minder dan

 

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

0,00

455,96

 

8,00%

x ink

  

455,96

906,22

 

8,01%

x ink

– €

13,27

906,22

954,21

 

2,38%

x ink

+ €

37,63

954,21

965,45

 

2,21%

x ink

+ €

31,88

965,45

   

7,04%

x ink

– €

14,70

G

De tabel die is opgenomen in artikel 13 wordt vervangen door:

Bij een netto inkomen per maand

     

gelijk aan of meer dan

en minder dan

 

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

0,00

740,39

 

8,00%

x ink

  

740,39

788,39

 

2,38%

x ink

+ €

41,58

788,39

799,62

 

2,22%

x ink

+ €

35,56

799,62

   

7,04%

x ink

– €

3,03

H

In artikel 14, eerste lid, wordt ‘5,50%’ vervangen door: 5,70%.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Algemeen

In de onderhavige regeling wordt de Regeling WWB op drie punten aangepast, te weten: het laten vervallen van de uitzonderingen op de aanbestedingsverplichting respectievelijk de uitbestedingsverplichting voor reïntegratiewerkzaamheden, een verruiming van de vrij te laten kostenvergoeding met betrekking tot het verrichten van vrijwilligerswerk en een aanpassing van de regels met betrekking tot de aanspraak op vakantietoeslag met ingang van 1 januari 2006.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In artikel 6 van de Regeling WWB is geregeld in welke gevallen de uitbestedingsverplichting respectievelijk de aanbestedingsverplichting op grond van artikel 4.1 van het Besluit SUWI niet van toepassing is. Per 13 juli 2005 zijn evenwel de bijzondere regels voor de aanbesteding van reïntegratiewerkzaamheden uit artikel 4.1 van het Besluit SUWI geschrapt. Daarnaast vervalt per 1 januari 2006 de uitbestedingsverplichting voor reïntegratiewerkzaamheden in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Per die datum zal artikel 4.1 van het Besluit SUWI hierop worden aangepast. De uitzonderingen op de aanbestedingsverplichting respectievelijk de uitbestedingsverplichting van artikel 6 van de Regeling WWB kunnen dan ook vervallen.

Artikel I, onderdelen B en C

De regering heeft in het Belastingplan 2006 voorgesteld de onbelaste kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk met ingang van 1 januari 2006 te verhogen tot € 150,–per maand met een maximum van € 1500,– per jaar. Vrijwilligerswerk kan een goede manier zijn voor uitkeringsgerechtigden om nuttige ervaringen op te doen die hen kunnen helpen een betaalde baan te vinden. Het kabinet wil daarom gemeenten bij de uitvoering van de WWB de mogelijkheid bieden om, in het geval het vrijwilligerswerk plaats vindt in het kader van een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling, aan te sluiten bij de onbelaste kostenvergoeding zoals deze per 1 januari 2006 zal gaan gelden op grond van artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en in het verlengde daarvan in de Regeling onkostenvergoeding vrijwilligerswerk. Het gaat hierbij om die gevallen, waarin het college het aanbieden van vrijwilligerswerk noodzakelijk acht in het kader van de arbeidsinschakeling. In alle andere gevallen bedraagt de hoogte van de in het kader van de WWB vrijgelaten kostenvergoeding € 95,– per maand met een maximum van € 764,– per jaar. Het betreft hier de bedragen in de huidige regeling onkostenvergoeding vrijwilligerswerk die, zoals voorheen onder artikel 38, tweede lid, van de WWB gebruikelijk was, met ingang van 1 januari 2006 zijn opgehoogd met het percentage van wijziging van het nettominimumloon zonder de daarin begrepen vakantieaanspraak op vakantiebijslag. In het vervolg zal de hoogte van de kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk aangepast worden, met ingang van de dag waarop, en met een gelijk percentage waarmee, de bedragen, genoemd in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, wijzigen. Van deze herziening wordt door de minister mededeling gedaan in de Staatscourant. In het verlengde van voormeld artikel in de Wet op de loonbelasting 1964 wordt in de onderhavige regeling in plaats van een weekbedrag thans een maandbedrag opgenomen.

Artikel I, onderdelen D tot en met H

Op grond van artikel 31, vierde lid, van de WWB wordt de aanspraak op vakantietoeslag die over een inkomen bestaat niet vastgesteld op het te zijner tijd feitelijk uit te betalen bedrag, maar wordt deze, uitgaande van het maandinkomen, forfaitair vastgesteld aan de hand van de rekenregels opgenomen in paragraaf 6 van de Regeling WWB. Uitgangspunt bij de opstelling van de in die regeling opgenomen rekenregels is dat de aldus het vastgestelde vakantietoeslag slechts binnen beperkte marge mag afwijken van het feitelijk door betrokkene te ontvangen bedrag. In deze regeling zijn daartoe de belastingtarieven en premies verwerkt die van toepassing zijn in het jaar waarop de verrekening van het inkomen plaatsvindt. Per 1 januari 2006 wijzigen de belastingtarieven, de premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen en vinden er wijzigingen in het bruto-netto traject plaats in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet. In verband hiermee dienen de rekenregels in paragraaf 6 van de Regeling WWB te worden aangepast.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven