Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar DSRT 2005

Besluit van de Minister van Justitie van 16 december 2005, nr. 5393650/505/CBK, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen van het Korps Landelijke Politiediensten

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede van de Wet op de economische delicten en artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder

a. buitengewoon opsporingsambtenaar: de medewerker van de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen van het Korps Landelijke Politiediensten;

b. DSRT: de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen;

c. KLPD: het Korps Landelijke Politiediensten.

Artikel 2

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten voorzover dit op grond van de aard van de opgedragen werkzaamheden noodzakelijk is.

2. Op grond van dit besluit kunnen maximaal 100 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 3

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten.

Artikel 4

De korpschef van het KLPD brengt jaarlijks vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de DSRT van het KLPD;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten.

Artikel 5

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar wordt ontheffing verleend van de bekwaamheidseis, vastgesteld krachtens artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover deze buitengewoon opsporingsambtenaar de opsporingsbevoegdheid alleen nodig heeft voor het opmaken van technische processen-verbaal, waarbij hij geen verklaringen van verdachten of getuigen behoeft op te nemen.

Artikel 6

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar KLPD 2004, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 oktober 2005 en vervalt op 1 oktober 2010.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar DSRT 2005.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH te Den Haag.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
Hoofd bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden, R.R. Joesoef Djamil.

Toelichting

De korpschef van het KLPD heeft bij brief van 8 november 2005 verzocht om 100 medewerkers van de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen (DSRT) te kunnen beëdigen met ontheffing van de bekwaamheidseis, welke is vastgesteld bij artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

De betreffende administratief en technisch medewerkers van de DSRT hebben de status van buitengewoon opsporingsambtenaar nodig voor het ambtsedig kunnen opmaken van technische processen-verbaal, waarbij geen verklaringen van verdachten of getuigen behoeven te worden opgenomen. De buitengewoon opsporingsambtenaren bij de DSRT voldoen hiermee aan de criteria als gesteld in mijn Circulaire bekwaamheid en betrouwbaarheid buitengewoon opsporingsambtenaar, waarin de mogelijkheden voor ontheffing van de bekwaamheidseis zijn beschreven.

De momenteel werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren bij de DSRT zijn als politieboa benoemd op basis van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar KLPD 2004, doch zonder de gevraagde ontheffing van de bekwaamheidseis. In mijn Circulaire functielijst buitengewoon opsporingsambtenaar is beschreven dat aan politieboa’s geen ontheffing van de bekwaamheidseis kan worden verleend. Derhalve heb ik besloten een nieuw besluit te nemen, dat ziet op de specifieke situatie van de buitengewoon opsporingsambtenaren bij de DSRT.

De Minister van Justitie

namens deze:

Hoofd bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,

R.R. Joesoef Djamil

Naar boven