De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt op grond
van de artikelen 38, vijfde lid, en 39, derde lid, van de Wet werk en bijstand
bekend, dat met ingang van 1 januari 2006:
1. in artikel 19, derde lid, «4,8 procent» wordt herzien in:
4,9 procent;
2. in artikel 20, eerste lid, «€ 199,39» wordt herzien
in: € 207,55; «€ 398,78» in: € 415,10 en «€
776,37» in: € 808,15;
3. in artikel 20, tweede lid, «€ 430,18» wordt herzien
in: € 447,79; «€ 629,57» in: € 655,34 en «€
1.007,16» in: € 1.048,39;
4. in artikel 21«€ 576,98» wordt herzien in: € 600,60; «€
807,77» in: € 840,84 en «€ 1.153,96 » in: €
1.201,20;
5. in artikel 22 «€ 869,52» wordt herzien in: €
913,18; «€ 1.095,23» in: € 1.133,09; en «€
1.221,02» telkens in: € 1.261,72;
6. in artikel 23, eerste lid, «€ 256,95» wordt herzien
in: € 267,46 en «€ 399,69» in: € 416,04;
7. in artikel 25, tweede lid, «€ 230,79» wordt herzien
in: € 240,24;
8. in artikel 31, tweede lid, onderdelen j en o, «€ 1.976,00»
wordt herzien in: € 2.054,00 en «€ 165,00» in: €
172,00;
9. in artikel 33, tweede lid, «€ 286,17» wordt herzien
in: € 289,55 en «€ 514,07» in: € 520,14;
10. in artikel 33, vijfde lid, «€ 16,90» wordt herzien
in: € 17,15 en «€ 33,80» in: € 34,30;
11. in artikel 34 «€ 43.100,00» wordt herzien in: €
43.700,00 «€ 5.105,00» in: € 5.180,00 en «€
10.210,00» telkens in: € 10.360,00;
12. in artikel 35, tweede lid, «€ 112,00» wordt herzien
in: € 114,00;
13. in artikel 36, vijfde lid, «€ 466,00» wordt herzien
in: € 473,00; «€ 418,00» in: € 425,00 en «€
327,00» in: € 331,00.
Bij regeling van 16 november 2005, Stcrt. 228 is het wettelijk minimumloon
met ingang van 1 januari 2006 vastgesteld op € 1.272,60 per maand. Bovendien
veranderen per 1 januari 2006 de belastingtarieven en de AWBZ-premie en vindt
er een wijziging plaats in het bruto-netto traject als gevolg van de invoering
van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006. In verband hiermee zal het
netto minimumloon, bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand eveneens
veranderen. Als gevolg hiervan wijzigen tevens de aan het netto minimumloon
gekoppelde bijstandsnormen.
Hieronder volgt de berekening van het nettominimumloon (A) alsmede van
de bijstandsnorm per 1 januari 2006 voor gehuwden, een alleenstaande ouder
en een alleenstaande van 21 jaar tot 65 jaar (B).
De in het netto minimumloon begrepen netto vakantie-uitkering bedraagt: €
1201,20 - € 1142,45 = € 58,75
*) Het percentage, genoemd in artikel 19, derde lid, van de WWB geeft
de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon
inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat.