Wijziging Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001

15 december 2005

Nr. BPR2005/63602

Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 59 van de Paspoortwet;

Besluit:

Artikel I

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 77, zevende lid, komt te luiden:

7. De in het eerste lid, onder e, en in het derde lid bedoelde teruggave van een reisdocument vindt niet plaats, indien het reisdocument op grond van artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, g of h, van de wet van rechtswege is vervallen, op grond van 54, eerste lid, onder b, c en e, van de wet is ingehouden, dan wel artikel 112, tweede lid, of artikel 113, tweede lid, van toepassing is.

B

De laatste zin van artikel 113, tweede lid, vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in het Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, A. Pechtold.

Toelichting

Artikel I

Onder A en B

Geen teruggave van een beschadigd reisdocument

Een reisdocument dat zijn geldigheid heeft verloren en is ingehouden of ingeleverd, kan op grond van artikel 77, derde lid, Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 (PUNA) op verzoek van de houder, onbruikbaar gemaakt aan hem worden teruggeven. Een houder verzoekt veelal om teruggave van het ongeldige reisdocument vanwege de persoonlijke waarde die het document voor hem heeft of omdat het een nog geldig visum of een geldige verblijfstitel bevat. In een aantal gevallen is het niet toegestaan het reisdocument onbruikbaar gemaakt terug te geven. Deze gevallen worden uitgebreid met het niet teruggeven van paspoorten die zodanig zijn beschadigd dat daarin opgenomen beveiligingskenmerken zijn aangetast, gegevens niet meer leesbaar zijn of een deel ervan ontbreekt. Ook ten aanzien van een reisdocument waarin wijzigingen zijn aangebracht of aantekeningen zijn gesteld door een onbevoegde wordt ondubbelzinnig bepaald dat het niet onbruikbaar gemaakt mag worden teruggeven. Tot slot wordt aan de situaties waarin teruggave niet is toegestaan, toegevoegd de gevallen waarin is gebleken dat in het reisdocument abusievelijk verkeerde gegevens zijn vermeld dan wel anderszins fouten zijn gemaakt bij de vervaardiging van het reisdocument.

De uitbreiding van de gevallen waarin teruggave van een reisdocument niet is toegestaan wordt gerealiseerd door in artikel 77, zevende lid, van de PUNA ook naar artikel 54, eerste lid, onder b, c en e van de Paspoortwet te verwijzen. Genoemde onderdelen zijn grondslagen om een reisdocument in te houden. Daarnaast blijft teruggave eveneens achterwege indien artikel 112, tweede lid, PUNA van toepassing is. In dat artikel wordt bepaald dat indien het vermoeden bestaat dat met een overlegd reisdocument enige onregelmatigheid is gepleegd, daarvan melding moet worden gemaakt bij de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps Landelijke Politie Diensten. Door opneming van dit artikel in artikel 77, zevende lid, van de PUNA is een omissie hersteld. Tot slot is vanuit wetgevingssystematiek de bepaling inzake het teruggeven van een reisdocument in artikel 113, tweede lid, PUNA vervallen. Dit is in artikel 77, zevende lid, PUNA opgenomen.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

Naar boven