Wijziging van de Regeling Ombudsman SZW 2000

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 december 2005, nr. PO&I/2005/97724, houdende de wijziging van de Regeling Ombudsman SZW 2000

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel I

De Regeling Ombudsman SZW 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, onderdeel d, en 4 tot en met 11, het opschrift van artikel 7 en het opschrift boven artikel 7 wordt ‘Ombudsman’ telkens vervangen door: Raadsman.

B

In artikel 3 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onder het begrip bejegening worden in ieder geval de ongewenste omgangsvormen, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de SZW Regeling Opvang en Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen 2005 begrepen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. De Raadsman SZW neemt geen klacht in behandeling die eerder is ingediend bij de klachtencommissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de SZW Regeling Opvang en Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen 2005.

D

In artikel 15 wordt ‘de Regeling Ombudsman SZW 2000’ vervangen door: Regeling Raadsman SZW.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de Secretaris-Generaal, M.A. Ruys.

Toelichting

Met deze regeling worden twee wijzigingen beoogd.

De eerste wijziging betreft de wijziging van de naam ‘Ombudsman SZW’ in ‘Raadsman SZW’. Deze wijziging vloeit voort uit een opmerking van de Nationale ombudsman over het gebruik van de naam ‘ombudsman’ voor de interne klachtadviespersoon. Het begrip ‘ombudsman’ komt op grond van artikel 9:17 van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend toe aan de Nationale ombudsman of aan de ombudsman of ombudscommissie ingesteld krachtens de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet of de Wet gemeenschappelijke regelingen. Daarmee is uitdrukkelijk naamsbescherming beoogd. Het is dan ook niet de bedoeling dat in een andere regeling het begrip ‘ombudsman’ in een van de Awb afwijkende betekenis wordt gebezigd, aldus de Nationale ombudsman. Op grond hiervan wordt de naam ‘Ombudsman SZW’ gewijzigd in ‘Raadsman SZW’.

Daarnaast wordt het werkterrein van de Raadsman SZW uitgebreid tot het terrein waarop de klachtencommissie als bedoeld in de SZW Regeling Opvang en Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen 2005 (hierna: de klachtencommissie) bevoegd is. Dit betekent dat een medewerker zich met een klacht met betrekking tot ongewenste omgangsvormen als omschreven in de SZW Regeling Opvang en Klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen 2005, zowel kan wenden tot de klachtencommisie als tot de Raadsman SZW. De medewerker mag zelf de keuze maken waar hij een klacht indient; het is echter niet de bedoeling dat een medewerker zowel bij de klachtencommisie als bij de Raadsman SZW dezelfde klacht indient. Daarom is in deze regeling opgenomen dat de Raadsman SZW geen klacht in behandeling neemt die eerder is ingediend bij de klachtencommissie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze:

de Secretaris-Generaal,

M.A. Ruys

Naar boven