Beleidsregel kostenvergoedingen Wet WIA
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 41a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Besluit:
Artikel 1
1. Degene die in het kader van de naleving van wettelijke verplichtingen wordt opgeroepen te verschijnen op een kantoor van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dan wel bij een door of vanwege het UWV aangewezen deskundige, heeft aanspraak op vergoeding van reiskosten, verblijfkosten en tijdverlies.
2. Indien naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen begeleiding noodzakelijk is, heeft ook de begeleider aanspraak op vergoeding van reiskosten, verblijfkosten en tijdverlies.
Artikel 2
De vergoeding van reiskosten wordt gesteld op de kosten van de reis met openbaar vervoer, zoals die langs de kortste gebruikelijke en goedkoopste weg wordt afgelegd.
Artikel 3
Indien de opgeroepene vanwege medische klachten of lichamelijke beperkingen is aangewezen op eigen of bijzonder vervoer, wordt de hoogte van de vergoeding bepaald op de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Artikel 4
De vergoeding van verblijfkosten wordt gesteld op het bedrag van de werkelijke, naar redelijkheid gemaakte, kosten.
Artikel 5
De vergoeding voor tijdverlies wordt gesteld op het bedrag van de gederfde inkomsten, doch per etmaal ten hoogste op het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet WIA.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van 29 december 2005.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Amsterdam, 13 december 2005.
De voorzitterRaad van Bestuur UWV, dr. J.M. Linthorst.
Toelichting
Artikel 41a van de Wet WIA bepaalt dat in door het UWV vast te stellen gevallen reiskosten, verblijfkosten en tijdverlies worden vergoed van personen die door het UWV zijn opgeroepen. Indien de toestand van de opgeroepen persoon begeleiding noodzakelijk maakt, geldt hetzelfde voor hun begeleiders. In deze beleidsregel wordt aan die bepaling nader invulling gegeven. De inhoud is grotendeels ontleend aan het Besluit kostenvergoedingen arbeidsongeschiktheidswetten zoals dat door het Landelijk instituut werknemersverzekeringen (Lisv) is vastgesteld ten behoeve van de ZW, WAO, WAZ en Wajong, en op 1 juni 1998 in werking is getreden.
De beleidsregel ziet niet alleen op de vergoeding van kosten die gemaakt worden wanneer betrokkene wordt opgeroepen te verschijnen op het kantoor van het UWV (voor een controle, onderzoek of reïntegratiegesprek) maar ook wanneer hij voor nader onderzoek bij een door het UWV aangewezen deskundige moet verschijnen. Een dergelijk onderzoek vindt veelal niet ten kantore van het UWV plaats. Het is eveneens mogelijk om kosten te vergoeden als de betrokkene door de betreffende deskundige wordt doorverwezen naar een andere deskundige. Volgens artikel 27 van de Wet WIA is de betrokkene verplicht om te voldoen aan een oproep om op een door of vanwege het UWV te bepalen plaats aanwezig te zijn. Het is derhalve alleszins redelijk dat ook deze kosten vergoed worden. Spontane meldingen bij kantoren van het UWV en/of deskundigen geven geen aanleiding tot vergoeding van kosten.
Uitgangspunt is dat de vergoeding van de reiskosten wordt gesteld op de kosten van de reis met het openbaar vervoer, zoals die langs de kortste gebruikelijke en goedkoopste weg wordt afgelegd. Indien de opgeroepene vanwege medische klachten of lichamelijke beperkingen is aangewezen op eigen of bijzonder vervoer worden de daadwerkelijke kosten vergoed. Bij twijfel wordt de verzekeringsarts om een oordeel gevraagd.
Voor alle duidelijkheid wordt erop gewezen dat, indien de betrokkene op verzoek van het UWV uit het buitenland moet komen, het bepaalde in het tweede artikel de basis is voor de vergoeding van de dan gemaakte reiskosten. Reizen per vliegtuig wordt beschouwd als reizen per openbaar vervoer.
Gelet op het feit dat de Wet WIA per 29 december 2005 in werking treedt, treedt dit besluit eveneens per deze datum in werking.
De voorzitterRaad van Bestuur UWV,
dr. J.M. Linthorst