Wijziging Erkenningsregeling APK

Regeling tot wijziging van de Erkenningsregeling APK in verband met een aanpassing van de erkenningseisen inspectieput en hefinrichting

13 december 2005

Nr. HDJZ/AWW/2005-1736

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 83, vierde lid, 84, eerste en tweede lid, 85a, 86, zesde lid, 86a, 87a en 88, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Erkenningsregeling APK1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, vijfde lid, wordt ‘het openbare telefoonnet’ vervangen door: een openbaar telefoonnet.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van artikel 4, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het draagvermogen wordt zichtbaar op de hefinrichting aangebracht.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De in het eerste lid bedoelde inspectieput of hefinrichting is zodanig uitgevoerd dat de keurmeester in staat is de onderkant van een voertuig nagenoeg over de hele lengte rechtopstaand te inspecteren, hetgeen betekent dat wanneer de erkenning wordt aangevraagd voor:

a. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg, de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,35 m;

b. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg, de inspectieput een diepte heeft van ten minste 1,35 m;

c. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg, de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,65 m;

d. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg, de inspectieput een diepte heeft van ten minste 1,55 m.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, vervalt ‘type klok’.

2. In onderdeel f vervalt na de dubbele punt ‘een koolmonoxidemeter en bijbehorende fles kalibratiegas of’.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde en zesde lid vervallen.

2. Het zevende lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

E

Artikel 12, zesde lid, wordt ‘het openbare telefoonnet’ vervangen door: een openbaar telefoonnet.

F

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van artikel 13, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het draagvermogen wordt zichtbaar op de hefinrichting aangebracht.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De in het eerste lid bedoelde inspectieput of hefinrichting is zodanig uitgevoerd dat de keurmeester in staat is de onderkant van een voertuig nagenoeg over de hele lengte rechtopstaand te inspecteren, hetgeen betekent dat wanneer de erkenning wordt aangevraagd voor:

a. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg, de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,35 m;

b. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg, de inspectieput een diepte heeft van ten minste 1,35 m;

c. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg, de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,65 m;

d. voertuigen waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg, de inspectieput een diepte heeft van ten minste 1,55 m.

G

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt ‘type klok’.

2. In onderdeel f vervalt na de dubbele punt ‘een koolmonoxidemeter en bijbehorende fles kalibratiegas of’.

H

Artikel 28 vervalt.

I

Artikel 34, derde lid, komt te luiden:

3. In afwijking van het eerste en tweede lid, geldt tot 1 januari 2010 in afwijking van de in artikel 4, tweede lid, en artikel 13, tweede lid, genoemde maten:

a. voor erkenningen verleend voor 1 januari 1995 dat de inspectieput een diepte en de hefinrichting een hoogte heeft van ten minste 1,20 m, indien de erkenning is verleend voor zowel voertuigen waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg als waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg;

b. voor erkenningen verleend na 31 december 1995, doch voor 1 januari 2006:

1°. dat de inspectieput een diepte en de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,20 m, indien de erkenning is verleend voor voertuigen waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg;

2°. dat de inspectieput een diepte en de hefinrichting een hefhoogte heeft van ten minste 1,40 m, indien de erkenning is verleend voor voertuigen waarvan de toegestane maximummassa niet meer bedraagt dan 3500 kg.

J

Artikel 35 vervalt.

K

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘platenremtestbanken, koolmonoxidemeters en’ vervangen door: platenremtestbanken en.

2. Een derde lid wordt toegevoegd, luidende:

3. Na verplaatsing van de nulemissie-eenheid naar een andere keuringsplaats, moet wederom een certificaat van eerste keuring, dan wel herkeuring worden afgegeven. Tevens wordt door de erkenninghouder van een verplaatsing hieraan voorafgaand onder vermelding van de ingangsdatum aan de Dienst Wegverkeer mededeling gedaan. Dit geschiedt door middel van overlegging van een plattegrond van de keuringsplaats waarop de plaats van de nulemissie-eenheid staat aangegeven.

L

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

1. Het resultaat van elke keuring wordt door de keurmeester schriftelijk vastgelegd op het keuringsrapport.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Uitsluitend indien de invulling rechtstreeks plaatsvindt uit het kentekenregister en de tekst ‘afdruk RDW’ na de transactiecode is ingevuld mag gebruik worden gemaakt van het model keuringsrapport zonder gele doorslag

3. Het vierde tot en met het zesde lid vervallen.

M

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Na afloop van elke keuring wordt het bepaalde in het tweede lid tot en met het vijfde lid in acht genomen alvorens het keuringsrapport af te geven aan de aanvrager.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Alvorens tot het afmelden van een voertuig als bedoeld in het derde lid wordt overgegaan, wordt door de keurmeester die het voertuig afmeldt, aan de hand van het kentekenbewijs nagegaan of de keuring van dat voertuig heeft plaatsgevonden.

3. Het derde lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. de bevestiging dat de in het tweede lid voorgeschreven controleverplichting is nagekomen, waarna acceptatie van de afmelding wordt weergegeven:

1°. de transactiecode en het tijdstip van de afmelding;

2°. indien het voertuig is goedgekeurd: tevens een nieuwe vervaldatum;

3°. indien het voertuig aan een steekproef moet worden onderworpen: tevens de einde wachttijd van de steekproef

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Op het keuringsrapport moet schriftelijk worden vermeld:

a. het pasnummer als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, en het bepaalde in de onderdelen b en c;

b. de afgelezen kilometerstand indien het voertuig is voorzien van een kilometerteller;

c. dat het voertuig is goedgekeurd indien het aan de keuringseisen blijkt te voldoen en indien van toepassing, eveneens de adviespunten;

d. indien een voertuig niet aan de keuringseisen blijkt te voldoen dat het voertuig is afgekeurd en de afkeurpunten;

e. indien er ten behoeve van de goedkeuring reparaties aan het voertuig zijn verricht, de reparatiepunten, en indien van toepassing, eveneens de adviespunten;

f. de transactiecode, en uitsluitend indien de schriftelijke invulling rechtstreeks plaatsvindt uit het door de Dienst Wegverkeer bijgehouden kentekenregister de tekst ‘afdruk RDW’;

g. indien het voertuig is goedgekeurd de vervaldatum, waarbij de maand van de vervaldatum voluit in letters is geschreven;

h. indien het voertuig aan een steekproef wordt onderworpen de einde wachttijd van de steekproef;

i. de naam, adresgegevens en het keuringsinstantienummer van de erkenninghouder.

5. Het vijfde tot en met het zevende lid worden vernummerd tot zesde tot en met achtste lid.

6. Een nieuw vijfde lid wordt ingevoegd, luidende:

5. Alvorens het keuringsrapport wordt ondertekend, wordt door de keurmeester nagegaan of het rapport volledig is ingevuld, zodanig dat dit, indien van toepassing, ook zichtbaar is op de doorslag.

N

Artikel 48 wordt as volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De volgende bescheiden worden goed geordend ten minste twee jaar bewaard:

a. indien van toepassing, de gele doorslag van ieder afgegeven keuringsrapport;

b. foutief ingevulde of onbruikbaar geworden keuringsrapporten;

c. de doorslag van het steekproefcontrolerapport.

Op de onder a tot en met c genoemde bescheiden worden geen wijzigingen aangebracht.

2. Het tweede en derde lid vervallen.

3. Het vierde tot en met zevende lid worden vernummerd tot tweede tot en met vijfde lid.

O

Aan artikel 53, eerste en tweede lid, wordt na de punt een zin toegevoegd, luidende:

Dit systeem heeft tevens betrekking op artikel 41, derde lid, onderdeel b tot en met d.

P

Bijlage 1 behorende bij artikel 35 vervalt.

Artikel II

Artikel 2 van de Regeling vaststelling keuringsrapport2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. Het model als bedoeld in het eerste lid, moet voorzien zijn van een gele doorslag indien de invulling niet rechtstreeks plaatsvindt uit het keuringsregister

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

In de Erkenningsregeling APK zijn onder andere eisen opgenomen voor de apparatuur waarmee de keuringen moeten worden uitgevoerd. Met betrekking tot de inspectieputten en de hefinrichtingen waarop de artikelen 4, 13 en 34 van deze regeling betrekking hebben, is na onderzoek vastgesteld dat de eisen aangaande de diepte van de inspectieputten en de hoogte van de hefinrichtingen niet langer voldoende zijn om een adequate keuring te kunnen bewerkstelligen. Dit heeft te maken met de gemiddelde lengte van de Nederlandse bevolking die de afgelopen decennia is toegenomen. Op voorstel en met instemming van het Stichting Overlegorgaan APK strekt de onderhavige regeling ertoe de eisen aan de hoogte van de hefinrichting en diepte van de inspectieput aan te passen aan de huidige inzichten. Hiertoe worden de erkenningseisen voor zowel keuringsplaatsen als mobiele keuringseenheden aangepast.

Vanaf 1 januari 2006 zullen aanvragers van erkenningen aan de nieuwe eisen moeten voldoen. Na onderzoek onder erkenninghouders is zowel de Dienst Wegverkeer als de Bond van garagehouders (BOVAG) gebleken dat bij een groot aantal van de erkenninghouders reeds een diepere inspectieput en/ of hogere hefinrichting aanwezig is. Dit heeft te maken met de lengte van de gemiddelde Nederlander. Met een te lage hefinrichting of onvoldoende diepe inspectieput wordt het werk bemoeilijkt. Voor de erkenninghouders die reeds aan de nieuwe eisen voldoen, zal de wijziging van de onderhavige regelingen geen extra investeringen ten gevolge hebben. Voor de groep die op dit moment nog niet aan de nieuwe eisen voldoet, geldt dat men bij vervanging of aanpassing van de hefinrichtingen en inspectieputten rekening kan houden met de nieuwe eisen, gezien de tijdige bekendmaking ervan. Voor erkenninghouders die als gevolg van de aanpassing van de eisen zullen moeten investeren geldt het volgende. De kosten van een aanpassing van de hefinrichting bedragen ongeveer € 5.000. Ten aanzien van een verdieping van de inspectieput zullen de kosten, afhankelijk van meerdere factoren, tussen de € 10.000 en € 25.000 bedragen. Voor een aanpassing die een investering van een dergelijk hoog bedrag met zich meebrengt, bestaan twee alternatieven. In de eerste plaats kan gekozen worden voor een hefinrichting in plaats van een inspectieput. In de tweede plaats kunnen de rijbanen naast de put hoger gelegd worden. Dit brengt een investering met zich mee van € 2.000 tot € 2.500.Voor nieuwe aanvragers van een erkenning APK geldt dat zij zich door de tijdige bekendmaking van de onderhavige wijzigingsregeling rekenschap kunnen geven van de in aantocht zijnde veranderingen. De regeling voorziet in een overgangstermijn tot 1 januari 2010.

In Artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt in onderdeel d gesproken van een diepte van de inspectieput van ten minste 1,55 m. Dit is een lagere eis dan de eis die in onderdeel c gesteld wordt aan de hoogte van de hefinrichting. Dit heeft te maken met de onredelijk hoge kosten die een aanpassing van de diepte van de inspectieput naar 1,65 m tot gevolg zou hebben.

Daarnaast voorziet de onderhavige wijziging in een aantal kleine aanpassingen voortvloeiend uit voortschrijdende technische inzichten. De wijzigingen onder J tot en met N betekenen een administratieve lastenverlichting voor de erkenninghouders en keurmeesters.

Artikel 34 ziet op het keuringsrapport dat na afloop van de keuring moet worden opgemaakt. Dit keuringsrapport wordt in de praktijk opgemaakt, nadat de bepalingen van artikel 44 zijn uitgevoerd. De wijziging van de artikelen 43 en 44 voorziet in deze praktijk. Indien de invulling rechtstreeks plaatsvindt vanuit het door de Dienst Wegverkeer bijgehouden register, bestaat niet de noodzaak ten behoeve van het toezicht het model van een doorslag te voorzien. De ingevulde gegevens op het keuringsrapport zijn immers gelijk aan de data uit het door de RDW bijgehouden register. Wordt nu het keuringsrapport door tussenkomst van een provider of andere software van de RDW opgesteld, dan is in het kader van toezicht vereist dat een gele doorslag van de ingevulde data aanwezig is en bewaard blijft, nu niet vaststaat dat de ingevulde gegevens identiek zijn aan de in het kentekenregister verzamelde gegevens.

De erkenninghouder is onder de voornoemde condities vrij in zijn keuze voor een al dan niet rechtstreekse opmaak van het keuringsrapport. Het niet langer verplicht voorschrijven van het in alle gevallen archiveren en bewaren van de doorslagen van de keuringsrapporten levert een besparing op van € 18,2 miljoen. In tijd heeft deze wijziging een besparing van 4 minuten per keuring tot gevolg.

De onderhavige wijziging voorziet daarnaast in het laten vervallen van de archiveer- en bewaarplicht van roetmeetstroken. Dit levert een besparing van € 4 miljoen op.

Teneinde deze reductie van de administratieve lasten te realiseren voorziet deze wijzigingsregeling ook in een aanpassing van de Regeling vaststelling keuringsrapport.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2000, 35; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 juni 2005 (Stcrt. 108).

  • 2

    Stcrt 1999, nr. 213; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 24 mei 2004 (Stcrt. 99).

Naar boven