Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2006

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 december 2005, nr. WJZ 5723654, houdende regels omtrent de vergoedingen voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2006)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, vierde lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. agentschap: Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken;

b. wet: Telecommunicatiewet;

c. categorieën: categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën: subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. vergoeding: vergoeding, bedoeld in artikel 16.1, eerste lid, van de wet;

f. jaarlijkse bijdrage: bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, vierde lid, van de wet.

Artikel 2

1. Voor de kosten van het door het agentschap verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage I, zijn de in bijlage I genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2006 verschuldigd.

2. Voor de kosten van het door het agentschap verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder één van de categorieën of subcategorieën, bedoeld in het eerste lid, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage maakt deel uit van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage I is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën genoemde percentage van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

I. categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte:

a. vaste verbindingen: 3 procent;

b. mobiele communicatie: 4 procent;

c. mobiele openbare telefonie en semafonie: 7 procent;

d. radiodeterminatie: 3 procent;

e. radiozendamateurs: 4 procent;

f. omroep: 4 procent, en

g. immuniteitsbeproevingen: geen.

II. categorieën met betrekking tot randapparaten, radiozendapparaten en overige apparaten:

a. examens en certificaten: geen;

b. afgifte verklaringen en erkenningen: geen;

c. randapparaten: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedraagt voor:

a. het ministerie van Defensie € 1.287.076;

b. het Korps Landelijke Politiediensten € 119.324;

c. het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: € 34.129.

Artikel 5

1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging tenaamstelling vergunning of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte, die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.B, I.D, I.E of I.G, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning, een vergoeding verschuldigd van € 27.

2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte, die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.4 en I.A.5, I.B.17, I.C of I.F, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning, een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn neergelegd in de bij deze regeling behorende bijlage II.

3. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning genoemd in de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B.1 voor wat betreft een vergunning met individuele planning, I.B.2 voor wat betreft een vergunning met individuele planning, I.B.3, I.B.15, I.B.16 en I.D.2, inhoudende het toewijzen van een individueel geplande frequentie, een vergoeding verschuldigd van € 565.

4. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning genoemd in de subcategorieën I.B.1, voor wat betreft een vergunning met algemene planning, I.B.2 voor wat betreft een vergunning met algemene planning, I.B.6 en I.E.4, inhoudende het toewijzen van een algemeen geplande frequentie, een vergoeding verschuldigd van € 140.

Artikel 6

1. Een vergoeding voor de kosten van de klachtbehandeling, bedoeld in de Regeling storingsklachten, is verschuldigd door de klager, indien uit het onderzoek is gebleken dat zich één van de omstandigheden voordoet, als vermeld in artikel 4, eerste lid, onder a tot en met d, van de Regeling storingsklachten.

2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn neergelegd in de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel 7

Voor de kosten van de werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de opgedragen wettelijke taak worden verricht en die niet zijn genoemd in de voorgaande artikelen, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de in de bij deze regeling behorende bijlage II genoemde uurtarieven.

Artikel 8

1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels, behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeven door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste dertig dagen van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 9

Indien de verschuldigde vergoeding of jaarlijkse bijdrage niet op eerste aanzegging wordt voldaan, wordt € 12,70 administratiekosten in rekening gebracht.

Artikel 10

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van terinzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.

Artikel 11

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005 wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft met betrekking tot de in die regeling bedoelde werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2005 zijn verricht.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2006.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 december 2005.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Bijlage I, behorende bij artikel 2, eerste lid

Over het kalenderjaar 2006 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN FREQUENTIERUIMTE

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

      

A.

VASTE VERBINDINGEN

    

1.

Zendende satellietgrondstations

Per vergunning

Per radiozendapparaat met een bandbreedte:

€ 565

  
  

– tot 2 MHz

– 2 MHz–18 MHz

– vanaf 18 MHz

 

€ 17

€ 85

€ 426

 
      

2.

Satellite News Gathering (SNG)

Per vergunning

€ 565

  
  

Per radiozendapparaat

 

€ 323

 
      

3.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per coördinatie ten behoeve van de verlening

€ 950

  
      

4.

Point–point straalverbindingen

Per vergunning

€ 565

1

 
      

5.

Point–multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL

Per vergunning

Per internationale coördinatie/per opstelpunt

€ 6.845

€ 140

  
  

Per vergunde MHz bandbreedte:

   
  

– 2,6 en 3,5 GHz

– 24,5 tot 26,5 GHz

 

€ 197

€ 98

 

1Voor het toezicht op point-point straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

 

Frequentieband

     

Bandbreedte

< 12 GHz

12 GHz–< 24,5 GHz

24,5 GHz–< 39,5 GHz

≥ 39,5 GHz

< 10 MHz

€ 276

€ 138

€ 97

€ 55

10 MHz–< 25 MHz

€ 345

€ 166

€ 124

€ 62

25 MHz–< 50 MHz

€ 414

€ 193

€ 152

€ 69

50 MHz–< 150 MHz

€ 483

€ 221

€ 179

€ 76

≥ 150 MHz

n.v.t.

€ 248

€ 207

€ 83

B.

MOBIELE COMMUNICATIE

 

I

II

III

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik

Per vergunning met algemene planning

€ 140

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 565

  
  

Per vaste post

 

€ 254

 
  

Per mobiel radiozendapparaat

 

€ 12

 
      

2.

VHF/UHF-radiotelefonen met beperkt afstandsbereik voor landmobiel gebruik met een looptijd van minder dan één jaar (tijdelijk gesloten netten)

Per vergunning met algemene planning

€ 140

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 565

  
  

Per radiozendapparaat, per dag

 

€ 0,47

 
      

3.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Per basisstation

€ 565

  
 

Radiozendapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

Per toegewezen frequentiekanaal als volgt :

   
  

– één frequentiekanaal toegepast op één opstelpunt

 

€ 693

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten

 

€ 1.385

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten

 

€ 2.079

 
      

4.

MF/HF radiotelefonie-installatie voor maritiem gebruik

Draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (portofoon)

VHF-installatie voor maritiem gebruik (marifoon of AIS)

Per vergunning

  

€ 50

 

Mobiele satellietverbinding

Scramblerinstallatie

Draadloze audioverbinding

Radio-alarmering

Radiobeveiligingsinstallatie

HF Radiotelefonen (27 MHz ten behoeve van sportvisserij)

    
      

5.

Marifoonwalstation

Per installatie

  

€ 50

      

6.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

Radio-afstandsbesturing

Telemetrie (TLA/TLM/TLMB)

Per radiozendapparaat

€ 290

€ 203

 
      

7.

GSM-R

Per netwerk

€ 10.031

€ 16.201

 
      

8.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

Per vergunning

€ 140

€ 182

 
      

9.

Breedband volg- en opsporingssystemen

Per vergunning

€ 4.210

  
 

Per MHz

€ 2.076

  
      

10.

Recreatieve luchtvaartfrequenties

Per vergunning

  

€ 50

      

11.

Beperkte toegang luchtvaartfrequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder)

Per vergunning

  

€ 100

      

12.

Volledige toegang luchtvaartfrequenties

Per vergunning

  

€ 250

      

13.

Grondstation gedeeld gebruik communicatiefrequenties

Per frequentie per opstelpunt

  

€ 50

      

14.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 565

€ 271

 
      

15.

Grondstations luchtverkeersdienstverlening/vitaal gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 565

€ 1.491

 
      

16.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

Per netwerk

€ 10.236

€ 38.800

 
 

Per MHz bandbreedte

 

€ 3.880

 

C.

MOBIELE OPENBARE TELEFONIE EN SEMAFONIE

 

I

II

III

1.

SMF 3

Per netwerk

 

€ 10.770

 
      

2.

GSM

Per netwerk

 

€ 96.588

 
 

DCS-1800, in combinatie met GSM

  

€ 158.508

 
 

DCS-1800, bandbreedte 2,4 MHz

  

€ 19.016

 
 

DCS-1800, bandbreedte 2,6 MHz

  

€ 20.600

 
 

DCS-1800, bandbreedte 4,4 MHz

  

€ 34.867

 
 

IMT-2000, bandbreedte 12,5 MHz

  

€ 86.768

 
 

IMT-2000, bandbreedte 17,3 MHz

  

€ 120.033

 
      

3.

ERMES

Per netwerk

 

€ 20.014

 

D.

RADIODETERMINATIE

 

I

II

III

1.

Radarinstallatie voor maritiem gebruik

SART

Actieve radarreflector

Walradarstation

EPIRB/PLB

Per vergunning

  

€ 26

      

2.

Radarsysteem landmobiel

Baken voor helikopter (helibeacon)

Per radiozendapparaat

€ 565

€ 133

 

E.

RADIOZENDAMATEURS

 

I

II

III

1.

Categorie A, C, F en N

Vereniging van radiozendamateurs

Onderwijs en andere instellingen, werkzaam in het belang van de radiowetenschap

Per vergunning

  

€ 49

      

2.

Tijdelijke vergunning in Nederland voor niet-ingezetenen van Nederland

Per vergunning

€ 27

  
      

3.

Toewijzen bijzondere roepletters, wijzigen roepletters of wijzigen van de vergunningscategorie

Per toewijzing/wijziging

€ 27

  
      

4.

Aanvullende toestemming onbemand frequentiegebruik radiozendamateurs

Per toewijzing

€ 140

  

F.

OMROEP

 

I

II

III

1.

AM/FM

Per opstelplaats voor FM-frequenties lager dan 104.9 MHz

€ 565

  
  

Per opstelplaats voor AM-frequenties en de FM-frequenties 104.9 MHz en hoger

€ 140

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 302

€ 500

 
      

2.

Analoge TV

Per opstelplaats

€ 565

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 271

€ 178

 
      

3.

T-DAB/DVB-T

Per opstelplaats

€ 565

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 311

€ 311

 
      

4.

Wereldomroep

Relatief frequentiebeslag

 

€ 84.347

 

G.

IMMUNITEITSBEPROEVINGEN

 

I

II

III

1.

Immuniteitsbeproevingen door de bevoegde instantie

Per vergunning

€ 142

€ 230

 

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT RANDAPPARATEN EN RADIOZENDAPPARATEN EN OVERIGE APPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

    

A.

EXAMENS EN CERTIFICATEN

  

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

– basiscertificaat marifonie; of

– module GMDSS-B.

Per examen/per module

€ 72

    

2.

Examens ter verkrijging van een vergunning voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

– radiotechniek en voorschriften I amateurradio;

– radiotechniek en voorschriften II amateurradio;

Per examen

€ 53

    

3.

Ontheffing als bedoeld in artikel 26 van de Examenregeling frequentiegebruik

Per ontheffing

€ 53

    

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radiozendapparaten voor het doen van proeven (HAREC)

Per certificaat

€ 24

B.

VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN

I

II

III

1.

Aanwijzen van een bevoegde instantie of een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 13 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2001, aanwijzen van een instantie als bedoeld in artikel 12 van het Besluit randapparaten en radioapparaten, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.316

€ 244

 
      

2.

Vergunning voor de aanleg van radiozendapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 41

  

C.

RANDAPPARATEN

 

I

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet ter zake van randapparatuur bepaalde

Per op 1 november 2005 volgens het nummerregister telefoon en ISDN-diensten door de OPTA toegekend nummer

€ 0,021

Bijlage II, behorende bij de artikelen 2, tweede lid, 5, tweede lid, 6, tweede lid, en 7

1. Tarieven personeel (in €):

SALARISSCHAAL BBRA 1984

VERGOEDINGEN PER MANUUR*

1 tot en met 5

83

6 tot en met 8

87

9 tot en met 11

96

12 tot en met 14

112

15 en hoger

129

*Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30 % voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

2. Vergoedingen dienstauto’s, inclusief apparatuur:

– inspectie/toezicht: € 33 per uur

– opsporing: € 47 per uur

– mobiele monitoring zonder professionele peiler: € 70 per uur

Toelichting

Algemeen

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2006 stelt de vergoedingen vast die het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken (hierna: het agentschap) in 2006 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Deze vergoedingen hebben hun wettelijke basis in artikel 16.1 van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet).

Het agentschap heeft tot taak uitvoering te geven aan paragraaf 3.2 (vergunningverlening voor het gebruik van frequentieruimte), hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot het in de handel brengen en verhandelen van randapparaten en radioapparaten, alsmede regels met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit) en hoofdstuk 13 (regels met betrekking tot bevoegd aftappen) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommmunicatiewet (hierna: het besluit). Op grond van artikel 3, eerste lid, van het besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model is in 1995 opgesteld door KPMG en in 2002 geactualiseerd. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

Wijzigingen ten aanzien van Bijlage I:

De meeste in de regeling opgenomen tarieven zijn ten opzichte van 2005 verlaagd met gemiddeld 7,25%. De verlaging heeft een aantal redenen. In artikel 3, eerste lid, onder a, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet is bepaald dat de kosten worden geraamd voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Nu in de afgelopen jaren de daadwerkelijk gemaakte kosten in de meeste categorieën lager zijn uitgevallen dan de geraamde kosten over diezelfde jaren, is het daaruit voortvloeiende overschot gedeeltelijk verdisconteerd in de tarieven voor 2006. Voorzover na deze tariefverlagingen nog overschotten resteren, worden deze verdisconteerd in de tarieven voor 2007 en verder.

Voorts is de tariefdaling mogelijk door de resultaten van reorganisatieprocessen. Daarnaast wordt de daling van tarieven veroorzaakt door een gelijkblijvend aantal vergunningen in relatie tot de afname van de kosten. De kosten per vergunning zijn dus lager. Bij andere categorieën is het activiteitenniveau van het agentschap afgenomen, o.a. door een andere wijze van toezicht.

Wijzigingen ten aanzien van bijlage II:

De uurtarieven zijn ten opzichte van 2005 gemiddeld met 8% gestegen. De toename wordt veroorzaakt doordat de kosten minder dan evenredig afnemen ten opzichte van de personele bezetting. Hierdoor worden relatief meer kosten verdeeld over minder uren.

De overige wijzigingen ten opzichte van de regeling over 2005 beperken zich grotendeels tot aanpassingen in de subcategorieën, genoemd in bijlage I bij deze regeling. In de artikelsgewijze toelichting zal meer in het bijzonder ingegaan worden op de artikelen van de Regeling die een wijziging ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005 behelzen.

Over 2004 is aan het agentschap in het kader van de controle van de jaarrekening, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de comptabiliteitswet, een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Dit houdt onder meer in dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede kapitaaluitgaven en -⁠ontvangsten, tot stand gekomen zijn in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De jaarrekening 2004 is opgenomen in het jaarverslag 2004. In lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgestelde rapport ‘Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten’ (Kamerstukken II 1995–1996, 24 036, nr. 22), worden de kosten van repressieve strafrechtelijke handhaving en de kosten van administratief bezwaar en beroep niet doorberekend in de vergoedingen. Deze kosten zijn voor 2006 begroot op in totaal € 1.892.000.

Deze regeling veroorzaakt geen lasten voor het bedrijfsleven.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Zoals hiervoor in de algemene toelichting reeds is aangegeven, zijn de meeste tarieven verlaagd. Niet alle tarieven zijn procentueel evenveel verlaagd. De mate van verlaging is per onderdeel vastgesteld en is afhankelijk van de kosten die aan het onderdeel verbonden zijn.

Voorts zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd in bijlage I en II.

Subcategorie I.B.10

De subcategorie ‘Kortegolf Kuststation’ is vervallen omdat de enige vergunning in deze subcategorie is ingetrokken op verzoek van de houder. Er worden geen vergunningen meer zijn in deze subcategorie voorzien. Hierdoor vervalt de noodzaak tot het vaststellen van een vergoeding.

Subcategorie I.B.11, Subcategorie I.B.12, Subcategorie I.B.13

De omschrijving van de subcategorie ‘Recreatief gebruik luchtvaartuigen’ wordt gewijzigd in ‘Recreatieve luchtvaartfrequenties’. De omschrijving van de subcategorie ‘Kleine luchtvaart (VFR-verkeer)’ wordt gewijzigd in ‘Beperkte toegang luchtvaartfrequenties (hele VHF-band , ELT en SSR-transponder)’. De omschrijving van de subcategorie ‘Grote luchtvaart’ wordt gewijzigd in ‘Volledige toegang luchtvaartfrequenties’. Deze wijziging van de omschrijvingen is om de benaming van de subcategorieën aan te laten sluiten bij de criteria die voor de indeling van vergunningen in deze subcategorieën wordt gehanteerd. Met deze omschrijvingen wordt dus beter aangesloten bij de werkzaamheden die in dit verband worden verricht.

Subcategorie I.C.4

Op verzoek van de vergunninghouder wordt de enige vergunning die voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van Traxys van kracht is, per 1 januari 2006 ingetrokken. Daarnaast zijn er geen nieuwe aanvragen voor een vergunning voor Traxys. Dit leidt ertoe dat er vanaf 1 januari 2006 geen noodzaak meer bestaat tot het handhaven van de vergoeding in de onderhavige regeling.

Subcategorie I.E.2

De omschrijving van de subcategorie ‘Radiozendamateurs niet-ingezetene van Nederland’ wordt gewijzigd in ‘Tijdelijke vergunning in Nederland voor niet-ingezetenen van Nederland’. Het betreft hier slechts een tekstuele wijziging ter verduidelijking. Deze omschrijving maakt duidelijk dat het gaat om vergunningen die verleend worden voor frequentiegebruik in Nederland.

Subcategorie I.E.3

De omschrijving van de subcategorie ‘Toewijzen bijzondere roepletters’ is gewijzigd in ‘Toewijzen bijzondere roepletters, wijzigen roepletters of wijzigen van de vergunningscategorie’. Deze wijziging ziet erop dat naast de toewijzing, ook de kosten van de werkzaamheden ten aanzien van het wijzigen van roepletters of de vergunningscategorie kunnen worden doorberekend. De wijziging is mede het gevolg van de wijziging van artikel 6, eerste lid.

Subcategorie I.E.4

De subcategorie ‘Aanvullende toestemming onbemand frequentiegebruik radiozendamateurs’ is toegevoegd. Hiermee kunnen de kosten worden doorberekend die gemaakt worden met het verlenen van een aanvullende toestemming voor de vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van radiozendamateurisme. Deze kosten ontstaan als gevolg van het feit dat de werkzaamheden op het gebied van frequentieplanning voor deze vergunning per 1 januari 2006 door het agentschap worden verricht. Tot deze datum werden deze werkzaamheden door de amateurverenigingen Vereniging voor Experimenteel RadioOnderzoek in Nederland (VERON) en Vereniging van RadioZendAmateurs (VRZA) verricht.

Categorie II.A

De omschrijving van de categorie ‘Examens’ wordt gewijzigd in ‘Examens en certificaten’. Met deze omschrijving wordt beter aangesloten bij de in deze categorie gepleegde werkzaamheden.

Categorie II.B

De omschrijving van de categorie ‘Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen’ is ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005 gewijzigd in ‘Verklaringen en erkenningen’. Dit houdt verband met het gegeven dat geen keuringen meer worden gepleegd.

Artikel 3

Dit artikel komt overeen met artikel 3 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005.

Artikel 4

De vergoedingen voor het ministerie van Defensie, het Korps landelijke Politiediensten en het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn verlaagd, om de vergoedingen in overeenstemming te brengen met de kosten.

Het artikel 5 uit de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005 is vervallen. Dit artikel betrof een tussentijdse verhoging van de vergoeding voor maritieme examens. Dit artikel is vervallen omdat in 2006 geen tussentijdse verhoging van de vergoeding is voorzien.

Artikel 5

Dit artikel ziet op de vergoeding voor de kosten die voor het agentschap zijn gemoeid met het behandelen van aanvragen voor de verlenging, wijziging en/of de overdracht van vergunningen in de zin van paragraaf 3.2 van de wet. Het artikel is ten opzichte van 2005 op een aantal punten gewijzigd. Allereerst is in het eerste lid in plaats van ‘wijziging’ nu ‘wijziging tenaamstelling’ opgenomen, omdat voor andere wijzigingen die onder dit artikellid vielen, geen vergoeding in rekening werd gebracht. Het betreft dus het bestendigen van een bestaande gedragslijn.

Voor de radiozendamateurs zijn er vergoedingen voor twee mogelijke wijzigingen van hun vergunningen toegevoegd aan subcategorie I.E.3, zoals hierboven vermeld. Deze wijzigingen zijn gevolg van wijziging het eerste lid van dit artikel. De twee genoemde wijzigingen voor radiozendamateurs vallen nu niet meer onder dit artikellid.

Daarnaast is in het vierde lid de nieuwe subcategorie I.E.4 toegevoegd, omdat voor de wijziging van de aanvullende toestemming nieuwe planning vereist is.

In het vierde lid is subcategorie I.B.8 vervallen, omdat bij wijziging geen nieuwe planning is vereist.

Artikel 6 en 7

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 7 en 8 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005.

Artikel 8

Dit artikel komt overeen met artikel 9 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005. Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in december van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij – gelet op de betalingstermijn van dertig dagen – niet meer tijdens dat jaar te worden betaald, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.

Artikelen 9 en 10

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 10 en 11 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005.

Artikel 11

Dit artikel heeft een overeenkomstige strekking als artikel 12 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005. Die regeling wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling (na 31 december 2005) van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2005 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2005 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2005.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven