Instellingsbesluit Expertise Netwerk Waterkeren

Besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende instelling van het Expertise Netwerk Waterkeren

9 december 2005

Nr. HDJZ/I&O/2005-1966

Onderdeel: Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

Er is een Expertise Netwerk Waterkeren, hierna te noemen: het ENW.

Artikel 2

Het ENW heeft tot taak de kennis over de beveiliging van Nederland tegen overstroming samen te brengen, te ontwikkelen, vast te leggen en te verspreiden ten behoeve van de wettelijke taakuitoefening van het Rijk, de provincies en de waterschappen.

Artikel 3

1. Het ENW bestaat uit 12 leden, onder wie de voorzitter. De leden worden benoemd en ontslagen door de Minister van Verkeer en Waterstaat.

2. Tot leden van het ENW worden benoemd:

a. ir. G. Verwolf (dijkgraaf Waterschap Veluwe), in de functie van voorzitter;

b. prof. dr. ir. F.B.J. Barends (hoogleraar grondwatermechanica, TU Delft);

c. ir. H.C. Branderhorst (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Water);

d. ir. W.G. Epema (voormalig directeur ingenieur, Hoogheemraadschap Alblasserwaard en Vijfheerenlanden);

e. ir. Tj. de Haan (Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde);

f. ir. P.C. Janssen (Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde);

g. ir. W. van der Ploeg (directeur Watersystemen, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier);

h. prof. dr. ir. M.J.F. Stive (hoogleraar Kustwaterbouwkunde, TU Delft);

i. drs. G.H.F. Timmermans (hoofd Sector Water, Provincie Utrecht);

j. prof. dr. ir. H.J. de Vriend (hoogleraar Rivierwaterbouwkunde en -morfologie, TU Delft);

k. prof. drs. ir. J.K. Vrijling (hoogleraar Constructieve Waterbouw en Probabilistisch Ontwerpen en Waterbouwkundige Constructies, TU Delft);

l. ir. J.A.W. de Wit (Rijkswaterstaat IJsselmeergebied).

Artikel 4

1. Het ENW kan voor de uitoefening van zijn taak werkgroepen samenstellen die belast worden met concrete door het EWN aan te duiden werkzaamheden. De voorzitters van deze werkgroepen zijn lid van het ENW.

2. Het ENW legt in overleg met de Minister van Verkeer en Waterstaat zijn werkwijze en besluitvorming vast.

Artikel 5

1. Het secretariaat van het ENW berust bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor het ENW uitsluitend verantwoording schuldig aan het ENW.

3. Indien het ENW wordt opgeheven draagt de secretaris het archief over aan de beheerder van het archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, met inachtneming van het bepaalde in het Besluit archiefoverdrachten rijksadministratie.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 30 juni 2005.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Expertise Netwerk Waterkeren.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Ter uitvoering van het voornemen om de adviesstructuur op het gebied van het waterbeheer te stroomlijnen en te verbeteren (Kamerstukken II, 2003/04, 27 625, nrs. 35 en 37) is de beleidsadviesfunctie van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen (hierna: TAW) ondergebracht bij de Adviescommissie Water en is besloten de TAW op te heffen (Besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 22 juni 2005, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Adviescommissie Water en opheffing van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, Stcrt. 2005, 122).

Met de opheffing van de TAW is niet bedoeld de technische expertise op het gebied van waterkeren verloren te laten gaan. Om de praktische en theoretische kennis over beveiliging tegen overstromen ten behoeve van de waterkeringbeheerders, de provincies en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat te behouden en te versterken, wordt bij dit besluit het Expertise Netwerk Waterkeren (hierna: ENW) opgericht.

In het ENW worden de theoretische expertise en de expertise vanuit de praktijk samengebracht. De leden van het ENW zijn daarom zowel afkomstig van de kennisinstituten (universiteiten, STOWA) als van de waterkeringbeheerders en andere bij het waterkeringbeheer betrokken overheden.

Waar de TAW zich nog met name richtte op de primaire waterkeringen, is het de bedoeling dat het ENW in brede zin aandacht besteedt aan de beveiliging tegen overstromen en zich dus zowel op het kustsysteem, het rivierensysteem als op het poldersysteem richt. Ook zal het ENW aandacht besteden aan alle aspecten van overstromingsrisico’s: kans op en gevolg van een overstroming, alsmede de perceptie.

Bij de in artikel 2 van dit besluit gegeven algemene taakomschrijving van het ENW, kunnen een aantal functies die voortvloeien uit deze taakomschrijving nader worden genoemd.

Allereerst zal het ENW net als de TAW dit tot nu toe deed, zijn deskundigheid inzetten om de technische leidraden voor het ontwerp beheer en onderhoud van primaire waterkeringen die de Minister op grond van artikel 5 van de Wet op de waterkeringen beschikbaar dient te stellen, actueel te houden. Een tweede functie van het ENW is het doen van voorstellen voor de door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat op te stellen onderzoeksagenda ten aanzien van beveiliging tegen overstromingen. Tenslotte zal het ENW zijn kennis kunnen inzetten door het toetsen van onderzoeksresultaten en zowel op verzoek als op eigen initiatief adviseren over de technische kant van het beveiligen van ons land tegen overstromingen.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven