Wijziging regels inzake medebewind en tuchtrecht ter zake van broedeieren en levend pluimvee

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3543, houdende wijziging van de regels inzake medebewind en tuchtrecht ter zake van broedeieren en levend pluimvee

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn nr. 90/539/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEG L 303);

Gelet op de artikelen 10, 11, 35, 108 en 108a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 5 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten en artikel 3, tweede en vierde lid, van het Legkippenbesluit 2003;

Besluit:

Artikel I

De Regeling handel levende dieren en levende producten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, onder 1, wordt ‘Verordening produktie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992’ vervangen door: Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 2003.

2. In het eerste lid, onderdeel b, onder 2, wordt ‘is geregistreerd’ vervangen door: is geregistreerd op grond van artikel 2 van de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005.

B

Artikel 12.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 81, tweede tot en met vierde lid, van de wet’ vervangen door ‘de artikelen 10, 11, 81, tweede tot en met vierde lid, van de wet en artikel 5 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten’ en wordt ‘Produktschap voor Pluimvee en Eieren’ vervangen door: Productschap Pluimvee en Eieren.

2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Het Productschap Pluimvee en Eieren kan in de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005 bepalen dat bij overtreding van artikel 2 van die verordening tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

4. Het Productschap Pluimvee en Eieren kan in de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 2003 bepalen dat bij overtreding van artikel 3, tweede lid, van die verordening tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

Artikel II

Aan artikel 5a van de Landbouwkwaliteitsregeling delegatie bevoegdheden eieren2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het Productschap Pluimvee en Eieren kan in de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005 bepalen dat bij overtreding van artikel 2 van die verordening tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 9 december 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling handel levende dieren en levende producten en de Landbouwkwaliteitsregeling delegatie bevoegdheden eieren. De eerste regeling bevat veterinairrechtelijke voorschriften ten aanzien van het binnen en buiten Nederland brengen van dieren en levende dierlijke producten, alsmede het in de handel brengen daarvan. In de Landbouwkwaliteitsregeling delegatie bevoegdheden eieren wordt medebewind van het Productschap Pluimvee en Eieren gevorderd voor het onder meer stellen van nadere regels omtrent het verlenen van de vergunning aan pakstations en de registratie van verzamelaars en pakstations. Onderhavige regeling wijzigt artikel 5a van de Landbouwkwaliteitsregeling delegatie bevoegdheden eieren, dat op het Legkippenbesluit 2003 is gebaseerd.

Deze wijzigingsregeling bestaat uit vier componenten. In de eerste plaats is in artikel 6.8 de verwijzing naar de oude Verordening produktie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992 vervangen door een verwijzing naar de nieuwe Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 2003. Bovendien is in artikel 6.8 verduidelijkt dat de registratie conform Verordening Identificatie en registratie van broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005 zal geschieden. Deze wijzigingen zijn technisch van aard (artikel I, onderdeel A).

In de tweede plaats is voor de eisen aan broedeieren, ter uitvoering van richtlijn nr. 90/539/EEG1 , voorzien in een opdracht tot medebewind aan het Productschap Pluimvee en Eieren. Het gaat hier om het stellen van eisen aan inrichtingen in het kader van een op grond van de richtlijn vereiste erkenning en registratie. Tot dusverre was die opdracht, neergelegd in artikel 12.1 van voornoemde regeling, beperkt tot de eisen aan buiten Nederland te brengen broedeieren en pluimvee, aangezien in voornoemd artikel uitsluitend werd verwezen naar artikel 81 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Artikel 6 van richtlijn nr. 90/539/EEG verbindt de eis tot erkenning en de daarbij horende voorschriften evenwel aan de gehele intracommunautaire handel, dus ook ten aanzien van broedeieren en pluimvee, afkomstig uit lidstaten die in Nederland worden gebracht, en broedeieren en pluimvee die in Nederland zijn geproduceerd en worden verhandeld. Het is zaak dat de medebewindopdracht zich ook tot die situaties uitstrekt (artikel I, onderdeel B).

Het derde en vierde component hebben betrekking op de tuchtrechtelijke handhaving van productschapregelgeving. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om te voorzien in drie bepalingen die het mogelijk maken overtredingen van de terzake door het productschap in de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 2003 en Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven, broedeieren en levend pluimvee (PPE) 2005 gestelde regels via tuchtrecht te handhaven. Artikel 108a van de Gezondheids- en welzijnswet voorziet in die mogelijkheid. Tuchtrecht wordt vooral toegepast bij bepalingen die administratief van karakter zijn. De bepalingen waarop het tuchtrecht van toepassing wordt verklaard zijn administratief van aard (artikel I, onderdeel B en artikel II). De genoemde wijzingen zijn technisch van aard. Er zijn geen bedrijfseconomische effecten voor het bedrijfsleven en geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 7 juli 2005 (Stcrt. 137).

  • 2

    Stcrt. 2002, 215; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 13 mei 2004 (Stcrt. 97).

Naar boven