Herziening bedragen Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid alsmede intrekking enige uitgewerkte herzieningsregelingen

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2005, nr. SV/F&W/2005/100005, houdende de herziening van de bedragen genoemd in de artikelen 24, eerste lid, 48, eerste lid, en 64a, eerste lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (kopjesbedragen), alsmede de intrekking van enige uitgewerkte herzieningsregelingen op grond van deze artikelen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 24, derde lid, 48, vijfde lid, en 64a, vierde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen, genoemd in de artikelen 24, eerste lid, 48, eerste lid, en 64a, eerste lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid, worden als volgt vastgesteld:

a. € 29,05 voor de persoon van 21 jaar;

b. € 34,51 voor de persoon van 22 jaar;

c. € 45,06 voor de persoon van 23 jaar en ouder.

Artikel 2

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december 2004, nr. SV/F&W/2004/83738, houdende de herziening van de bedragen, genoemd in de artikelen 24, eerste lid, 48, eerste lid, en 64a, eerste lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (kopjesbedragen) (Stcrt. 244);

b. Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 maart 2005, nr. SV/F&W/2005/22268, houdende de herziening van de bedragen, genoemd in de artikelen 24, eerste lid, 48, eerste lid, en 64a, eerste lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (kopjesbedragen) (Stcrt. 63).

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 december 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Teneinde te voorkomen dat uitkeringen van alleenstaanden van 21 jaar en ouder op grond van de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), alsmede uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet (WW) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), beneden het relevante sociale minimum dalen, zijn in de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (IWS) bepalingen opgenomen die voorzien in een zodanige verhoging van die uitkeringen dat de netto-uitkomst gelijk is aan het niveau van het relevante sociale minimum. Het recht op een verhoging bestaat alleen indien de uitkering berekend is naar een dagloon of een vervolgdagloon danwel een grondslag die ten minste gelijk is aan 70% van het minimumloon.

De bedragen die in de artikelen 24, 48 en 64a van de IWS zijn opgenomen worden met ingang van 1 januari 2006 gewijzigd, omdat de op de uitkeringen in te houden belastingen, vereveningsbijdragen en premies per die datum worden gewijzigd en het bruto wettelijk minimumloon op basis van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag per die datum zal stijgen met 0,62%. Deze bedragen zijn laatstelijk per 1 april 2005 vastgesteld. De bedragen in deze ministeriële regeling worden met ingang van 1 januari 2006 als volgt vastgesteld:

Leeftijd

WAJONG/WW/WAO/ZW/WAZ*

Vanaf 21 jaar

€ 29,05

Vanaf 22 jaar

€ 34,51

Vanaf 23 jaar

€ 45,06

* Exclusief vakantietoeslag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven