Faciliteitenregeling onderwijsnummer primair onderwijs
15 november 2005
Nr. PO/BenB/2005/51449
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCenW-subsidies;
Besluit:
Artikel 1
Begripsbepalingen
School: een school als bedoeld in artikel 1 Wet op het primair onderwijs en artikel 1 Wet op de expertisecentra.
Artikel 2
Verstrekking subsidie
1. Het bevoegd gezag van een school heeft aanspraak op een subsidie voor de invoering van het persoonsgebonden nummer. Deze subsidie bedraagt € 269,00 per school en € 3,35 per leerling.
2. De subsidie per leerling wordt berekend op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2004. Voor scholen die op 1 augustus 2005 voor de eerste keer voor bekostiging in aanmerking komen, geldt als teldatum 1 oktober 2005.
3. Het bevoegd gezag van een school ontvangt in december 2005 een beschikking omtrent de verstrekking van de subsidie. Scholen die op 1 augustus 2005 voor de eerste keer voor bekostiging in aanmerking komen, ontvangen in mei 2006 deze beschikking. Voor de verstrekking van subsidie hoeft geen aanvraag te worden ingediend.
Artikel 3
Betaling
De in artikel 2 bedoelde subsidie wordt uitbetaald in december 2005. Scholen die op 1 augustus 2005 voor de eerste keer voor bekostiging in aanmerking komen, ontvangen deze subsidie in mei 2006.
Artikel 4
Verantwoording
Verantwoording over het boekjaar 2006 wordt afgelegd in het jaarverslag tevens de AVR over de eerste zeven maanden van dat boekjaar.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 juli 2006.
Artikel 6
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Faciliteitenregeling onderwijsnummer primair onderwijs.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.
Toelichting
Algemeen
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van het persoonsgebonden nummer in het onderwijs heeft de Minister van OCenW meegedeeld dat bezien wordt of het redelijk is om de scholen een bijdrage te verstrekken voor aanloopkosten in verband met de invoering. Het hiervoor genoemde wetsvoorstel is in 2001 tot wet verheven (Stb. 2001, 681) en zal binnenkort voor het primair onderwijs inwerking treden. Bij de eerdere invoering in het voortgezet onderwijs is een onderzoek verricht, dat ten grondslag lag aan een Regeling faciliteiten onderwijsnummer VO. Op gelijke wijze is onderzoek verricht naar aanloopkosten die scholen voor primair onderwijs naar verwachting zullen maken in het licht van de Faciliteitenregeling onderwijsnummer PO. Dit onderzoek is besproken met de organisaties voor bestuur en management en de algemene vereniging voor schoolleiders in het primair onderwijs. In overleg met genoemde organisaties is vervolgens de hoogte van de subsidie voor deze aanloopkosten per school vastgesteld. De invoering vraagt van de scholen de nodige aandacht. Hierbij valt te denken aan:
– Opvragen en registreren van de sofi-nummers.
– Aanpassing van de leerlingengegevens aan de wettelijk gestelde eisen.
– Aanpassing van het administratiepakket.
– Volgen van opleiding/cursus door administratief personeel in verband met het aangepaste administratiepakket en het nieuwe proces van gegevensuitwisseling met de IB-Groep ingevolge de wet- en regelgeving.
– Het deelnemen aan een conformiteitstest.
In de voor u liggende regeling wordt de subsidie bekendgemaakt. Scholen hoeven net als destijds in het VO geen aanvraag in te dienen om hiervoor in aanmerking te komen, maar zullen de subsidie direct ontvangen. Voor deze manier van toedeling is gekozen om geen onnodige administratieve lasten te veroorzaken voor de scholen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.J.A. van der Hoeven