Wijziging artikel 32, vijfde lid, Pensioen- en spaarfondsenwet

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2005, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/PB/2005/94552, tot herziening van het bedrag, genoemd in artikel 32, vijfde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 32, zesde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet;

Besluit:

Artikel I

In artikel 32, vijfde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet wordt ‘een bedrag van € 355,33’ vervangen door: een bedrag van € 361,02.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 november 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

In artikel 32, vijfde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet is bepaald in welke situaties pensioen mag worden afgekocht. Dit is onder meer het geval indien het pensioen op de ingangsdatum een bepaald bedrag niet te boven gaat. Sinds 1 januari 2005 was dit een bedrag van € 355,33 op jaarbasis. Na emigratie geldt het dubbele bedrag ten aanzien van de pensioenaanspraak die vóór pensioeningang wordt afgekocht.

Bovengenoemd bedrag is herzien met het percentage waarmee de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens (jaar 2000 = 100), zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, in oktober 2005 (114,0) afwijkt van die in oktober 2004 (112,2). Dit percentage is 1,60. De nieuwe afkoopgrens komt hiermee op € 361,02.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven