Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsterrein Openluchtrecreatie 1946–1983

14 september 2005

Nr. C/S&A/05/1918

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 7 oktober 2005, nr. arc-arc-2004.01772/2);

Besluiten:

Artikel 1

De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Openluchtrecreatie in de periode 1946–1983’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 14 september 2005.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
namens deze:
de plv. Secretaris-Generaal, P.H.A.M. Huijts.

BASIS SELECTIE DOCUMENT OPENLUCHTRECREATIE 1946–1983

Ministerie van VWS

Vastgesteld BSD

November 2005

Lijst van afkortingen

AMvB: Algemene maatregel van bestuur

BIZA: (Ministerie van) Binnenlandse Zaken

BSD: Basis Selectiedocument

CAS: Centrale Archief Selectiedienst

CRM: (Ministerie van) Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk

CO: Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie

DGRR: Directie Groene Ruimte en Recreatie

EG: Europese Gemeenschap

EZ: (Ministerie van) Economische Zaken

INCOR: Interdepartementale Coördinatiecommissie voor de Openluchtrecreatie

INCORET: Interdepartementale coördinatiecommissie openluchtrecreatie en toerisme

KB: Koninklijk Besluit

KNHG: Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap

LNV: (Ministerie van) Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

NA: Nationaal Archief

NBOR: (Hoofddirectie) Natuurbehoud en Openluchtrecreatie

NRLO: Nationale Raad voor Landbouwkundig onderzoek

OCenW: (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

OKW: (Ministerie van) Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen

PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn

RAD: Rijksarchiefdienst

RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek

Stb.: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Stcrt.: Nederlandse Staatscourant

SZV: (Ministerie van) Sociale Zaken en Volksgezondheid

TRAG: Toeristisch Recreatieve Aandachtsgebieden

TK: Tweede Kamer (Kamerstukaanduiding)

V & W: (Ministerie van) Verkeer en Waterstaat

VB: Verordeningenblad voor het Nederlandsche bezette gebied

VROM : (Ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

VWS: (Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WOR: Wet op de openluchtrecreatie

WVC: (Ministerie van) Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

Verantwoording

Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven

Ingevolge artikel 3 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) dient de overheid haar archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder 'archiefbescheiden' worden niet slechts papieren documenten te verstaan, maar alle bescheiden ongeacht de drager die door een overheidsorgaan zijn ontvangen of opgemaakt en naar hun aard bestemd zijn daaronder te berusten. Ook digitaal vastgelegde informatie valt dus onder de werking van de archiefwetgeving.

Het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden houdt onder meer in dat een overheidsarchief op gezette tijden wordt geschoond. In dat verband schrijft de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) zowel een vernietigingsplicht (art. 3) als de overbrengingsplicht (art. 12) voor. Beide plichten rusten op degene die de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van het desbetreffende archief: de zorgdrager.

De verplichting tot overbrenging bepaalt dat de zorgdrager zijn archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar ter blijvende bewaring overbrengt naar een archiefbewaarplaats. Wat de archiefbescheiden van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat betreft, is de aangewezen archiefbewaarplaats het Nationaal Archief (NA) in Den Haag. Het NA is een onderdeel van de Rijksarchiefdienst (RAD). Deze dienst ressorteert onder de Minister van OCenW en staat onder leiding van de Algemene Rijksarchivaris.

In verband met de selectie van hun archiefbescheiden zijn zorgdragers op grond van artikel 5 van de Archiefwet 1995 verplicht hiertoe selectielijsten op te stellen. In een selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging, dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Voorts dient een selectielijst de termijnen aan te geven waarna de te vernietigen bestanddelen dienen te worden vernietigd.

Een selectielijst is naar haar aard een duurzaam instrument. Het ligt in de rede dat een organisatie een vastgestelde lijst niet eenmalig toepast, maar (zonodig in geactualiseerde vorm) blijft hanteren om de periodieke aanwas van archiefmateriaal in een vroegtijdig stadium te selecteren. Een selectielijst vormt zo een belangrijk onderdeel van het instrumentarium voor het beheer van de documentaire informatievoorziening in een overheidsorganisatie.

Bij het ontwerpen van een selectielijst dient krachtens art. 2, lid 1 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) rekening gehouden te worden met:

– de taak van het desbetreffende overheidsorgaan;

– de verhouding van dit overheidsorgaan tot andere overheidsorganen;

– de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed;

– het belang van de in de bescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, recht- of bewijszoekenden en historisch onderzoek.

Voorts moeten ingevolge art. 3 van het Archiefbesluit 1995 bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste betrokken zijn:

– een deskundige op het gebied van de organisatie en taken van het desbetreffende overheidsorgaan,

– een deskundige ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van dat orgaan, en

– (een vertegenwoordiger van) de Algemene Rijksarchivaris.

Wat betreft de geldigheidsduur van de selectielijst wordt uitgegaan van de wettelijke periode van twintig jaar vanaf de vaststelling. Dit laat uiteraard onverlet dat de selectielijst (of een bepaald onderdeel daarvan) binnen deze termijn zal komen te vervallen, indien dit mocht worden bepaald bij de vaststelling (via de aangewezen archiefwettelijke weg) van een nieuwe dan wel herziene selectielijst. Elke selectielijst wordt na advies van de Raad voor Cultuur, vastgesteld door de Minister van OCenW en de minister wie het mede aangaat. De vastgestelde lijsten worden in de Staatscourant gepubliceerd.

Doel en werking van het Basis Selectiedocument

Een Basis Selectiedocument (BSD) is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van één (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald beleidsterrein.

Het BSD geldt dus voor de archiefbescheiden van verschillende overheidsorganen (veelal ook diverse zorgdragers), en wel voor zover de desbetreffende actoren op het terrein in kwestie werkzaam zijn (geweest). Dit betekent dat er geen handelingen van particuliere actoren worden opgenomen.

Een BSD wordt normaliter opgesteld op basis van institutioneel onderzoek. In het rapport institutioneel onderzoek (RIO) wordt dan het betreffende beleidsterrein beschreven, evenals de taken en bevoegdheden van de betrokken organen. De handelingen van de overheid op het beleidsterrein staan in het RIO in hun functionele context geplaatst. In het BSD zijn de handelingen overgenomen, alleen nu geordend naar de actor. Bovendien is bij elke handeling aangegeven of de administratieve neerslag hiervan bewaard dan wel vernietigd moet worden.

Door de beleidsterreingerichte benadering komen verschillende aspecten betreffende het beheer van de eigen organisatie van de zorgdrager (personeelsbeleid, financieel beleid, etc.) niet aan bod. Voor het selecteren van de administratieve neerslag die betrekking heeft op de instandhouding en ontwikkeling van de eigen organisaties van overheidsorganen dienen een aantal zogeheten ‘horizontale’ BSD’s. Deze horizontale BSD’s zijn van toepassing op alle organisaties van de rijksoverheid.

Het niveau waarop geselecteerd wordt, is dus niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen van overheidsactoren, waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en indien van toepassing een vernietigingstermijn.

Definitie van het beleidsterrein

Openluchtrecreatie omvat die bezigheden die ontspanning en zelfontplooiing als hoofddoel hebben, uit vrije keuze worden verricht en plaatsvinden in de open lucht.

Aanvankelijk diende de rijksoverheid zich daarbij te richten op de totstandkoming van openbaar toegankelijke voorzieningen. Later viel de overheidstaak binnen het beleidsterrein in twee onderdelen uiteen:

– ruimtelijke planning, inrichting en beheer;

– ondersteuning van activiteiten van de recreatiesector met behulp van recreantenvoorlichting, educatie en onderzoek.

Nadat het beleidsterrein in 1983 van het departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk overging naar het departement van Landbouw werd het beleidsterrein aanzienlijk uitgebreid.

Afbakening van het beleidsterrein

Dit BSD is gebaseerd op het RIO nr. 51, ‘Openluchtrecreatie’ en de selectielijst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor dit beleidsterrein. Deze lijst is in 1999 vastgesteld (Stcrt. 1999, 216).

In het onderhavige BSD zijn alleen de handelingen opgenomen van de actoren ‘de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk’ (1965–1983), van een aantal andere actoren die onder dit ministerie ressorteren en van ‘de minister waaronder Volksgezondheid ressorteert’ (1946–1983). Er zijn alleen handelingen opgenomen die de genoemde actoren in de genoemde periode hebben uitgevoerd en die reeds in de selectielijst van LNV zijn benoemd.

Het Ministerie van CRM heeft bestaan van 1965 tot 1983. Na de departementale herindelingen van november 1982 wordt het Ministerie van Landbouw en Visserij zorgdrager voor de handelingen van CRM op dit beleidsterrein.

In diezelfde periode wordt het nieuwe Ministerie van Volkshuishuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de zorgdrager voor de handelingen van ‘Volksgezondheid’ op dit beleidsterrein. De volksgezondheidsaspecten van recreatie en kamperen, alsmede de wetgeving omtrent deze onderwerpen en de uitvoering daarvan, werden namelijk in de loop der jaren meer en meer gezien als een aangelegenheid op het terrein van de milieuhygiëne.

Bij de eerdergenoemde reorganisatie van rijksdienst, die plaatsvond in de periode 4 november 1982 tot en met 1 januari 1983, waren uiteindelijk de volgende veranderingen aan de orde:

– de opsplitsing van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Het directoraat-generaal Volksgezondheid ging naar het Ministerie van CRM; het directoraat-generaal Milieuhygiëne ging naar het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De nieuw gevormde ministeries heetten voortaan: Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur resp. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

– de directie Bijstandszaken ging van het Ministerie van CRM over naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

– de directie Natuurbehoud en Openluchtrecreatie ging over van het Ministerie van CRM naar het Ministerie van Landbouw en Visserij.

Bron: ‘Evaluatie departementale herindelingen 1982’ (Ministerie van Binnenlandse Zaken, directie O&A, oktober 1983).

Taakgebied waartoe het beleidsterrein behoort

Ten tijde van het ministerie van CRM maakte het beleidsterrein openluchtrecreatie deel uit van het taakgebied Recreatie. Het maakt tegenwoordig deel uit van het taakgebied Natuurbeheer.

De actoren op het beleidsterrein, voor zover hun selectielijsten in het BSD zijn opgenomen

– de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (1965–1983)

– de Interdepartementale Coördinatiecommissie voor de Openluchtrecreatie (INCOR; 1958–1962)

– de Interdepartementale Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie en Toerisme (INCORET; 1962–1975)

– de Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie (1975–heden)

– de Commissie van overleg inzake het vrijetijdsonderzoek (1967–1985)

– de Kampeerraad (1982–1994)

– de Minister waaronder Volksgezondheid ressorteert (1946–1983)

• Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (VoMil) (1971–1982)

• Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (SZV) (1951–1971)

• Minister van Sociale Zaken (1933–1951)

Selectiedoelstelling

Als uitgangspunt bij het vaststellen van dit BSD gold de door de rijksarchiefdienst gehanteerde selectiedoelstelling, die inhoudt dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zo ver deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.

Om op basis van deze selectiedoelstelling tot een waardering van de handelingen te komen, worden zes selectiecriteria toegepast (zie volgende pagina):

Selectiecriteria

Om de selectiedoelstelling te bereiken worden de handelingen in het BSD gewaardeerd aan de hand van de onderstaande algemene selectiecriteria. Deze criteria zijn in 1997 door het Convent van Rijksarchivarissen vastgesteld en geaccordeerd door PC DIN en KNHG.

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

Overigens kan, ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen, betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

Naast de algemene criteria kunnen er in een BSD, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, in overleg met de RAD, beleidsterreinspecifieke criteria worden geformuleerd. Deze criteria worden doorlopend genummerd, waarbij wordt aangesloten bij de zes algemene criteria (dus vanaf 7).

De vernietigingstermijnen van de neerslag van de met ‘V’ (= vernietigen) gewaardeerde handelingen zijn vastgesteld in overleg met deskundigen van dit ministerie op dit terrein.

Verslag van de vaststellingsprocedure

Op 11 maart 2004 is het ontwerp-BSD door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 augustus 2005 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van [zorgdrager], het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 7 januari 2005 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01772/2), hetwelk [naast enkele tekstuele correcties] aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst:

– De handelingen van de Interdepartmentale commissie openluchtrecreatie en toerisme (INCORET) zijn opgenomen in de lijst.

– De waardering van handeling 109 is gewijzigd in B5 voor alle neerslag en niet alleen voor het eindproduct.

– De waardering van handeling 110 is gewijzigd van V 10 jaar in B5.

Daarop werd het BSD op 14 september 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgesteld [C/S&A/05/1918].

Leeswijzer

Handelingnr.: Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is overgenomen uit het RIO.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.

Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht.

Vermeld worden: de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van Bestuur, het Koninklijk Besluit of de ministeriële regeling; het betreffende artikel en lid daarvan;de vindplaats, dwz. de vermelding van Staatsblad of Staatscourant wijzigingen in de grondslag en het vervallen hiervan.

Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.

Opmerking: Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer de strekking van de handeling toelichting behoeft.

Waardering: Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).

Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn.

Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.

Eventueel een nadere toelichting op de waardering.

Actor: de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk

Algemene beleidsvoorbereiding en verantwoording

1

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 1, 2

2

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving inzake de openluchtrecreatie, alsmede het evalueren daarvan

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 1

3

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 3

4

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van de Kamers der Staten-Generaal inzake het openluchtrecreatiebeleid

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 3

5

Handeling: Het instellen van ad-hoc commissies inzake de openluchtrecreatie

Periode: : 1965–1983

Bron: Begrotingen, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 4

6

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 3

7

Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende de openluchtrecreatie en het voeren van verweer in beroepsprocedures voor administratief rechterlijke organen

Periode: 1965–1983

Bron: Algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: B 2

8

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen inzake het openluchtrecreatiebeleid

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Waardering: V, 2 jaar

9

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake het ontwikkelen van activiteiten die op de vrije tijdsbesteding en openluchtrecreatie gericht zijn

Periode: 1965–1983

Bron: Interview

Product: nota’s

Waardering: B 1, 2

10

Handeling: Het, in overeenstemming met andere betrokken ministers, opstellen en vaststellen van Structuurschema’s inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Grondslag: Wet op de ruimtelijke ordening, art. 2a (Stb. 1962, 286); Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975, art. 2 lid 2 en 3 (Stcrt. 1975, 22)

Product: Structuurschets Openluchtrecreatie 1964

Waardering: B 1

11

Handeling: Het, in overeenstemming met de andere betrokken ministers, jaarlijks opstellen en vaststellen van een voortschrijdend meerjarenplan, ter voorbereiding en verwezenlijking van het rijksbeleid inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1971–1983

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975, art. 2 lid 2 en 3 (Stcrt. 1975, 22)

Product: Rijksmeerjarenplannen Openluchtrecreatie 1971 t/m 1979

Waardering: B 1

12

Handeling: Het ontwikkelen van instrumenten/methoden voor de provinciale en gemeentelijke overheden, ten behoeve van de uitvoering van het regionale/lokale openluchtrecreatiebeleid

Periode: 1969–1983

Bron: Begroting 1969

Product: instrumenten, methoden, werkinstructies, richtlijnen

Opmerking: Het betreft hier voornamelijk hulpmiddelen die de gemeenten bijstaan in planning en uitvoering van het beleid, zoals uitgelegd in de brochures:

– Projectontwikkeling op het gebied van de Openluchtrecreatie (1969);

– Analyse Prognosemethodieken (1972).

Waardering: B 5

13

Handeling: Het ontwikkelen, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van de Procedure Projectontwikkeling Openluchtrecreatie, ten behoeve van de planning van recreatievoorzieningen

Periode: 1968–1983

Bron: Begroting 1969

Product: Procedure Projectontwikkeling Openluchtrecreatie

Waardering: B 5

14

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de inrichting en het beheer van recreatievoorzieningen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1986; Eindrapport Internationale Werkgroep Financiering Recreatieschappen 1978

Product: nota’s

Waardering: B 1, 2

15

Handeling: Het ontwikkelen en vaststellen van de Planningsprocedure Openluchtrecreatie (PPO)

Periode: 1969–1983

Bron: Begrotingen; Structuurschema Openluchtrecreatie 1984

Product: Planningsprocedure Openluchtrecreatie

Waardering: B 5

16

Handeling: Het opstellen van Rijksmeerjarenprogramma’s Openluchtrecreatie

Periode: 1982–1983

Bron: Begrotingen

Product: Rijksmeerjarenprogramma’s Openluchtrecreatie en toerisme

Waardering: B 1

19

Handeling: Het formuleren van standpunten met betrekking tot het ruimtelijke ordeningsbeleid, vanuit het belang van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen; nota’s; Structuurschema’s

Product: Tot de producten behoren onder meer de inventarisatieonderzoeken naar de beschikbare recreatiegebieden, de bijdragen aan de nota’s voor de ruimtelijke ordening en de verslagen van de Rijksdienst voor het Nationaal Plan/Rijksplanologische Dienst.Waardering: B 1

20

Handeling: Het instellen van consulentschappen voor de openluchtrecreatie in de provincies

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbesluiten

Waardering: B 4

22

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de ambtelijke voorbereiding van wet- en regelgeving inzake de geluidshinder veroorzakende openluchtrecreatie-activiteiten, waarvoor andere ministers eerst verantwoordelijk zijn

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen; Nota Recreantenbeleid 1985

Product: nota’s

Waardering: B 1

23

Handeling: Het formuleren van standpunten ten aanzien van de kwaliteit van de openluchtrecreatie / het toerisme

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s

Waardering: B 1

Uitvoering/subsidiëring

24

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

25

Handeling: Het verstrekken van financiële bijdragen voor de bestrijding van de kosten van voorzieningen en maatregelen ten behoeve van de openluchtrecreatie aan provincies, gemeenten, openbare lichamen ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling of andere lagere publiekrechtelijke lichamen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

26

Handeling: Het verstrekken van financiële bijdragen ten behoeve van de aankoop van gronden bestemd voor recreatiedoeleinden

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

28

Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van werkgroepen, commissies en raden inzake de subsidiëring van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbeschikkingen

Waardering: B 4

29

Handeling: Het, in overleg met de Minister van Economische Zaken, vaststellen van de subsidiëringstaken ten behoeve van de recreatiesector

Periode: 1965–1983

Grondslag: Beschikking 29 augustus 1962 Stcrt. 1962, 171

Product: Beschikking 29 augustus 1962 Stcrt. 1962, 171

Waardering: B 5

30

Handeling: Het vaststellen van een gedifferentieerd subsidiesysteem voor provincies, gemeenten en recreatieschappen, ten behoeve van de aanleg van recreatievoorzieningen

Periode: : 1967–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, besluiten

Waardering: B 5

31

Handeling: Het leveren van bijdragen aan ruilverkavelings- , landwinnings- en waterbouwkundige werken ten behoeve van de aanleg van openluchtrecreatie voorzieningen

Periode: 1971–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, rapporten

Waardering: V, 10 jaar

32

Handeling: Het opstellen van regels ten behoeve van de subsidiëring van het recreatief medegebruik

Periode: 1982–1983

Bron: Begrotingen

Product: regelingen

Waardering: B 5

Coördinatie en samenwerking

33

Handeling: Het instellen, instrueren en opheffen van (interdepartementale) commissies en werkgroepen ter voorbereiding van het beleid inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbeschikkingen

Waardering: B 4

34

Handeling: Het deelnemen aan commissies en werkgroepen inzake de voorbereiding en evaluatie van beleid dat de openluchtrecreatie raakt, waarbij het voorzitterschap en/of secretariaat niet bij de Minister van CRM berust

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: verslagen, nota’s, rapporten, agenda’s, notulen

Waardering: B 1, 5

35

Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van leden van (interdepartementale) commissies en werkgroepen ter voorbereiding van het beleid inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota's

Product: benoemingsbesluiten, etc.

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

39

Handeling: Het opheffen van de Interdepartementale Coördinatiecommissie voor de Openluchtrecreatie en Toerisme (INCORET)

Periode: 1965–1975

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Product: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Opmerking: De handeling wijkt af van de oorspronkelijke handeling 39 in het BSD ‘openluchtrecreatie’ van LNV. Gezien de periodisering van de handeling is ‘het instellen van’ komen te vervallen, evenals ‘, alsmede het toevoegen van een secretariaat’.

Waardering: B 4

40

Handeling: Het benoemen van de leden van de INCORET

Periode: 1965–1975

Grondslag: Instellingsbeschikking INCORET 1962 (Stcrt. 1962, 171)

Product: Instellingsbeschikking INCORET 1962 (Stcrt. 1962, 171)

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

43

Handeling: Het instellen van de Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie (CO), het benoemen van de leden daarvan, alsmede het toevoegen van een secretariaat

Periode: 1975–1983

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Product: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Waardering: B 4

44

Handeling: Het benoemen van de leden van de Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie (CO)

Periode: 1975–1983

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Product: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975 (Stcrt. 1975, 22)

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

Onderzoek

58

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten inzake het openluchtrecreatiebeleid

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Product: onderzoeksmateriaal, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1: onderzoeksopdracht + eindproduct

V, 10 jaar: overige neerslag

59

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijke) onderzoek betreffende het openluchtrecreatiebeleid

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s, algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Product: onderzoeksmateriaal, vaststellingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar na afronding

60

Handeling: Het formuleren van opdrachten voor en het vaststellen van eindrapportages van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het openluchtrecreatie beleid

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksopdrachten, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1

61

Handeling: Het – eventueel tezamen met andere ministers – instellen en liquideren van onderzoeksinstellingen inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: instellings- en liquidatiebeschikkingen

Waardering: B 4

62

Handeling: Het aanwijzen en benoemen van leden en voorzitter van commissies en werkgroepen inzake het onderzoek op het gebied van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Rapport Programmering Openluchtrecreatie-onderzoek van de NRLO 1985; begrotingen

Product: besluiten

Opmerking: Commissies zijn onder meer:

– Commissie van Overleg inzake vrijetijdsonderzoek 1967

– Werkgroep Programmering Onderzoek Openluchtrecreatie 1975

– Werkgroep Onderzoek (van de Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie)

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

Voorlichting

68

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: voorlichtingsmateriaal, begrotingen, nota’s

Waardering: V, 5 jaar na afhandeling

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd.

69

Handeling: Het leveren van financiële bijdragen aan voorlichtingsactiviteiten van particuliere organisaties en instellingen betreffende de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

70

Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van werkgroepen, commissies en raden inzake algemene voorlichting met betrekking tot de openluchtrecreatie

Periode: 1971–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbeschikkingen, etc.

Opmerking: Bijvoorbeeld Commissie van Voorlichting Openluchtrecreatie (1971–heden)

Waardering: B 4

Onderwijs

71

Handeling: Het verstrekken van financiële bijdragen ten behoeve van de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s inzake de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

72

Handeling: Het instellen van werkgroepen en commissies inzake de onderlinge afstemming van opleidingen met betrekking tot de openluchtrecreatie en het toerisme

Periode: 1971–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbeschikkingen, etc.

Opmerking: Bijv. Werkgroep Toeristisch en Recreatief Onderwijs (1971)

Waardering: B 4

73

Handeling: Het gezamenlijk ontwikkelen en evalueren van opleidingen ten behoeve van de openluchtrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, evaluatierapporten

Waardering: B 5

Doelgroepenbeleid

74

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de recreatiemogelijkheden- en voorzieningen voor bijzondere doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: nota’s, evaluatierapporten, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1, 2

75

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het recreatiegedrag van bijzondere doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksmateriaal, notities

Waardering: B 1: onderzoeksopdracht + eindproduct

V, 10 jaar: overige neerslag

76

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het recreatiegedrag van bijzondere doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: notities, correspondentie

Waardering: V, 10 jaar na afronding

77

Handeling: Het formuleren van opdrachten voor en het vaststellen van eindrapportages van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het recreatiegedrag van bijzondere doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksopdrachten, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1

78

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van recreatiemogelijkheden voor bijzondere doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: voorlichtingsmateriaal, nota’s

Waardering: V, 5 jaar na afhandeling

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd.

79

Handeling: Het subsidiëren van specifieke inrichtingsprogramma’s/voorzieningen ten behoeve van zogenaamde doelgroepen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

Landgebonden recreatie

80

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van algemeen beleid op het gebied van de landgebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Structuurschets Openluchtrecreatie (1964); begrotingen, nota’s

Product: Structuurschets Openluchtrecreatie (1964)

Waardering: B 1, 2

81

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende de landgebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksmateriaal, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1: onderzoeksopdracht + eindproduct

V, 10 jaar: overige neerslag

82

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de landgebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksmateriaal, correspondentie, notities

Waardering: V, 10 jaar na afronding

83

Handeling: Het formuleren van opdrachten voor en het vaststellen van eindrapportages van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de landgebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: Onderzoeksopdrachten, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1

84

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de landgebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: voorlichtingsmateriaal, notities, plannen

Waardering: V, 5 jaar na afhandeling

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd.

85

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake het recreatieve medegebruik

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

86

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van het beleid inzake de landelijke gebieden

Periode: 1976–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: nota’s

Waardering: B 1

87

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake recreatievoorzieningen in de stedelijke gebieden/stadsgewesten

Periode: 1973–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

88

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de totstandkoming van recreatieprojecten in relatie tot de landinrichtingswet

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

89

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het beleid inzake het toerisme

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s

Waardering: B 1

90

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de Toeristisch Recreatieve Aandachtsgebieden (TRAG)

Bron: 1982–1983

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

91

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de routegebonden recreatie

Periode: 1965–1983

Bron: begrotingen

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

92

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid ten aanzien van de locatie en inrichting van golfbanen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; begrotingen

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

Waterrecreatie

93

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: Nota’s:

– Recreatie te water (1956)

– Structuurschema Vaarwegen (1981) in samenwerking met V&W

– Structuurschema Openluchtrecreatie (1980–1984)

Waardering: B 1, 2

94

Handeling: Het, in samenwerking met andere departementen, voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving inzake de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, correspondentie

Waardering: B 1

95

Handeling: Het leveren van ambtelijke bijdragen aan de totstandkoming van watersportvoorzieningen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, interviews

Product: nota’s, notities

Waardering: B 1

96

Handeling: Het instellen van (interdepartementale) werkgroepen en commissies ten behoeve van het beleid inzake de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: instellingsbeschikkingen

Waardering: B 4

97

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: voorlichtingsmateriaal

Waardering: V, 5 jaar na afhandeling

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd.

98

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksgegevens, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1: onderzoeksopdracht + eindproduct

V, 10 jaar: overige neerslag

99

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: notities, correspondentie

Waardering: V, 10 jaar na afronding

100

Handeling: Het formuleren van opdrachten voor en het vaststellen van eindrapportages van extern (wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: onderzoeksopdrachten, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1

101

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de oever- en waterrecreatie

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

102

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de ambtelijke voorbereiding van wet- en regelgeving inzake het vaarbewijs voor de niet-bedrijfsmatige binnenvaart, waarvoor andere ministers eerst verantwoordelijk zijn

Periode: 1978–1983

Bron: Nota’s, interview, begrotingen

Product: Erkenning vaarbekwaamheidsbewijzen voor de niet-bedrijfsmatige binnenvaart (Stcrt. 1983, 114)

Waardering: B 1

103

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de ambtelijke voorbereiding van wet- en regelgeving inzake de registratie van pleziervaartuigen, waarvoor andere ministers eerst verantwoordelijk zijn

Periode: 1977–1983

Bron: Interview

Product: nota’s, notities

Waardering: B 1

104

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de ambtelijke voorbereiding van wet- en regelgeving inzake de pleziervaartuigenbelasting, waarvoor andere ministers eerst verantwoordelijk zijn

Periode: 1979–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; interview

Product: nota’s, notities, correspondentie

Opmerking: De eerst verantwoordelijke minister is de Minister van Financiën.

Het ministerie van CRM neemt deel aan de Werkgroep Pleziervaartuigenbelasting.

Waardering: B 1

105

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de ambtelijke voorbereiding van wet- en regelgeving en/of het stellen van richtlijnen inzake de veiligheid aan boord van pleziervaartuigen, waarvoor andere ministers eerst verantwoordelijk zijn

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; interview

Product: nota’s, richtlijnen

Waardering: B 1

106

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de zonering van diverse vormen van watersportactiviteiten

Periode: 1977–1983

Bron: Structuurvisie openluchtrecreatie 1977; nota’s

Product: meerjarenprogramma’s

Waardering: B 1, 2

107

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de totstandkoming van een landelijk netwerk van toervaartwegen

Periode: 1978–1983

Bron: Nota Vaarwegen 1980; begrotingen

Product: Nota Vaarwegen 1980

Waardering: B 1, 2

108

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de totstandkoming van een landelijk plan voor aanlegplaatsen

Periode: 1977–1983

Bron: Nota Vaarwegen 1980; begrotingen

Product: meerjarenprogramma’s, vaststellingsbesluiten

Waardering: B 1, 2

Recreatieschappen en recreatiegebieden

109

Handeling: Het mede oprichten en vormgeven van recreatieschappen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: instellingsbesluiten

Waardering: B 5

110

Handeling: Het deelnemen aan recreatiegebieden/-schappen

Periode: 1972–1983

Grondslag: o.a. Reconstructiewet Midden-Delfland 1977; Wet deelneming Grevelingen, art. 1

Product: verslagen, correspondentie, notities

Waardering: B 5

111

Handeling: Het (mede) financieren van recreatiegebieden/-schappen

Periode: 1972–1983

Grondslag: o.a. Reconstructiewet Midden-Delfland 1977; Wet deelneming Grevelingen, art. 1

Product: beschikkingen, nota’s

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

112

Handeling: Het ontwikkelen, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid inzake de rijksrecreatiegebieden

Periode: 1972–1983

Bron: Begrotingen

Product: nota’s, vaststellingsbesluiten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

Vakantiespreiding

113

Handeling: Het instellen van (interdepartementale) commissies inzake de vakantiespreiding

Periode: 1965–1983

Grondslag: o.a. Instellingsbeschikking Coördinatiecommissie vakantiespreiding 1966

Product: instellingsbeschikkingen

Waardering: B 4

114

Handeling: Het gezamenlijk met andere betrokken ministers voorbereiden en vaststellen van vakantietijden in het kader van de vakantiespreiding

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: Vakantietijdenregelingen

Waardering: B 5

117

Handeling: Het voordragen en benoemen van de leden van de commissies vakantiespreiding

Periode: 1965–1983

Grondslag: Algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Product: benoemingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

Verblijfsrecreatie

118

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid inzake het kamperen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: nota’s

Waardering: B 1, 2

119

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving inzake het kamperen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: Kampeerwet (Stb. 1981, 372)

Waardering: B 1

120

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van het kamperen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

121

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het kamperen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen, nota’s

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V, 5 jaar na afhandeling

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd.

122

Handeling: Het aanwijzen van ambtelijke vertegenwoordigers in belangenorganisaties voor kampeerders

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: aanwijzingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar

124

Handeling: Het instellen en opheffen van de Interdepartementale Commissie Kampeerwet

Periode: 1973–1981

Bron: Begrotingen

Product: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1973, 31), opheffingsbesluit (niet gevonden, moet nog ergens in 1973 opgesteld zijn)

Waardering: B 4

126

Handeling: Het instellen van de Kampeerraad

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, artt. 2 t/m 9 (Stb. 1981, 372)

Waardering: B 4

127

Handeling: Het aanwijzen van de voorzitter, secretaris en de leden van de Kampeerraad

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, art. 4, lid 4 (Stb. 1981, 372)

Product: aanwijzingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar

V, 75 jaar na geboorte voor documenten waaruit pensioenaanspraken volgen

128

Handeling: Het aanwijzen van deskundigen voor de Kampeerraad die afkomstig zijn uit de kringen van verblijfsrecreanten en uit kringen van ondernemers op het gebied van kamperen en deskundigen die afkomstig zijn uit kringen van de provincie en de gemeente

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, art. 4, lid 2 en lid 4 (Stb. 1981, 372)

Product: aanwijzingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar na terugtreden

129

Handeling: Het, bij AMvB, aanwijzen van een andere minister die een vertegenwoordiger aanwijst voor de Kampeerraad

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, art. 4 lid 3 (Stb. 1981, 372)

Product: Besluit van 30 augustus 1982, houdende de aanwijzing van ministers ingevolge artikel 4, derde lid, van de Kampeerwet (Stb. 1982, 565)

Waardering: B 4

132

Handeling: Het verlenen van goedkeuring aan het huishoudelijk reglement van de Kampeerraad en eventuele wijzigingen daarop

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, art. 6 lid 2 (Stb. 1981, 372)

Product: goedkeuringsbeschikking

Waardering: V, 10 jaar

134

Handeling: Het stellen van nadere regelen ten aanzien van de samenstelling en werkwijze van de Kampeerraad

Periode: 1982–1983

Grondslag: Kampeerwet, art. 9 (Stb. 1981, 372)

Product: regeling

Waardering: B 5

135

Handeling: Het opstellen van richtlijnen ten behoeve van gemeentelijke overheden inzake het verlenen van vergunningen, vrijstellingen of ontheffingen voor kamperen

Periode: 1965–1983

Bron: Begrotingen

Product: richtlijnen

Waardering: B 5

Paardensport

172

Handeling: Het deelnemen aan commissies en werkgroepen inzake de paardensport waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet berust bij het ministerie van CRM

Periode: 1965–1983

Grondslag: Algemene handelingen opgesteld door het Nationaal Archief

Product: verslagen, correspondentie, notities, notulen

Waardering: V, 10 jaar

173

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de paardensport

Periode: 1977–1983

Grondslag: Beschikking Rijksregeling voor subsidiëring van landelijke organisaties op het gebied van de sport

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

Gezelschapsdieren

210

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid op het gebied van gezelschapsdieren

Periode: 1965–1983

Bron: Interview, begrotingen

Product: nota’s, bestuiten, rapporten, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

211

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van wet- en regelgeving inzake gezelschapsdieren vanuit een recreatief belang

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; interview

Product: nota’s, wetsvoorstellen, notities

Waardering: B 1

212

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van beleid betreffende de kinderboerderijen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; interview

Product: nota’s, correspondentie, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

213

Handeling: Het (onder bepaalde voorwaarden) verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het gebied van de kinderboerderijen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985; interview

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

214

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid inzake de dierentuinen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985

Product: nota’s, correspondentie, evaluatierapporten

Waardering: B 1, 2

215

Handeling: Het onder bepaalde voorwaarden verstrekken van (incidentele) financiële ondersteuning aan dierentuinen

Periode: 1965–1983

Bron: Nota Recreantenbeleid 1985

Product: beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar na toekenning

Actor: de Interdepartementale Commissie voor de Openluchtrecreatie (INCOR)

38

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren omtrent de aan de minister belast met de openluchtrecreatie opgedragen coördinatietaak ten aanzien van de openluchtrecreatie

Periode: 1958–1962

Grondslag: Instellingsbeschikking INCOR 1958

Product: adviesrapporten

Waardering: B 3

Actor: de Interdepartementale Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie en Toerisme (INCORET)

Opmerking: INCORET is de opvolger van de Interdepartementale coördinatiecommissie openluchtrecreatie (INCOR; 1958–1962) en de voorganger van de Coördinatiecommissie openluchtrecreatie (1975–)

41

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van de ministers belast met de openluchtrecreatie en EZ ten aanzien van te treffen maatregelen en voorzieningen op de terreinen van de openluchtrecreatie en het toerisme

Periode: 1962–1975

Grondslag: Instellingsbeschikking INCORET 1962

Product: adviesrapporten

Waardering: B 1

42

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren omtrent de aan de minister belast met de openluchtrecreatie opgedragen coördinatietaak ten aanzien van de openluchtrecreatie

Periode: 1962–1975

Grondslag: Instellingsbeschikking INCORET 1962

Product: adviesrapporten

Waardering: B 1

Actor: de Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie

45

Handeling: Het adviseren aan de betrokken ministers met betrekking tot de hoofdlijnen van het inzake de openluchtrecreatie te voeren rijksbeleid

Periode: 1975–

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975, art. 4 lid 1 (Stcrt. 1975, 22)

Product: adviesrapport

Waardering: B 1

46

Handeling: Het instellen van speciale werkgroepen/subcommissies waarin ook andere leden dan leden van de commissie zitting kunnen hebben

Periode: 1975–

Grondslag: Beschikking CO 1975, art. 9

Product: Instellingsbesluiten

Waardering: B 4

47

Handeling: Het doen van voorstellen aan de betrokken ministers met betrekking tot het jaarlijks vast te stellen rijksmeerjarenplan openluchtrecreatie

Periode: 1975–(1985)

Grondslag: Coördinatiebeschikking Openluchtrecreatie 1975, art. 4 lid 1 (Stcrt. 1975, 22)

Product: nota’s

Waardering: B 1

Actor: de Commissie van overleg inzake het vrijetijdsonderzoek

63

Handeling: Het stellen van prioriteiten in onderzoek en het opstellen van onderzoeksprogramma’s inzake de vrijetijdsbesteding

Periode: 1967–1985

Grondslag: Beschikking 10 maart 1967, nr. 99490, art. 5 (Stcrt. 1967, 67)

Product: onderzoeksprogramma’s

Waardering: B 5

Actor: de Kampeerraad

130

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van de rijksoverheid met betrekking tot het kamperen

Periode: 1982–(1985)

Grondslag: Kampeerwet, art. 2 lid 1 (Stb. 1981, 372)

Product: adviesrapport

Waardering: B 1

133

Handeling: Het opstellen en uitbrengen van jaarverslagen

Periode: 1982–(1985)

Bron: Kampeerwet, art. 8 lid 2 (Stb. 1981, 372)

Product: jaarverslagen

Waardering: B 3

Actor: de minister waaronder Volksgezondheid ressorteert

122

Handeling: Het aanwijzen van ambtelijke vertegenwoordigers in belangenorganisaties voor kampeerders

Periode: 1946–1983

Bron: Begrotingen

Product: aanwijzingsbesluiten

Waardering: V, 10 jaar na terugtreden

123

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving inzake de hygiëne van kampeerterreinen

Periode: 1962–1983

Bron: Begrotingen

Product: – Wet hygiëne kampeerplaatsen (Stb. 1969, 446; de eerste ondertekenaar van deze wet is de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid);

– Kampeerwet (Stb. 1981, 372; de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne is mede-ondertekenaar)

Opmerking: De Wet op de openluchtrecreatie (Stb. 1994, 300), de opvolger van de Kampeerwet, is ondertekend door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Waardering: B 1

138

Handeling: Het behandelen van beroepschriften van de houders van kampeerplaatsen inzake ontruimingen ten gevolge van gevaarlijke gezondheidsomstandigheden voor de kampeerder

Periode: 1969–1983

Grondslag: Wet hygiëne kampeerplaatsen, art. 12 (Stb. 1969, 446); Kampeerwet, art. 34, lid 1 (Stb. 1981, 372)

Product: correspondentie, beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

139

Handeling: Het behandelen van beroepschriften van de inspecteurs van de Volksgezondheid inzake de afwijzingen van verzoeken tot ontruiming en tegen het opheffen daarvan door de burgemeester

Periode: 1969–1983

Grondslag: Wet hygiëne kampeerplaatsen, art. 12 (Stb. 1969, 446); Kampeerwet, art. 34, lid 2 en lid 3 (Stb. 1981, 372)

Product: correspondentie, beschikkingen

Waardering: V, 10 jaar

140

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het (staats-)toezicht op de naleving van de voorschriften betreffende de volksgezondheid op kampeerplaatsen en jachthavens

Periode: 1969–1983

Grondslag: Wet hygiëne kampeerplaatsen, art. 14, lid 1 (Stb. 1969, 446); Kampeerwet, art. 35, lid 1 (Stb. 1981, 372)

Product: ministeriële regeling

Waardering: V, 10 jaar

142

Handeling: Het bij AMvB vaststellen van voorschriften inzake de gezondheid en hygiëne van kampeerplaatsen en jachthavens

Periode: 1969–1983

Grondslag: Wet hygiëne kampeerplaatsen, art. 3 (Stb. 1969, 446); Kampeerwet, art. 13 (Stb. 1981, 372)

Waardering: B 1

Naar boven