Regeling aanvraagtijdvak 2005 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 november 2005, Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, nr. DCE/DL/2005/49720, houdende vaststelling van het Beleidskader Dagindeling ESF-3 en de aanvraagtijdvakken, bedoeld in artikel 3, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, met betrekking tot het kalenderjaar 2005 (Regeling aanvraagtijdvak 2005 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3 van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3;

Besluit:

Artikel 1

Aanvraagtijdvak

1. Met betrekking tot het kalenderjaar 2005 kunnen aanvragen op grond van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3 slechts worden ingediend gedurende de periode van 20 augustus 2005 tot en met 15 december 2005.

2. Na het verstrijken van de periode, bedoeld in het eerste lid, worden de aanvragen in rangorde geplaatst. Daarbij worden de aanvragen in ieder geval beoordeeld naar de mate waarin de voorgestelde projecten voldoen aan de volgende criteria:

a. de bijdrage van het project aan een betere combinatie van arbeid en zorg voor taakcombineerders;

b. de te verwachten inbedding, overdraagbaarheid of verspreiding van de projectresultaten;

c. de professionaliteit van de aanvrager en eventuele samenwerkingspartner(s);

d. de verhouding tussen de beoogde resultaten en de kosten van het project.

Artikel 2

Subsidie projecten

1. Voor subsidie komen slechts in aanmerking projecten die binnen een tijdsbestek van 18 maanden worden afgerond en betrekking hebben op de navolgende onderwerpen:

a. flexibele werktijden en levensloopbewust personeelsbeleid;

b. lokale tijdinitiatieven: ruimere en beter afgestemde openingstijden;

c. ondernemerschap en persoonlijke dienstverlening; of

d. implementatietrajecten: doelgerichte verspreiding van resultaten en producten.

2. Subsidie wordt geweigerd voorzover subsidie wordt verstrekt op grond van een andere rijkssubsidieregeling met een doelstelling die overeenkomt met de doelstelling, bedoeld in deze regeling.

Artikel 3

Aanvrager/begunstigde

De subsidie wordt aangevraagd door en verstrekt aan samenwerkende organisaties in Nederland met deskundigheid op het gebied van een of meer van de in artikel 2 genoemde onderwerpen.

Artikel 4

Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 6.000.000,–.

Artikel 5

Maximale subsidie

1. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt ten hoogste € 140.000,–.

2. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt ten hoogste € 140.000,–.

3. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, bedraagt ten hoogste € 140.000,–.

4. De subsidie voor een project dat betrekking heeft op het onderwerp, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, bedraagt ten hoogste € 75.000,–.

Artikel 6

Inwerkingtreding

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 20 augustus 2005, en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

2. In afwijking van het eerste lid blijft deze regeling, zoals die onmiddellijk voor de datum waarop deze vervalt geldt, van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de minister.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraagtijdvak 2005 Subsidieregeling Dagindeling ESF-3.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 november 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

In het verlengde van artikel 3 van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, waaruit blijkt dat de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen om projectsubsidie slechts bestaat gedurende daartoe vastgestelde aanvraagtijdvakken, wordt met betrekking tot het kalenderjaar 2005 in deze regeling het aanvraagtijdvak vastgesteld, te weten de periode vanaf 20 augustus 2005 , zijnde de datum waarop in diverse landelijke dagbladen, onder het voorbehoud van goedkeuring van de definitieve budgetverdeling, het tijdvak is afgekondigd, tot en met 15 december 2005. Na het verstrijken van dit aanvraagtijdvak worden de aanvragen in rangorde geplaatst, waarbij deze aanvragen in ieder geval worden beoordeeld naar de mate waarin de voorgestelde projecten voldoen aan de volgende criteria:

– de bijdrage van het project aan een betere combinatie van arbeid en zorg voor taakcombineerders;

– de te verwachten inbedding, overdraagbaarheid of verspreiding van de projectresultaten;

– de professionaliteit van de aanvrager en eventuele samenwerkingspartner(s);

– de verhouding tussen de beoogde resultaten en de kosten van het project.

Op de aanvragen wordt, zo vloeit uit artikel 4, derde lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3 voort, uiterlijk 12 weken na sluiting van het aanvraagtijdvak beslist.

Het budget van het ESF-doelstelling-3-programma voor het onderdeel Dagindeling wordt in het kalenderjaar 2005 ingezet voor de aandachtsgebieden ‘flexibele werktijden en levensloopbewust personeelsbeleid’, ‘lokale tijdinitiatieven: ruimere en beter afgestemde openingstijden’, ‘ondernemerschap en persoonlijke dienstverlening’ en implementatietrajecten: doelgerichte verspreiding van resultaten en producten.

Het uitgangspunt voor het nieuwe aanvraagtijdvak is de verruiming van voorzieningen rond arbeid en zorg van ‘7 tot 7’, in plaats van de bestaande praktijk van ‘9 tot 5’. Concreet gaat het om onderstaande thema’s waarop projecten kunnen worden ingediend.

Flexibele werktijden en levensloopbewust personeelsbeleid

Voor het merendeel van de werknemers in Nederland is het ‘9 tot 5’ tijdvak nog steeds leidend als werktijd. Organisaties en sectoren wordt de mogelijkheid geboden om actief aan de slag te gaan met flexibilisering van werktijden zodat werknemers meer mogelijkheden hebben om hun werk- en zorgtijd te combineren. Telewerken is een manier om flexibele werktijden te creëren. Hierbij staan in deze 4e ronde de benodigde cultuuromslag van werkgevers en telewerken als mogelijkheid om laagopgeleiden een opstap te bieden naar de arbeidsmarkt centraal. Levensloopbewust personeelsbeleid dat rekening houdt met de combinatie van arbeid en zorg is en blijft gezien de vergrijzing, ontgroening en uiteenlopende wensen per levensfase, een belangrijk thema. In het kader van de beoordeling van de aanvragen genieten projecten die aan de slag gaan in sectoren die tot nu toe niet of in mindere mate bezig zijn met flexibele werktijden en levensloopbewust personeelsbeleid de voorkeur.

Lokale tijdinitiatieven: ruimere en beter afgestemde openingstijden

Op veel plaatsen in Nederland is de afstemming en verruiming van werk- en openingstijden van allerlei voorzieningen rond arbeid en zorg nog onvoldoende bereikt. In deze 4e ronde worden organisaties en sectoren uitgenodigd om aan de slag te gaan met verruiming en afstemming van openingstijden, zowel publiek als privaat. In het kader van de beoordeling van de aanvragen genieten voorrang projecten die mogelijkheden bieden om openingstijden te verruimen van kinderopvang, in de gezondheidszorg en voorzieningen die voor werkenden met zorgtaken (rond kinderen, mantelzorg, alleenstaanden) relevant zijn.

Ondernemerschap en persoonlijke dienstverlening

Naast de verruiming van voorzieningen van 07.00 tot 19.00 uur wordt ook ingezet op ondernemerschap (of andere vormen van aanbod) in de markt voor persoonlijke dienstverlening en zorg (zorg voor kinderen, mantelzorg etc.). Ondernemerschap biedt het individu de mogelijkheid om zelf de beschikbare tijd tussen arbeid en zorg te verdelen. In verschillende levensfasen kan worden gekozen voor werknemerschap of ondernemerschap ten behoeve van een betere afstemming van werk- en zorgtijden. Met name persoonlijke dienstverlening kan voor taakcombineerders de flexibiliteit bieden die ze nodig hebben omdat het gaat om allerlei gemakdiensten in en rond het huis zoals schoonmaken, koken, wassen, strijken, etcetera die door een ondernemer vaak op flexibele tijden kunnen worden aangeboden.

Implementatietrajecten

Doelgerichte overdracht van succesvolle, innovatieve resultaten, producten en instrumenten met betrekking tot dagindeling. Het gaat hierbij om implementatieactiviteiten naar relevante actoren op lokaal, regionaal, landelijk of sectoraal niveau.

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend door organisaties in Nederland met expertise op bovengenoemde aandachtsgebieden: maatschappelijke organisaties, gemeentelijke en provinciale overheden, bedrijven en andere organisaties die op lokaal niveau willen experimenteren met oplossingen voor een betere combinatie van arbeid en zorg.

Samenwerking tussen organisaties is een voorwaarde. Het gaat om een breed draagvlak van relevante organisaties die bij het project betrokken zijn.

Voor de projecten is in totaal € 6 mln. beschikbaar. Subsidie zal slechts worden verleend voor projecten met een tijdsduur van maximaal 18 maanden. Het beschikbare budget per project is maximaal € 140.000,– voor onderscheidenlijk nieuwe projecten op genoemde thema’s, en maximaal € 75.000, – voor een implementatieproject. Deze maxima worden gehanteerd naast artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3. Dit betekent dat het maximumbedrag van de subsidie eerst wordt bepaald op basis van de door de aanvrager bij zijn aanvraag gevoegde kostenraming, zonodig verlaagd overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling Dagindeling ESF-3, en waar nodig verder verlaagd tot het in deze regeling vastgestelde maximum.

Meer informatie is te vinden bij dagindeling@minszw.nl onder vermelding van Vierde Ronde Dagindeling ESF-3, of op de website www.dagindeling.nl.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven